Preek op 21-08-2022, 21e zondag door het jaar C, pastoor Frank Domen

Preek op 21-08-2022, 21e zondag door het jaar C, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, allemaal welkom.

Als wij de eerste lezing van vandaag mogen geloven – en waarom zouden wij dat niet – dan zal er ooit een tijd aanbreken, dat de mensen massaal van alle kanten van de wereld zullen toetreden tot de Kerk, tot het ene volk van God. Een heerlijke belofte.

De tweede lezing spreekt over de tijd dat de mensen eenmaal tot de Kerk zijn toegetreden en kinderen van God zijn geworden. Maar in hun persoonlijke levenswandel, in woord en gedachte, in doen en laten, zullen zij nog meer aan de Zoon van God gelijkvormig moeten worden. En een stukje lijden, tegenslag e.d., lijkt volgens die tweede lezing daarbij te kunnen helpen, want ook de Zoon van God heeft met veel liefde en overgave geleden.

Het evangelie van vandaag is deels een beetje streng. Mensen moeten hun best doen om als christen te leven. Want ons is een grote genade geschonken en wij zullen haar goed moeten gebruiken. Als we bijvoorbeeld iemand hebben beloofd om met een of andere klus te komen helpen, en we doen het uiteindelijk niet, dan zijn mensen teleurgesteld. We weten zelf ook wat het is om door mensen in de steek gelaten te worden. We willen elkaar en ook God niet teleurstellen.

Laten wij goed zien wat wij hebben gekregen: een leven als kinderen van God en die prachtige belofte van eeuwig leven, eeuwig geluk. En iedere keer dat wij bidden, de heilige Eucharistie vieren, krijgen wij de kracht om te leven zoals het behoort.

Danken wij God voor al het goede, dat wij tot nu toe hebben mogen ontvangen en zelf hebben mogen doen. En vragen wij, dat wij mogen volhouden, dat onze liefde voor God en de naaste steeds meer mag groeien.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Heer God, tot iedereen richt Gij uw blijde boodschap, en alle mensen wilt Gij verzamelen tot uw ene volk. Wij bidden U: breek onze weerspannigheid; ban de ongerechtigheid uit ons leven, zodat Gij ons als uw uitverkorenen kunt toelaten in uw koninkrijk. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Preek

Aan het kruis heeft Jezus een opening gemaakt in de muur van de dood

Wij, mensen, vragen ons van alles af. Zullen jonge mensen ooit weer gemakkelijk een huis kunnen kopen? Wanneer zal er weer vrede komen tussen Rusland en Oekraïne? Zullen de prijzen van de levensmiddelen door de inflatie en de aanhoudende droogte nog hoger worden?

Er zijn misschien maar weinig mensen, die zich afvragen of zij wel in de hemel zullen komen!? In het evangelie is er iemand, die vraagt: “Heer, zijn het er weinig die gered worden?” Een teleurstellende vraag, want zij kwam voort uit nieuwsgierigheid en niet uit het verlangen om zelf in het eeuwig leven te komen, het verlangen om anderen uit te nodigen mee te gaan op de weg naar de hemel.

Jezus wijst dan ook alleen maar op wat werkelijk van belang is: “Spant u tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen, want velen zullen proberen binnen te komen en daar niet in slagen.”

Spant u tot het uiterste in. Dit kan ons doen denken aan de sportwereld. Vandaag misschien bijzonder aan de Spaanse wielerwedstrijd ‘De Vuelta’, die in Nederland is begonnen, en de ‘Tour de Waard’ in ons eigen Heerhugowaard. Wielrenners en andere atleten moeten zich van alles ontzeggen: niet roken en drinken, en vele uren per dag trainen, tot vervelens toe, maar zij hebben het er voor over, want zij weten: er is maar één gouden medaille.

Jezus wil, dat ook wij ons best doen. Het feit, dat wij een mens zijn, geeft ons niet automatisch recht op een plaatsje in de hemel. Dat was wat sommige joodse leiders dachten: wij zijn kinderen van Abraham, dus zal het met ons wel goedkomen. Nee, wij moeten tijdens ons leven op aarde de belangen van God én die van onze naasten hebben behartigd. En dan mogen wij erop vertrouwen, dat wij door die nauwe poort binnen zullen komen.

Dat die poort ‘nauw’ wordt genoemd is omdat het doen van het goede soms moeilijker dan het kwade. Wij moeten met beleid door die poort gaan.

Christus gaat verder. Er is die nauwe deur, die openstaat. Er komt echter een uur, dat zij wordt gesloten! God kan lang wachten, maar op gegeven moment hebben mensen tijdens hun leven duizenden en duizenden kansen gehad om het goede te doen en dan gaat de deur dicht.

Voor wie dan nog buitenstaan, helpt kloppen niet meer. Goede relaties helpen niet meer. De mensen in het evangelie roepen: “Heer, doe open, U kent ons toch. Wij hebben met U gegeten en gedronken.” Maar de deur zal op slot blijven. Want ondanks alle kansen hebben die mensen ervoor gekozen om niet het goede te doen.

Broeders en zusters, het is noodzakelijk, dat wij de Tien Geboden onderhouden. Dat wij ons vergissen, kan altijd gebeuren, maar gelukkig mogen wij altijd oprecht vergeving vragen.

Maar eigenlijk wil God iets meer dan het onderhouden van de Geboden: dat wij met Hem omgaan als met een echte vriend! Dat Hij voor ons niet is als onze huisarts of een winkelier naar wie wij enkel toegaan als wij iets nodig hebben. Nee, aan een goede vriend vertrouwen wij alles toe, met hem bespreken wij alles, van hem mogen wij alles verwachten.

Een tijdje geleden zag ik een affiche met foto’s en bijpassende teksten. Het begon met de foto van een spelend kind waaronder de tekst stond “veels te jong om aan God te denken”. Een foto van een jongeman op zijn motorfiets met de tekst: “veels te zelfverzekerd om aan God te denken.” Een foto van een bruidspaar: “veels te gelukkig om aan God te denken.” Een man achter zijn bureau: “veels te druk om aan God te denken.” Een moeder: “veels te moe om aan God te denken.” En de laatste foto was die van een grafmonument. En daaronder stond: “te laat om aan God te denken.”

Beste mensen, het is vandaag een ernstig evangelie. Eigenlijk niet echt een Blijde Boodschap, althans voor de mensen, die hun christelijke roeping niet serieus nemen.

Maar toch eindigt het evangelie blij. Want van de mensen van goede wil wordt gezegd: “Zij zullen komen uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden, en zij zullen aanzitten in het koninkrijk Gods.” En in een andere evangeliepassage zegt Jezus zelfs onomwonden dat de poorten van de hel, die van de hemel niet zullen overweldigen.

Broeders en zusters, wij hebben maar één leven op aarde. Alles wat wij hier verzamelen aan rijkdom moeten wij achterlaten. Onze liefde voor God en de naaste is het enige wat telt aan de andere kant van de dood.

Vragen wij, dat wij steeds meer overtuigd mogen raken van de werkelijkheid van het eeuwig leven; dat wij God en de naasten dienen, want hoe meer wij dat nu doen, hoe groter ons geluk bij God zal zijn. En … hoeveel meer vrede zou er niet in de wereld zijn als alle mensen wat meer dachten aan God en medemens. Stellen wij onszelf de vraag: hoe rijk wil ik zijn – geestelijk rijk – wanneer wij bij God aankomen, en handelen wij dan daarnaar.

Een aantal jaren geleden werd ergens in Engeland een schilderij onthuld. Hierop stond Jezus afgebeeld. Hij stond voor een huis en klopte op de deur. De mensen die het schilderij zagen, vonden het heel mooi.

Toen merkte een toeschouwer iets bijzonders op. Hij ging naar de kunstenaar, die het schilderij had gemaakt en zei: “Ik vind het een mooi schilderij, maar U bent iets vergeten. De deur waarop Jezus klopt heeft geen klink. Hoe kan Jezus dan naar binnen gaan?” De kunstenaar antwoordde: “Die deur is de deur van ons hart. Ze kan alleen van binnenuit opengemaakt worden!” Amen.