Preek op 17-02-2021, Aswoensdag, pastoor Frank Domen

Preek op 17-02-2021, Aswoensdag, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, vandaag – Aswoensdag – begint de vastentijd. Het is een periode van zes weken, om precies te zijn veertig dagen, want de tussenliggende zondagen tellen niet mee.

Het is een bijzondere tijd van het jaar, maar dat wij vasten is eigenlijk niet bijzonder. Alle godsdiensten op de hele wereld hebben wel bepaalde vastentijden. Zo hebben de moslims hun vastentijd, de ramadan.

En als Jezus Christus in het evangelie van vandaag ons enkele richtlijnen meegeeft om goed te kunnen vasten, dan spreekt Hij over iets dat ook bij de Joden toen al eeuwen lang in gebruik was. Dat mensen vasten is dus al duizenden jaren oud.

Vragen wij God om hulp: dat het een goede vastentijd mag worden. Dat wij ons voordeel kunnen doen met deze bijzondere tijd van genade.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Heer, help ons deze tijd van christelijke dienst te beginnen met een heilig vasten, om in de strijd tegen de machten van het kwaad sterk te staan door de beoefening van de matigheid. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … .

Preek

In het evangelie zegt Jezus: “Wanneer gij vast … wanneer gij bidt … wanneer gij aalmoezen geeft …”. Dat zijn blijkbaar de drie dingen, die in deze veertigdagentijd van ons worden verwacht.

De tip, die Jezus Christus ons wil geven is dat het niet alleen om de uiterlijke handeling moet gaan. Zo van, als wij vasten en bidden en aalmoezen geven, dan zitten wij goed. Nee, het moet verder gaan dan de uiterlijke handeling.

Vasten is op de eerste plaats iets wat moet gebeuren in ons hart. Dat is misschien ook wat verdienstelijker, omdat niemand dat ziet, niemand… behalve God, die alles weet.

Jezus wil ons duidelijk maken, dat vasten ook iets – of beter gezegd alles – te maken heeft met onze Vader in de hemel, met onze broeders en zusters, die in nood verkeren.

Jezus roept ons ook op om te vasten met een blij gezicht. Wij moeten ons hoofd niet laten hangen. Wij moeten niet in zak en as gaan neerzitten, zodat iedereen medelijden met ons kan krijgen. Vasten is iets wat ons bevrijdt. Het maakt ons vrij voor de dienst aan God en de medemens.

De oude profeten zeiden het al: “Vasten is je brood delen met wie honger heeft, arme zwervers opnemen in je huis en naakten die je ziet kleden”.

Het vasten, beste medegelovigen, kan ons de juiste waarde van de dingen leren. Als wij iets weggeven, iemand helpen, en wij zien dan de vreugde en de dankbaarheid bij de ander, en wij ervaren dan ook de vreugde in ons eigen hart, dan zien wij, dat met elkaar delen belangrijker is dan bezit hebben, dat echte vreugde alleen zó te verkrijgen is: door jezelf te geven, liefst in het verborgene.

Wij leven in een maatschappij waarin veel mensen vooral aan zichzelf denken. En dat begint al heel vroeg. Er zijn kinderen, die al moeite hebben om iets weg te geven van hun overvloed. Op dat punt mogen wij allemaal ons in deze vastentijd bekeren.

Jezus Christus heeft het ook over bidden. Vasten zonder bidden is eigenlijk geen vasten. Christenen zijn toch mensen, die Jezus proberen na te doen en Jezus verbindt het vasten met het bidden tot de Vader. Als wij bidden kunnen wij vergeving krijgen, worden wij aangespoord en gesterkt om ons leven te veranderen. Als wij bidden opent God ons hart voor de nood van anderen. Wij openen ook zelf ons hart voor God. Als wij bidden vertrouwen wij onze zorgen en noden aan God toe. Als wij echt bidden zullen wij minder last hebben van angst en spanningen. Wij weten dan dat God voor ons zal zorgen.

Jezus heeft het over het geven van aalmoezen. Hij wil dat wij goed zijn zonder iets terug te verwachten, zonder te rekenen op een “Dank je wel”. De linkerhand hoeft niet te weten wat voor goeds de rechterhand doet. Een aalmoes geven, lieve mensen, is méér dan een paar geldstukjes weggeven. Het mag pijn doen. Je mag er zelf iets door missen. Aalmoezen geven is ook het weggeven van je kostbare tijd, leed met anderen delen, geduld hebben met anderen.

Als wij zo aanstonds het askruisje ontvangen, krijgen wij een grote opdracht mee: weer een beetje méér loskomen van onszelf en van de dingen van deze wereld, zodat wij meer vrij worden voor God en de mensen om ons heen. Inderdaad een grote opdracht. Maar weten wij, dat er honderden miljoenen mensen zijn over de hele wereld, die met ons meedoen. En de beloning voor een goede vastentijd is groot: echte vreugde, die blijft tot in eeuwigheid. Spannen wij ons daarvoor in, tot het uiterste.