Preek op 15-10-2023, 28e zondag, jaar A, diaken Eelke Ligthart

Preek op 15-10-2023, 28e zondag, jaar A, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Allemaal van harte welkom hier in de kerk en degenen die via life-stream met ons zijn verbonden, bij de viering van de H. Eucharistie op de 28e zondag door het jaar. Vandaag wordt er in de eerste lezing een feestmaal aangericht door de Heer van de hemelse machten. Hij heeft ons gered. Dat is de Heer op wie wij vertrouwden, zo schrijft Jesaja. In het evangelie lijkt het Rijk der hemelen op een koning die een bruiloftsmaal aanricht. Een bruiloft, een feest, maar velen hebben geen tijd. Mensen hebben ook nu vaak geen tijd om zich tot God te keren. Er lijkt niets veranderd te kunnen worden in de geschiedenis van mensen. Toch ervaren zij een God die er voor hen wil zijn en hen overvloedig voedt. Laten ook wij vertrouwen op God dat Hij ons wil voeden met zijn gaven en liefde.

KinderWoordDienst en TienerWoordDienst

Preek

Dierbare medegelovigen, Vandaag zou je kunnen zeggen dat het gaat over belofte, vertrouwen, feest en hoop. Woorden van troost en hoop voor de toekomst. Er zijn mensen die precies dat verwijten aan het christendom: dat het een Godsdienst is van troost. Het christendom zou een geloof zijn voor zwakke mensen, voor degenen die niet in staat zijn de harde realiteit onder ogen te zien. Inderdaad kan de realiteit hard zijn, en voor velen is het ook moeilijk om daar mee om te gaan.

Het lijden en het kwaad in de wereld maakt deel uit van ieder mensenleven. Waarom is er ziekte, ongeluk en verdriet, waarom loopt het leven uit op de dood. Wat moeten we met armoede en ongeluk.

Onze geschiedenis hier in West-Europa is er een van oorlogen, slavernij en pestepidemieën. Twee wereldoorlogen met miljoenen doden, concentratiekampen.

Vergeleken met andere landen hebben we het nu goed. Toch, als je het wereldnieuws volgt, worden we overspoeld met berichten over corruptie , honger, kindersterfte, vluchtelingen, ziekte. En dan gaat het niet alleen over Syrië en Irak. Sommigen overvalt daarbij een gevoel van machteloosheid. Is de boodschap van Jezus, waar we steeds van horen een soort droom over een rechtvaardige wereld? Welke boodschap hebben wij als gelovige mensen, en niet alleen de pastoor en ik, voor al die mensen die in een uitzichtloze situatie verkeren?

Ook Jesaja worstelt met dergelijke vragen. Zijn land, het koninkrijk Juda, wordt aan alle kanten bedreigd. Ook die mensen leefden in angst voor oorlog, bezetting, ballingschap. Ook Jesaja vraagt zich af waar het met de wereld naar toe gaat. Toch begint hij de eerste lezing met een verwijzing naar de Heer van de hemelse machten. Inderdaad de wereld is niet overgeleverd aan degenen die hier de macht hebben veroverd, aan degenen die zomaar een eigen staat stichten en op vreselijk wijze mensen onderdrukken en vermoorden. Wij horen en zien dat door een sluier zegt Jesaja. Wat goed en mooi is wordt steeds weer vernietigd. Maar de wereld komt uit Gods hand. Hij heeft het aan ons gegeven om elkaar gelukkig te maken, om een begin te maken van zijn koninkrijk.

Ook voor Jezus zelf leek het afgelopen te zijn, mislukt. Hij ging ten onder aan lijden en dood. Maar op de derde dag is Hij opgestaan. Hij leeft voor altijd. Jesaja spreekt niet over de verrijzenis. Zijn tekst is van ongeveer zeven eeuwen voor Christus, maar hij heeft het over “de dag van de Heer”. Volken zullen optrekken naar de Sion, de berg van de Heer, de dood zal niet het laatste woord hebben. Het is het beeld dat Jesaja gebruikt. Het beeld van een feest, van een overvloedige maaltijd, Het beeld dat God ons zal redden.

Een feest net als in het evangelie. Ieder van ons heeft wel herinneringen aan een feest. Met familie en vrienden samen zijn in een goede sfeer waar je nog regelmatig aan terug denkt. Momenten van geluk. Jesaja en Matteüs refereren aan dergelijke feesten. Als je daaraan terug denkt, dan vang je wellicht een glimp op van wat Jezus heeft bedoeld. De mens zou een wereld moeten maken waar iedereen zich blij en gelukkig voelt. De vraag is of we tijd willen vrijmaken om dat doel te bereiken. Zijn wij klaar om op de uitnodiging van de koning in te gaan om het feest met elkaar te vieren, om samen te komen hier in de kerk om in de eucharistie te vieren, zijn gaven voor ons.

In het evangelie hadden velen geen tijd en hadden belangrijker zaken te doen.

De koning was teleurgesteld, liet zelfs een stad in brand steken. Maar het feest moest doorgaan. Voor slechten zowel als goeden zo staat er.

In dit evangelie zit een oproep en een waarschuwing. Iedereen mag komen, is van harte welkom. Maar je moet wel op de juiste wijze zijn gekleed, je moet je wel voorbereiden. Voorbereiden op het grote feest is een beeld dat ons moet bemoedigen. Het is een beeld van de wereld zoals hij is, maar, aldus Jesaja, die we door een sluier zien, grauw, onduidelijk en vaag.

De wereld van God, een wereld van alle mensen die samen een familie vormen lijkt daarom voor velen een droom. Het kwaad is een realiteit, dikwijls van een omvang die ons benauwd. En als je niet oppast, je ook kan meeslepen.

De oproep in de lezingen van vandaag is duidelijk:

Laat je niet in de war brengen, laat je niet ontmoedigen. Wij zijn samen op weg naar het feest, naar de dag van God. Geef de hoop niet op. Werk er aan zo goed als je kunt, dan ben je gekleed voor het feest en wordt je met open armen ontvangen. Amen.