Preek op 26-05-2022, Hemelvaart van de Heer, jaar C, diaken Eelke Ligthart

Preek op 26-05-2022, Hemelvaart van de Heer, jaar C, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Allemaal van harte welkom. Vandaag vieren we het Hoogfeest van Hemelvaart. De lezingen van Hemelvaartsdag besteden relatief weinig woorden aan het ten hemel varen van Jezus zelf. In de 1e lezing uit de Handelingen en in het Evangelie van Marcus wordt er een zin aan geweid.

Daarmee lijkt te worden aangegeven dat niet de gebeurtenis zelf, maar de gevolgen ervan onze aandacht verdienen.

In de afgelopen veertig dagen heeft Jezus de apostelen de ogen geopend en ze toegankelijk gemaakt om uit te kunnen trekken en het woord van God te verkondigen. Om aan ons te vertellen hoe we op het spoor van God kunnen komen en er enthousiast van kunnen worden en blijven. Om het verhaal ook in onze tijd verder te brengen dichtbij en veraf. De H. Geest, de helper, wordt ons beloofd, zodat we ons niet verlaten hoeven te voelen.

Preek

Dierbare medegelovigen, als je iemand moet missen door de dood, is dat heel ingrijpend. Het afscheid zet je leven op z’n kop. Alles wordt anders. Alle plannen die je hebt, vallen weg, de verwachtingen die je had, worden afgestopt. De stoel blijft leeg, het bed onbeslapen. Niet meer samen optrekken, geen groet als je thuiskomt.

Je idealen lijken te verwaaien in de wind, hoe kun je die nog terug krijgen?

Het lijkt zo’n beetje de sfeer, waarin ook de apostelen, de leerlingen van Jezus zijn terecht gekomen. Hij die hun, vrienden, noemde, is weggevallen. Hij was nog jong en in de kracht van zijn leven. Hij is weg en het wordt nooit meer wat het is geweest. Zo denken ze.

Zo zitten ze ontredderd bij elkaar. Wat moeten ze samen nog? En wat kunnen ze? Het koninkrijk waarover ze zoveel hebben gehoord en gesproken is verder weg dan ooit. De dood van de drijvende kracht Jezus, zijn dood lijkt de grote spelbreker.

Natuurlijk is niet alles weg. Ze vertellen elkaar over hem. Wat ze met hem hebben beleefd en meegemaakt. Zijn aandacht voor mensen in de knel. Over de man die opstaat uit zijn verlamming, de vrouw die weer meetelt, de blinde die het weer ziet zitten, de melaatsen die, na de ontmoeting met Jezus, uit hun eenzaamheid worden verlost. Die apostelen denken aan de hongerigen die werden gevoed en dat er nog manden vol over bleven. Het zijn mooie herinneringen die ze proberen vast te houden. Hun leven zal daardoor anders worden. De vrouwen bij het graf hebben Jezus na zijn begrafenis nog gezien. Het was anders, maar Hij was het wel, zelfs heel dichtbij. Het was een troost voor de achterblijvers. Velen hebben Hem gezien en gesproken. Zelfs de Emmaus gangers, die al terug gingen naar hun voormalige werk, herkenden Hem in het breken van het brood, want hij wilde gast zijn in hun huis. Of was Jezus gastheer toen Hij het brood brak met de woorden dit is mijn lichaam?

Ze kregen de opdracht om aan iedereen te vertellen dat Hij leefde. Het eerste besef van dat het nooit meer zou worden als voorheen, draaide om in het besef dat de toekomst open lag en anders zou worden.

Als Jezus de apostelen toespreekt na zijn verrijzenis, beseffen ze dat ze van de dromen uit het verleden niet kunnen leven. Ze kunnen beter naar de toekomst kijken en proberen de idealen van Jezus , van God waar te maken.

“Ik zal jullie toerusten met de H. Geest, die jullie sterk zal maken”. De H. Geest geeft hen de kracht om van Jezus te getuigen, de mensen te vertellen wat God gedaan heeft in Jezus. Niet alleen in Jeruzalem maar ook in het land van de ongelovigen. Het zal daardoor anders worden.

Dat is de zending voor de apostelen, dat is hun toekomst.

Hoe echt die boodschap is, moet zichtbaar worden in het enthousiasme waarmee je de verhalen blijft vertellen, in de manier waarop je doet wat Jezus deed. Het leven anders maken in de troost voor zieken, anders voor de mens aan de rand van de samenleving en meer betrekken bij de gelovige gemeenschap.

Er is moed voor nodig om de boodschap zichtbaar te maken om van Hem te getuigen in de tegenwoordige samenleving, die denkt het zonder God te kunnen doen en de Blijde boodschap niet graag hoort of er geen tijd voor wil maken.

De dood zet ons leven op zijn kop, ook bij de vrienden van Jezus. Tegelijk mogen we ook geloven dat het ons leven niet hopeloos maakt. Natuurlijk de doden verdwijnen achter de wolken en vinden hun plaats bij God. Wij die achterblijven hebben vaak moeite om het leven en de opdracht van het leven weer op te pakken, om het goede nieuws te vertellen. Open te staan voor het goede nieuws. Gemakkelijk is dat niet. Velen verkondigen en beweren dat er werkelijk geen God bestaat. Waarom zou je je zorgen maken, geniet toch van het leven.

Daar sta je dan, op zo’n verjaardagsfeestje met beide benen op de grond. Inderdaad, een God die angstig maakt bestaat niet. Een God die we niet zichtbaar maken in onze wereld bestaat ook niet. Een God die ons weerhoudt om van het leven te genieten, bestaat ook niet. We verkondigen immers niet een God van angst of van oorlogsgeweld.

Lieve mensen, wij mogen genieten van het leven omdat er een God bestaat, onze God. Daarom hoeven we ons geen zorgen te maken. Ook al is Hij achter de wolken verdwenen, Hij is hier, hij is er nu. Hij gaat met ons mee in goede en slechte dagen, met zijn troost en bemoediging. Over tien dagen stuurt Hij ons de H. Geest. Laten we enthousiast blijven over de komst van de H. Geest. Amen.