Preek op 17-03-2024, 5e zondag van de Vasten, jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 17-03-2024, 5e zondag van de Vasten, jaar B, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, welkom op deze 5e zondag van de vasten.

In het openingsgebed van deze zondag staat de volgende zin: “God, als Gij U afkeert, zijn wij verloren.” Dat is zonder meer waar.

Maar waarom zou God zich van ons of van onze wereld afkeren? De enige reden, die ik kan bedenken is, dat mensen zich eerst van Hem hebben afgekeerd. Als mensen niet door de Heiland geholpen wíllen worden, kan Hij zijn aandacht misschien beter richten op mensen, die wél voor zijn liefde openstaan.

Wíj zijn hier gekomen, omdat wij beseffen God én elkaar nodig te hebben. Wij willen God danken voor zijn bijstand, die wij de afgelopen week weer mochten ervaren. Wij komen ook om zijn zegen te vragen voor de nieuwe week. Een week met nieuwe geschenken, nieuwe uitdagingen ook.

Bevelen wij ook de mensen, die zeggen niet in God te geloven of Hem niet nodig denken te hebben, bij Hem aan. Zijn wij net als Mozes een voorspreker voor onze medemensen.

Vragen wij vergeving voor de keren, dat wij ons toch even van Hem of van elkaar hebben afgewend.

Openingsgebed

Laat ons bidden. God, onze Vader, Schepper van alle leven, als Gij U afkeert, zijn wij verloren. Keer U tot ons en wek ons uit de dood tot het leven dat eeuwig duren zal. Door onze Heer Jezus Christus, uw … Amen.

KinderWoordDienst en TienerWoordDienst

Preek

De eerste lezing gaat over een nieuw verbond. Een verbond is – in dit geval – een afspraak tussen God en de mensen, zoals wij, mensen, onderling allerlei afspraken maken: een huwelijksverbond of een hypotheek of gewoon de organisatie van een feestje.

Nu had God in de loop der eeuwen al verschillende verbonden met de mensen gesloten, maar zij hielden er zich niet aan. Het begon met Adam en Eva. Zij werden in die prachtige tuin geplaatst, de hof van Eden. Als Adam en Eva zich aan de regels van God zouden houden, zouden zij voor altijd in die mooie wereld mogen blijven wonen. Maar we weten: de mensen waren niet tevreden en plukten de verboden vrucht, maar in plaats van dat zij het beter kregen, stortte hun wereld in elkaar. En na verloop van tijd was het zo slecht met de wereld gesteld, dat God in één grote zondvloed de wereld ten onder liet gaan.

Behalve Noach en zijn vrouw en kinderen. Met hen sloot God weer een nieuw verbond. En als handtekening onder deze afspraak gaf God zijn regenboog aan de hemel.

Noach en zijn nakomelingen deden het goed, maar na bepaalde tijd begonnen de mensen weer groot kwaad te doen. De trots van Adam en Eva bleek uit het verhaal van het plukken van die verboden vrucht. Zij meenden daardoor net als God te kunnen worden. Dat ook de mensen ná Noach op een verkeerde manier trots waren, zien wij in het verhaal van de toren van Babel. Zij wilden ook aan God gelijk zijn, rechter zijn over leven en dood, zelf bepalen wat goed is en wat kwaad. Zij bouwden een toren tot in de hemel. God stichtte daarop verwarring door de mensen meerdere talen te laten spreken en de bouw van de toren kwam stil te liggen. In Dubai staat een wolkenkrabber van 828 meter hoog. Is dat echt nodig? Of zijn dat soort gebouwen misschien ook een uiting van hoogmoed?

Of alles echt zo is gegaan als in de Bijbel staat is een belangrijke vraag voor nieuwsgierige mensen, maar voor ons geloof, voor onze kennis van Gods liefde voor ons, is het niet zo belangrijk.

Waar het om gaat is dat ook wijzelf het irritant vinden als mensen zich niet aan afspraken houden. Je spreekt af om met een groepje mensen zo laat ergens samen te komen om iets te doen en een aantal mensen komt – zonder iets te laten weten – gewoon niet opdagen.

Wat zou het in de wereld – en ook in de Kerk – beter gaan als iedereen zich aan de afspraken hield. Misschien als mensen eens wat meer het belang van hun eigen taak in Kerk en wereld zouden inzien, als zij daar zelf wat meer respect voor zouden hebben, dat het beter zou gaan. Respect kunnen mensen hebben voor zichzelf óók doordat wij hen dat geven. Eens wat vaker een blijk van waardering geven kan wonderen doen.

Wat houdt het nieuwe verbond in waarvan vandaag in de eerste lezing sprake is? God zou zijn wetten griffen in de harten van de mensen. Zijn Geest zou Hij in hen uitstorten. Wij hoeven maar te luisteren naar de stem van ons hart, heel eerlijk, dan weten wij welke afspraken er liggen.

Een belangrijke afspraak vinden wij in de tweede lezing: de gehoorzaamheid. Zelfs Jezus Christus – zo staat er in de Hebreeënbrief – heeft in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd. De mensen werkten niet altijd met Hem mee. De joodse kerkelijke overheid werkte Hem zelfs tegen. En dan toch doorgaan! Toch je opdracht proberen te vervullen. Gehoorzamen … is gehoor geven aan wat er wordt gevraagd.

Dat geldt ook voor ons. Al zitten de levensomstandigheden soms niet mee, wij gaan rustig door. Al doet iedereen het kwade, wíj doen het goede. Dat vraagt de stem van ons geweten.

Dat kan een groot offer zijn, veel moeite kosten. Maar is dat niet wat Christus bedoelt in het evangelie van vandaag als Hij zegt, dat wij bereid moeten zijn om als een graankorrel in de aarde te vallen en te sterven?

Het is zo’n duidelijk voorbeeld dat Christus geeft. Een graankorrel ligt eenzaam op een plekje in de donkere aarde. Ook wij hebben weleens het gevoel, dat wij in ons gevecht voor het goede alleen staan. Onze inzet wordt soms niet gewaardeerd.

Maar als wij niet in die donkere aarde gaan, als wij veilig blijven zitten, in het licht en de warmte, kan de graankorrel niet ontkiemen, geen vrucht dragen.

Wij leven in deze veertigdagentijd mee met Jezus Christus. Zijn lichamelijke lijden en zijn hartenpijn worden almaar groter. Maar na lijden en dood komt verlossing en nieuw, eeuwig leven. Na de donkerte van het graf komt het licht van de verrijzenis.

Het is voor ons, dat Hij dat alles heeft willen ondergaan. Zo eindigde het evangelie: “Wanneer Ik van de aarde zal zijn omhooggeheven zal Ik allen tot Mij trekken.” Aan het Kruis was Jezus’ aantrekkingskracht het grootst. Dat geldt ook voor ons: als wij het moeilijk hebben en dán bidden is ons gebed het meest vruchtbaar. Dat is een afspraak, die God met ons heeft: wees bereid te sterven als een graankorrel in de aarde, dan zul je veel vruchten dragen.

Lieve mensen, op Tweede Paasdag mag ik twee mensen dopen: een vrouw van 26 jaar en een meisje van 12 jaar. Er worden 21 april ook drie volwassenen gevormd door bisschop, Jan Hendriks. En zo zijn er wel meer jonge mensen, die – na een tijdje te zijn weggeweest – de draad van het geloofsleven weer hebben opgepakt. Allemaal goede vruchten van ons bidden en werken.

Tenslotte een verhaal van de wereldberoemde Italiaanse kunstenaar Leonardo da Vinci.

Er was eens een graankorrel, die na de oogst op het veld was blijven liggen. Een mier kwam voorbij, zag de korrel, bond die op haar rug en begon moeizaam de weg naar haar nest.

“Waarom sjouw je zo? Waarom leg je me niet neer?” vroeg de graankorrel. De mier hijgde: “Als ik je neerleg, heb ik deze winter geen eten.” “Maar ik ben niet gemaakt om zomaar opgegeten te worden,” zei de graankorrel, “Ik ben een zaadje, vol leven. Ik wil uitgroeien tot een plant! Mag ik je een voorstel doen? Als je me hier laat liggen, in plaats van me mee te slepen naar je nest, zal ik je honderd graankorrels geven.” “Honderd korrels in ruil voor één enkele? Dat is de moeite! Hoe gebeurt zo’n wonder?” vroeg de mier. “Maak een kuiltje in de grond, begraaf me erin, en kom over een jaar terug,” zei de graankorrel. Na een jaar keerde de mier terug. De graankorrel had woord gehouden. Amen.