Preek op 17-09-2023, 24e zondag, jaar A, diaken Eelke Ligthart

Preek op 17-09-2023, 24e zondag, jaar A, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Allemaal van harte welkom, bij de viering van de H. Eucharistie op de 24e zondag door het jaar, ook de mensen die via life-stream met ons zijn verbonden.

Vandaag spreek het evangelie over de bereidheid van ons mensen om elkaar te vergeven. In de wereld van vandaag, lijkt dat een ideaal dat voor velen ver weg is. Landen, volken en vele mensen gunnen elkaar het licht niet in de ogen.

Ook in de 1e lezing van Jezus Sirach spreek hij over de houding van wraak en woede van mensen. Hij geeft aan dat een mens er wijs aan doet, terughoudend te zijn, in het besef van de eigen tekorten. Dat de mens uiteindelijk is aangewezen op Gods gerechtigheid. Wie leeft in ontzag voor God zal onze menselijke tekorten anders bezien en uit zijn op herstel, herstel in bescheidenheid, voorbij aan onze fouten van alle dag.

Ik wens ons allen een goede viering toe.

Preek

Dierbare medegelovigen, tegenwoordig hoor je vaker iets over huiselijk geweld. Huiselijk geweld tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen. Het lijkt schrikbarend toe te nemen.

Maar het evangelie van vandaag spreek over de bereidheid van ieder mens om de ander te vergeven.

Op de vraag van Petrus hoe vaak je een medemens moet vergeven als hij iets tegen jou misdoet, antwoordt Jezus: “Niet tot zeven keer toe, maar tot zeventig maal zeven toe”. Snel uitgerekend is dat dus 490 maal vergeven. Jezus herinnert zijn tijdgenoten aan een tekst uit het boek Genesis waar gesproken wordt over wraak. In de traditie van Israël is deze tekst de uitdrukking geworden voor grenzeloze wraakzucht.

Daartegenover een grenzeloze gezindheid om te vergeven. In de gelijkenis die we hoorden in het H. Evangelie werkt Jezus dat uit.

Iemand heeft een astronomisch bedrag aan schuld opgebouwd. Hij ziet geen mogelijkheid die hoge schuld af te lossen. De schuldeiser ziet zijn benauwdheid en scheldt hem de gehele schuld kwijt. De man in kwestie is de koning te rijk. een enorme last valt van zijn schouders.

Terwijl hij nog sprakeloos is van wat hem is overkomen, komt er een man bij hem, die hem een heel klein bedrag schuldig is. Ook deze man weet niet hoe hij zijn schuld moet aflossen. Hij rekent op barmhartigheid, maar het tegendeel gebeurt.

Hij wordt gevangen gezet totdat zijn schuld is afgelost. De man die een vermogen werd kwijtgescholden, had niet het lef die kleine man met een kleine schuld tegemoet te komen, net zo te helpen zoals hij met die grote schuld was geholpen.

Met deze gelijkenis wil Jezus ons leren dat wij niet moeten handelen van uit onze rechten, maar vanuit het welzijn van onze medemensen.

Als we onze samenleving dragelijk willen maken en houden om oplossingen te zoeken en te vinden voor iedereen, dan moet er in ons hart ruimte zijn voor vergeving en verzoening voor het kwijtschelden van schulden.

Maar dat is soms heel moeilijk. Je hebt er dus altijd twee partijen voor nodig.

Natuurlijk is er geen mens zonder fouten, zoals in de eerste lezing terecht werd opgemerkt. We zijn tenslotte allemaal maar mensen, die ook zijn aangewezen zijn op de welwillendheid van medemensen.

Bovendien: wie leeft in ontzag voor God, zal de menselijke tekorten anders bezien en uit zijn op herstel van relaties.

Gods medelijden met de mens, met ons , is grenzeloos. Van Hem wordt gezegd dat Hij barmhartig is en genadig, geduldig en groot in liefde. Steeds weer krijgen wij mensen een nieuwe kans op leven.

Toch kost het vaak veel tijd om toe te groeien naar vergeving. Excuses maken of verwachten, kost soms een grote stap naar een betere relatie, een grote stap naar vergeving.

Het staat dan vaak haaks op wat Jezus ons vandaag voorhoudt om eindeloos te vergeven. Hebben we vaak niet de neiging om fouten met de mantel der liefde te bedekken? Want liefde die het verdriet, dat de ene mens de ander aandoet, bedekt of ontkent, schiet haar doel voorbij.

Als er geen werkelijke en oprechte erkenning is van gemaakte fouten, kan er moeilijk over vergeving worden gesproken. Vergeving vraagt tijd.

Men zegt wel de tijd heelt alle wonden, maar de bereidheid tot een oprechte biecht is helend naar jezelf en naar God. Hij gaat met ons mee, alle dagen van ons leven. Amen.