Preek op 25-12-2022, Eerste Kerstdag, jaar A, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Broeders en zusters, hier aanwezig én de mensen, die via de livestream met ons meevieren, welkom op deze Eerste Kerstdag. We vieren groot feest, want er is een Kind geboren, het Kind van God zelf. God is niet ver weg, maar midden onder ons. We kunnen Hem aanwijzen: Kijk, Die daar, in de kribbe, dat hulpeloze Kind, dat is God, onze Broeder.
Ik hoorde laatste op een radiozender één van de presentatoren, zelf een kersverse vader, spreken over de ‘magie’ van de eerste weken. Hij was nu veel vaker thuis dan anders.
Wel, hier is véél meer dan magie, hier is iets bovennatuurlijks. Uit de hemel is iemand neergedaald op aarde. Hemel en aarde zijn nog nooit zo sterk met elkaar verbonden geweest. Als we goed kijken, zien wij een stukje van de hemel op de aarde.
Moge deze heilige Kerst-Mis ons helpen om net als alle aanwezigen in en rondom de stal de vrede en de vreugde te vinden, die God ons in het leven van alle dag, een leven met licht en duisternis, wil geven.
Openingsgebed
Laat ons bidden. God, op wonderbare wijze hebt Gij de mens geschapen en op nog wonderlijker wijze in zijn waardigheid hersteld. Wij bidden U: neem ons op in het goddelijke leven van Hem, die ons menszijn heeft willen delen: Jezus Christus, onze Heer. Die met U leeft en heerst … Amen.
KinderWoordDienst
Preek
Beste medegelovigen, in en bij de stal zijn verschillende dieren en mensen en engelen. Bij wie van hen voelen wij ons thuis?
De eerste is de os. Misschien dat sommige jonge mensen sterk zijn als een os. Ze kunnen hard studeren of werken of allebei. Ze kunnen de hele wereld aan. Maar ja, er zijn ook jonge mensen, die ziek zijn. Sommigen hebben aan de coronatijd blijvend iets overgehouden en kunnen nauwelijks meer werken met alle gevolgen van dien. En ook de ouderen – waartoe ik langzaam aan ook ga behoren – hebben hun beste jaren achter zich liggen. Maar als wij net als die os bij Jezus en zijn ideeën blijven, en doen wat we kunnen doen, dan kunnen wij ook van deze crisistijd iets moois maken, én … het beste, het eeuwig leven, moet nog komen. De ster van Jezus wil ook ons bestaan verlichten. Zien wij zijn licht schijnen op ons levenspad.
In de stal komt ook de ezel van Jozef en Maria. Sommige mensen denken, dat hij niet zo slim is. Als iemand een keer iets doms doet, zeggen ze: “Wat ben jij een ezel.” En als dat vaker gebeurt, en we staan niet zo sterk in onze schoenen, kunnen we onszelf minderwaardig gaan voelen. Maar we kennen ook het gezegde: “Een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen” Wij, mensen, maken soms keer op keer dezelfde fout, dat we alwéér ongeduldig zijn tegenover iemand, maar een ezel maakt niet twee keer een fout.
Het bijzondere aan deze ezel is dat hij dicht bij Maria mag zijn; Maria draagt het Kindje, zo draagt de ezel Maria … én het Kindje. Hopelijk vinden wij het mooi om net als de ezel dicht bij Maria te zijn door … over haar te lezen, tot haar te bidden. In haar ogen en volgens haar Zoon is niemand minder waard. Bij Jezus en in deze kerkfamilie mag je er zijn met al je sterke en zwakke kanten.
De herders zijn er. Eenvoudige, arme, harde werkers, maar sommige mensen kijken op hen neer. Zijzelf hebben echter zo’n open hart – voor God en voor mensen – dat zij als eersten het goede nieuws van de geboorte te horen krijgen: dat er eindelijk betere tijden gaan aanbreken met behulp van de Goede Herder. Die betere tijden komen echter niet vanzelf. Zij moeten niet klagend in zak en as neerzitten, maar meewerken. Zij mogen – met Maria en Jozef – als eersten het Kindje aanbidden. Zij mogen cadeautjes geven, heel eenvoudig – wat warme doekjes, wat brood en vlees – maar Jozef en Maria zijn er blij mee. En de herders voelen een blijdschap en vrede als nooit tevoren.
Ook de meest eenvoudige mensen – van wie sommigen misschien nog steeds te lijden hebben onder de toeslagenaffaire, en nu ook nog eens de energiecrisis – kunnen en mogen meewerken; ook zij zijn groot in de ogen van God. De ster van Jezus wil ook het bestaan van alle eenvoudige mensen in Oekraïne verlichten. Ik hoop, dat zij Jezus’ licht zien schijnen op hun levenspad.
Ook Jozef is er, een hardwerkende jonge timmerman. Hij wilde aanvankelijk een eigen gezin stichten, kinderen krijgen, en hij trof het mooiste en liefste meisje van het dorp. Maar God gaf een onverwachte wending aan zijn plannen: wél Maria, máár … pleegvader worden van Gods Zoon. Jozef had er wel vragen bij. In een droom verklaarde de engel, dat het Kind niet van een vreemde was, maar van God zelf, van de heilige Geest.
Jozef mag Gods eigen Kind opvoeden, leren lopen en praten, leren werken als timmerman, hij mag met hem spelen, hem beschermen wanneer ze naar Egypte vluchten. Hij mag elke dag bij dit meest bijzondere Kind zijn.
Misschien willen wij als Jozef zijn: hard en eerlijk werken – naar vermogen – én bij Gods Kind zijn, zijn glimlach zien. Wanneer we naar zijn woorden uit de Bijbel luisteren en Hem in de heilige Communie ontvangen, mogen wij zijn vrede in ons voelen overstromen en daardoor gelukkig zijn, tevreden met weinig. Maar als het in je huis maar 16 graden is – of nog minder – dan heb je wel erg weinig!
Laten we niet Maria vergeten, de Moeder. Velen van ons zijn moeder, hebben kinderen. Ieder kind is bijzonder, is welkom, maar Jezus is het meest bijzondere Kind. Het is een hele eer om daar Moeder van te zijn. Een grote verantwoordelijkheid ook, een opdracht vol uitdagingen. Want het Kind zal later alle mensen moeten verlossen uit het kwaad. Maar vóór het zover kwam, mocht Maria het Kind van God kleden, voeden en wassen, opvoeden. Ze mocht het aan haar Hart dragen.
Als een-na-laatste persoon in de stal het Kind zelf: Kind van God, ja, God zelf, gelijk aan zijn Vader. Wij zijn ook kinderen van God. Door het doopsel is Gods heilige Geest over ons gekomen, zijn ook wij zonen en dochters van God geworden. Wij zijn van koninklijke bloede, koningskinderen, wij allemaal zijn heel voornaam.
Het is dé kracht van ons leven als wij allemaal willen zijn als Jezus. Maar bedenken wij: Hij was er allereerst voor de eer van God, dan voor het welzijn van de mensen, Hij zette zichzelf altijd op de laatste plaats. Deze manier van leven bewerkte, dat miljoenen, ja, miljarden mensen enthousiast werden en Hem willen volgen. Als er Één is, die voor de Nobelprijs voor de vrede in aanmerking zou komen, dan is Hij het wel: de Vredevorst.
Zien wij zijn levensweg: van kribbe naar kruis naar verrijzenis. Zo is de levensweg van iemand, die christen wil zijn. Christus’ licht, zijn ster, begeleidt ons op die weg.
Wie hebben we nog niet gehad? De drie koningen: rijke, wijze en voorname mensen. Ze maken soms verre reizen, zien nog eens wat van de wereld, waren gewend in belangrijke kringen te verkeren, máár … ze zien ook het grote in het kleine, ze zien God zelf in een baby, ze knielen om te aanbidden, geven kostbare geschenken met een betekenis, en als ze teruggaan naar hun land worden ze door een engel geleid. Op de heenweg werden ze al door een ster geleid, zo kwamen ze steeds veilig op hun plaats van bestemming, en vertelden overal het nieuws: de Redder is geboren!
Tenslotte is er ook een engel en zelfs een heel engelenkoor, vlak bij de stal, lichtende wezens, ook met goed nieuws; zij brengen licht in het donkere bestaan van de herders, zijn nu even op aarde, maar normaal al bij God in de hemel, volmaakt gelukkig.
Willen wij voor anderen zijn als een engel? Willen wij hun hemelse bescherming ervaren? Vragen wij dan onze eigen engelbewaarder minstens één keer per dag om hulp. DE engelen zijn niet alleen met Kerstmis bij ons, maar altijd. Wij zijn hier met evenveel engelen als met mensen.
Bij wie wij ons ook het meeste thuis voelen, … God wil ons zijn vrede geven, zijn licht over ons laten schijnen. Wij horen bij Hem, wij horen bij elkaar; rondom de kribbe is het één grote familie. Ook wij zijn Gods familie, familie van elkaar; laten we elkaar door dik en dun steunen.
Als ik jullie vandaag, mede namens onze diaken Eelke Ligthart, en de overige leden van het pastorale team en mede namens ons parochiebestuur, een Zalig Kerstfeest toewens, dan spreek ik de hoop uit, dat jullie in vrede en met vertrouwen kunnen voortgaan op jullie levensweg. Kijk tijdens het gaan van die weg wel af en toe omhoog naar God in de hemel, of kijk in je hart, kijk in de kerk. Dan zie je de ster, je leidsman ten leven. Het is een weg door deze wereld heen naar God toe, maar ook een weg aan de hand van God. We zijn nooit alleen. We hebben God, we hebben elkaar. Zalig Kerstfeest! Amen.