Preek op 18-12-2022, 4e zondag van de advent, pastoor Ignas Tilma

Preek op 18-12-2022, 4e zondag van de advent, pastoor Ignas Tilma

Openingswoord

Beste mensen, in deze viering van de vierde zondag van de Advent, horen we in de tweede lezing een stukje uit de brief aan de Romeinen. De apostel Paulus geeft daar als het ware een kleine samenvatting van ons christelijk geloof. Onderdeel daarvan is ook dat de komst van Jezus al door de profeten was aangekondigd. Bovendien is de geboorte van de zoon van God verankerd in de geschiedenis van het volk Israël. Jezus is namelijk niet alleen zoon van God, maar ook zoon van David, een koningszoon. In de eerste lezing en in het Evangelie speelt dat een rol. Ik zal in de preek verder ingaan op het verband én het contrast tussen koning Achaz en Jozef, de man van Maria.

Laten we ons nu eerst voorbereiden op het luisteren naar de Schrift en op de ontmoeting met de Heer in de Eucharistie. Bekeren we ons hart tot God, belijden wij onze zonden om de Eucharistie goed te kunnen vieren.

Preek

Inleiding: stilstaan bij de persoon van Jozef

De kerststal hier in de kerk is sinds het begin van de Advent gegroeid. Eerst stond er alleen de stal, maar naarmate de Advent vorderde, kwamen er steeds meer beelden bij. Een leuke manier om langzaam toe te groeien naar het feest van Kerstmis. Misschien doet u dit thuis ook zo, of gaat u komende week aan de slag om de kerststal van zolder te halen, de beelden uit te pakken en een mooie plek te geven in de kamer. Ik moet in ieder geval nog beginnen.

Vandaag is een mooie dag om het beeld van Jozef erbij te pakken. We hoorden hoe Mattheüs hem omschrijft als een rechtvaardig man en bovendien als een afstammeling van koning David, de grote koning uit de geschiedenis van Israël.

Het Evangelie dat we gelezen hebben geeft dus aanleiding om wat langer bij Jozef stil te staan. Dat wil ik zo dadelijk ook doen. Maar zijn verhaal wordt door Mattheüs gekoppeld aan de tekst van de eerste lezing. Daarin komt ook een afstammeling van koning David naar voren, koning Achaz. Om Jozef uit de verf te laten komen, is het zinvol om te zien hoe enorm het contrast is met deze koning Achaz.

Die andere Davidszoon: koning Achaz

Wie was koning Achaz? Sinds David was Jeruzalem de stad van de koning. En niet alleen van de koning, maar ook de stad van de tempel, die de zoon van David, Salomo, daar had gebouwd. De koningsstad was dus allereerst de stad van de eredienst, de stad waar men als pelgrim naartoe trok, de stad van de ontmoeting tussen God en zijn volk. Koning Achaz was de negende koning na koning David. We lezen in de Bijbel echter dat hij niet bepaald het voorbeeld van zijn voorvader navolgt. Achaz had totaal geen zorg voor de tempel, hij hield niet van de plek waar God aan zijn volk nabij was. Hij zocht liever andere plaatsen op om offers te brengen, aan goden die ook door de andere volkeren werden aanbeden. De God die Abraham geroepen had om uit zijn land weg te trekken en die David als herdersjongen had uitgekozen om koning te zijn, die God vond koning Achaz niet zo interessant. Hij zocht zijn houvast liever elders.

Het is iets van alle tijden: God biedt ons houvast aan, maar wij zoeken het vaak ergens anders. De kracht die God aanbiedt lijkt immers vaak op zwakte. En de weg die God ons wijst, vraagt van ons soms om andere keuzes te maken dan de mensen om ons heen. Toch laat God zich vinden. Het huis van gebed is de plaats waar God zijn volk zegen en bescherming aanbiedt. Ook hier, rond het altaar, mogen we God ontmoeten. Hier worden wijzelf opgebouwd tot een tempel waarin Gods Geest kan wonen; de Geest die ons inzicht geeft en kracht. Hij komt naar ons toe als ons houvast.

Koning Achaz legt het naast zich neer. Hij wil graag meedoen met de grote jongens, in plaats van op God te vertrouwen. Het deert hem niet dat hij daarbij plannen ontwikkelt die de tempel in Jeruzalem nog meer ontmantelen. En wat hij helemaal niet doorheeft, is dat hij zich totaal afhankelijk maakt van diezelfde grote jongens. Hij verliest zijn vrijheid, doordat voor de Heer geen ruimte meer is.

Het is op dat moment dat Jesaja met het visioen komt over de jonge vrouw, en het kind met de naam Immanuel. Begrijpt u waarom de Heer juist in die tijd met die boodschap komt? Ook besluit een koning de deuren van de tempel te sluiten, God laat weten dat Hij zich niet laat tegenhouden. God wil bij zijn volk zijn: Immanuël, God met ons. Dat is de belofte; de Heer zal nooit ophouden om daaraan te werken.

Hoe doet Jozef het?

Wanneer de evangelist Mattheüs zijn pen oppakt en begint te schrijven over de geboorte van Jezus, dan pakt hij deze profetie op. Jozef is immers, net als Achaz, een nakomeling van koning David. En ook Jozef denkt na over de manier waarop hij zijn leven op de rit houdt. Maar typerend is, dat een van de eerste dingen die we van hem horen, is dat hij droomt. Hij slaapt.

Nu weet ik niet wat u gewend bent, maar het is een oud gebruik om de dag af te sluiten met gebed. Ik denk dat veel van u dat ook doen. Er bestaan verschillende gebeden om de dag mee af te sluiten. Bijna al die teksten drukken het vertrouwen uit dat ons leven geborgen ligt in Gods hand. Bijvoorbeeld het gebed dat Jezus zelf ook bad, toen Hij aan het kruis hing: “In uw handen, Heer, beveel ik mijn geest.” Als we ons overgeven aan de slaap, geven we ons ook over aan Gods zorg.

Het is die levenshouding die we bij Jozef tegenkomen. Een slapen van vertrouwen op God, een slapen dat in de buurt komt van bidden, een slapen waarin Gods droom een plaats krijgt. Want in de slaap wordt Jozef aangesproken door de Heer, door de engel. En Jozef luistert en doet wat hem van Godswege wordt gezegd. En daardoor maakt hij ruimte voor de komst van Gods Zoon in de wereld. Jezus, de Immanuël: God met ons.

Jozef als ons voorbeeld

Wat een contrast: Achaz en Jozef. De één legt het woord van de profeet naast zich neer. De ander staat open voor wat God hem te zeggen heeft. De één wijst een teken van de Heer af, de ander maakt de komst van de Heer mogelijk. Achaz verliest langzaam maar zeker zijn vrijheid, terwijl Jozef meewerkt aan de komst van de Verlosser. Jezus die zijn volk zal bevrijden van hun zonden.

U moet van de week het beeldje van de heilige Jozef er maar bij pakken en nog maar eens stilstaan bij deze bescheiden man van koninklijken bloede. Met zijn voorbeeld mogen we toeleven naar het feest van Kerstmis. Door ook zelf ruimte te maken voor Gods aanwezigheid, door gehoor te geven aan wat God ons te zeggen heeft, door ons houvast te zoeken bij de Heer.

Niet de grote jongens zijn het die Gods Koninkrijk opbouwen, maar degenen die net als Jozef zorgdragen voor Gods volk. Jozef, afstammeling van David. Door hem komt dé zoon van David in ons midden en gaan wij op naar het Kerstfeest: feest van God met ons. Amen.