Preek op 26-11-2023, hoogfeest van Christus Koning van het Heelal, diaken Eelke Ligthart

Preek op 26-11-2023, hoogfeest van Christus Koning van het Heelal, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Allemaal van harte welkom bij de viering van de eucharistie op het feest van Christus Koning. Hier in de kerk en al degenen die via livestream met ons zijn verbonden.

Vandaag is het de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Ja het kerkelijk jaar loopt ten einde en het is nog niet eens 31 december. Het kerkelijk jaar begint volgende week met de eerste zondag van de Advent als voorbereiding op het hoogfeest van Kerstmis. Vier weken van voorbereiding, van bezinning op het feest van de geboorte van Jezus, het licht van de wereld.

En als je dan vandaag het evangelie beluisterd eindigt het kerkelijk jaar met, zo lijkt het wel, een soort eind afrekening. Dat evangelie laat Christus zien als een koning. Een koning die zit op een troon van glorie. Alle mensen staan ervoor, en luisteren wat die koning heeft te zeggen. Laten ook wij aandachtig luisteren wat Jezus ook ons vandaag wil meegeven.

Overweging

“Voorwaar Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan.”

Wat Jezus ons vandaag zegt, ons meegeeft om over na te denken, is niet mis. Het komt hier op neer: alles wat je hebt gedaan voor mensen die het moeilijk hadden, mensen die honger hadden, mensen die geen dak boven hun hoofden hadden, vluchtelingen, alles wat je voor die mensen hebt gedaan, dat heb je voor Mij gedaan.

Het gaat er dus niet om wat je voor jezelf hebt gepresteerd, of wat je hebt gedaan voor je baas, het gaat er zelfs niet om wat je voor God hebt gedaan, nee, het gaat er om wat je hebt gedaan voor de mensen die het slecht hebben.

Of zoals het zo mooi in het heilig Evangelie staat: Al wat gij gedaan hebt voor deze geringsten van mijn broeders, hebt gij voor mij gedaan.

 

Als je dat kunt doen, een ander helpen, zonder er zelf beter van te worden, dan werk je aan een betere, nieuwe wereld.

Toch vragen vele mensen zich af: waarom moeten wij eigenlijk werken aan een betere, nieuwe, wereld? We hebben toch een fijn leven en hebben wij niet alles wat ons hartje begeert?

Ach nee denk ik dan, als ik me betrap op de gedacht dat we nog wel meer kunnen gebruiken.

Het is ook verleidelijk en misschien wel logisch om in de Sinterklaastijd een lijstje met verlangens in je schoen te stoppen. Een verlanglijstje met leuke en misschien wel leerzame dingen. Een spannende tijd, zeker voor kinderen, van krijg ik het wel of krijg ik het niet?

Maar vandaag worden we er door Jezus aan herinnerd dat we ook moeten werken aan betere nieuwe wereld, dat we gericht moeten zijn op die andere mens die het moeilijk heeft.

Niet helpen om er zelf beter van te worden, maar helpen om de hongerigen eten te geven, om vreemdelingen, vluchtelingen in je straat, stad of dorp te laten wonen om zieken te bezoeken. Als je dat kunt en doet, dan zit je aan de rechterhand van God, bij de rechtvaardigen.

Het lijkt zo gewoon, om zo te doen als in het Evangelie staat, om bij de rechtvaardigen te horen. Maar wat is het soms moeilijk om spontaan je handen uit de mouwen te steken, als je gevraagd wordt ergens aan mee te helpen. Wat is het soms toch moeilijk om gewoon even je mond te houden en met aandacht naar een ander te luisteren.

Toch zijn het die dingen, die belangrijk zijn in ons geloof, ons christendom.

Dingen doen die je dagelijks tegenkomt waarbij je de neiging hebt de andere kant op te kijken, maar uiteindelijk toch je hart volgt en wel de hulp verleent.

En je hoeft er echt niet mee in de krant te komen als zijnde spectaculaire prestaties die opvallen.

Lieve mensen, het gaat er om, dat we gewone dingen doen voor andere mensen die niet in staat zijn om … vult u het maar in. Jezelf afstemmen op de kwetsbaarheid van je medemens. Je laten leiden door het verdriet en de onmacht van die ander. Je ogen openen voor de mens die we tegenkomen. Dat is werken aan een nieuwe wereld. Mensen die dat kunnen en doen, noemt God de rechtvaardigen.

Feest van Christus Koning. We kunnen het op geen andere manier over het koningschap van Jezus hebben dan door te spreken over de omgang met elkaar, in het licht van de teksten die we vandaag gelezen hebben. We kennen allemaal de belofte van het Koninkrijk. We bidden dagelijks: uw koninkrijk kome … Het is een belofte, een gave maar ook een dagelijkse opgave.

De troostrijke woorden uit het boek van de profeet Ezechiël kunnen alleen dan waarheid worden, wanneer wij er ook zelf mee aan de slag gaan, wanneer wij zelf die mantel om elkaar heenslaan, de naakten kleden en behoeden voor de macht van het kwaad, voor de hardheid van deze wereld.

Het koningschap van Jezus Christus bestaat niet uit pracht en praal, uit roem en zucht naar macht, maar juist uit het versterken van het zwakke, uit het bieden van steun en uitzicht, zoals de voedselbank die aankomende week weer van start gaat.

Al wat gij doet voor de minste van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan.

Laten we elkaar toewensen, dat we op weg mogen blijven gaan, elkaar vasthoudend in het vertrouwen, dat dat Koninkrijk van God er mag komen, ook in onze dagen. Amen.