Preek op 22-01-2023, 3e zondag door het jaar A, pastoor Ignas Tilma

Preek op 22-01-2023, 3e zondag door het jaar A, pastoor Ignas Tilma

Openingswoord

Beste mensen, we lezen deze zondag over het begin van Jezus’ openbare optreden, het begin van zijn tijd van onderricht in Galilea. In de lezingen klinkt de klank van Kerstmis nog een beetje door. De geboorte van Jezus was omgeven van het licht van engelen en een ster. We horen vandaag hoe dat licht de mensen bereikt, doordat Jezus zich vestigt in Galilea. De verkondiging van Jezus brengt bekering teweeg: het brengt genezing en bouwt een broederband op.

Vanuit het besef dat ook wij die bekering nodig hebben, steeds weer moeten leren om vanuit God te leven, belijden wij onze schuld om de Eucharistie goed te kunnen vieren.

Preek

Broeders en zusters, zon en vette vis, dat is het advies wat mensen krijgen om aan voldoende vitamine D te komen. En omdat er in de winter weinig zon is, hebben sommige mensen in deze maanden last van een tekort aan vitamine D. Het wordt weleens in verband gebracht met de winterdip. Ik hoop niet dat u er al te veel last van heeft. En anders hoop ik dat deze zondagsviering u weer even een boost geeft, dat de samenkomst rond de Heer u goed doet.

Het is Jezus er immers om te doen dat ons leven gezond wordt. Het evangelie van vandaag eindigt daarmee. In de synagogen van Galilea brengt Jezus genezing. Waar de geloofsgemeenschap bij elkaar is, ook hier vandaag, wil Hij herstellen wat gewond en verzwakt is. Jezus benoemt het later in het evangelie zelf: ‘Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. (…) Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’

Die missie van Jezus blijkt ook uit zijn keuze om in Kafarnaüm te gaan wonen, aan de oevers van het meer van Galilea. De noordelijke streek van Israël had geen goede naam, al sinds dat gedeelte van het beloofde land onder de voet was gelopen door Assyriërs. De evangelist Mattheüs lijkt zich daarvan bewust te zijn. Hij verbindt de plek waar Jezus gaat wonen aan een profetie van Jesaja. Daarin klinkt door dat Jezus is gaan wonen onder een bevolking die wel een vitamine-boost kan gebruiken.

Jesaja noemt het een duister land, een volk waar een schaduw over ligt. Hij heeft het natuurlijk niet over de winterdip, maar beschrijft in zijn tijd een samenleving én het volk van God zelf, waarin de samenhang mist. De schaduw die dat met zich meebrengt kennen we ook uit onze tijd. Zonder het houvast van een kerkgemeenschap, verdwijnen waarden gemakkelijk naar de achtergrond, verschijnt het ene na het andere rapport over eenzaamheid en trekken mensen zich terug in de bubbel van hun eigen bestaan. Het verband, de samenhang mist. Jezus is gekomen om die schaduw weg te nemen en nieuw leven te schenken. Daarvoor is bekering nodig, een andere manier van denken, leven vanuit Gods Woord. Jezus is het licht dat over ons leven straalt en Gods Koninkrijk aan ons openbaart. De dodelijke gedachte dat je het in je eentje moet zien te redden, wordt genezen door het licht van Jezus’ onderricht.

Zonlicht en vette vis. Het lijkt wel alsof Mattheüs dat doktersadvies in z’n achterhoofd heeft, wanneer hij het begin van Jezus’ verkondiging beschrijft. Het eerste effect is namelijk dat vissers alles achterlaten om Jezus te volgen: hun netten, boten, ja zelfs hun vader. Zij worden geroepen om vissers van mensen te worden. Duidelijk een moment van bekering.

Opvallend is dat Jezus tweemaal twee broers roept. Daarmee laat Hij van meet af aan zien dat Hij verbroedering onder ons tot stand wil brengen. Geloven is geen eenmanszaak, maar brengt een familieband tot stand die z’n kracht vindt in God: ‘Mijn vader, moeder, broer en zus, is diegene die de wil van de Vader doet.’ – Herkent u dat? Misschien heeft u binnen de parochie mensen leren kennen, die u anders nooit had ontmoet; mensen bij wie u zich nu thuis voelt. In Jezus’ naam leren we elkaar aanvaarden als broeders en zusters. En als leerlingen van Jezus groeien we naar elkaar toe, omdat we leren leven vanuit dezelfde Geest.

Tenminste, dat is de bedoeling. Al onder de eerste christenen merkten ze dat daarvoor wel steeds de verkondiging van Jezus centraal moest staan. Anders ontstaan er allerlei clubjes die zichzelf belangrijker gaan vinden dan anderen. Dat is zonde en als een kerkgemeenschap zo verdeeld is, verliest die z’n samenhang. Paulus zag dat gebeuren in de kerkgemeenschap van de stad Korinthe en drukt hen op het hart om de eenheid te herstellen.

Jezus geeft ons de roeping om als broeders en zusters te leven. Die broederschap in Christus mag voor ons een bron van geluk zijn. Het maakt ons leven gezond, omdat het beantwoordt aan ons diepe verlangen om gezien te worden, het verlangen naar veiligheid en vrede. Die gezondheid kunnen vitamines je niet geven. Maar waar we Jezus volgen in broederlijke eensgezindheid, waar we bereid zijn ons te bekeren en als leerlingen te luisteren naar zijn verkondiging, zal de kerk een plaats van vrede zijn; om vervolgens allerlei mensen op te vissen die evengoed verlangen naar een gezonde manier van leven.

Het begin van Jezus’ verkondiging in Galilea zet de toon voor wat volgt. Zijn verkondiging zet ons op de weg van broederlijke eenheid. Als zon en vette vis, schenkt Hij ons de geestelijke vitamines die nodig zijn voor genezing en een gezond leven. Dat zijn de vitamines die onze wereld nodig heeft, die wij als kerk in ons mogen dragen en aan de wereld mogen aanbieden. Onder het stralende licht van Christus, de zon van ons bestaan.

Amen.