Preek op 14-08-2022, 20e zondag door het jaar C, diaken Eelke Ligthart

Preek op 14-08-2022, 20e zondag door het jaar C, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

De lezingen van vandaag hebben een soort van weerbarstigheid.

Het lijkt wel of Jezus wil dat mensen tegen elkaar in opstand komen, en we vallen midden in een ingewikkeld politieke spel in de tijd van Jeremia.

Wat willen de lezingen ons vandaag eigenlijk vertellen?

Wat kunnen we ermee in ons leven van iedere dag? Je hebt de neiging om af te haken: vuur en verdeeldheid brengen in gezellige gezinnen. Dat lijkt compleet in tegenspraak met het ‘vrede voor alle mensen van goede wil’, zoals dat aan het begin van het evangelie van Lucas klonk. Is het een vuur van dood en oorlog, of een vuur dat verwarmd, hartverwarmend is? Laten we die vuurproef maar ondergaan.

Preek

Soms kom je in het evangelie stukken tegen waar je van schrikt. Passages die niet zo bekent zijn en eigenlijk een beetje uit de toon vallen. Het zijn dan niet van die relatief eenvoudige onderwerpen als vriendschap, liefde medemenselijkheid, maar meer controversiële stukken waar je liever niet over praat. Eigenlijk zou je voor dat soort onderwerpen willen weglopen of misschien maar gewoon overslaan. Maar dat zou toch wel al te gemakkelijk zijn, ook moeilijke stukken uit de bijbel moeten bespreekbaar zijn.

Lucas schreef zijn evangelie omstreeks 70 jaar na Christus. De jonge kerk was in wording en er gebeurde veel in die eerste Christen gemeenschappen. Lucas wist maar al te goed dat in sommige gezinnen de vader zijn zoon aangaf bij de autoriteiten, omdat die zoon zich had aangesloten bij de christengemeente.

Daardoor waren er spanningen in vele gezinnen, joodse zowel als heidense, omdat sommigen uit de familie sympathiseerden met de beweging van Jezus en andere niet.

De woorden van Lucas over verdeeldheid binnen gezinnen is heel actueel. Vader tegenover zonen, moeders tegenover dochters en omgekeerd. We kunnen het rustig toegeven, het is in onze tijd binnen onze gezinnen vaak niet anders. Het is niet meer vanzelfsprekend dat kinderen op godsdienstig gebied dezelfde weg kiezen als hun ouders. Of kinderen van niet godsdienstige ouders die wel voor een geloof in God kiezen.

Het geloof in God brengt dus niet allen maar vrede en liefde onder de mensen. Nee, net als in de dagen van Lucas brengt het woord van God ook verdeeldheid en onrust onder de mensen.

Hoe is het, zo zeggen we dat wel eens, in Godsnaam mogelijk, dat er nog steeds geen vrede is. We zingen en dromen van vrede, tussen mensen, tussen mannen en vrouwen, tussen ouders en kinderen, tussen volkeren, vrede in ons eigen hart.

En dan zegt Jezus ons vandaag, op zijn reis naar Jeruzalem, tot zijn leerlingen:

“Meent gij dat ik op aarde vrede ben komen brengen? Neen, zeg ik u, juist verdeeldheid”. Het komt er dus eigenlijk op neer dat Jezus wel vrede brengt, maar ook geen vrede, of anders gezegd: hij brengt ook verdeeldheid.

Johannes zegt dat helder in de afscheidsrede van Jezus: “Vrede laat ik u na, mijn vrede geef ik u, niet zoals de wereld die geeft, geef ik hem u”. (Joh. 14.)

Met die woorden van Jezus in je achterhoofd, mogen we wel wat achterdochtig worden bij de vrede die wij kennen. Immers niet elke vrede die wij sluiten is christelijk, niet in de lijn die Jezus heeft bedoeld.

Soms durven we onze mond niet open te doen, ook al is het onrecht dichtbij, een collega die het niet zo nauw neemt met de eerlijkheid. In veel gevallen houden we onze mond, doen water bij de wijn voor wat betreft de christelijke principes, omdat we niet te veel willen opvallen. Je moet toch zorgen dat je niet teveel uit de toon valt. Dat is slecht voor je gemoedsrust en voor de kerk, waar je bij hoort. Ja ook in de kerk is verdeeldheid en onvrede over waarheid en gerechtigheid. De gemakkelijke weg in het geloof wordt veelal snel aangegrepen in onze geseculariseerde wereld.

De gemakkelijke vrede, onze vrede, die vaak aan elkaar zit van compromissen, is niet de vrede van Jezus, zoals Johannes die schreef.

Onze vrede is er een die vaak verdeeldheid in eigen kring voorkomt, maar ten koste gaat van mensen, mensen die op de lange duur buiten de boot vallen. Mensen in belangrijke posities kiezen vaak voor zo’n politieke vrede en wij hebben ze vaak d.m.v. verkiezingen aan die macht geholpen.

De profeet Jeremia, jeremieert, klaagt daar in zijn tijd ook al over. Hij zei: “Iedereen, groot of klein, is op eigen voordeel uit, priesters en profeten, allen plegen bedrog. Ze genezen zogenaamd de kwaal van mijn volk; ze beweren. Het gaat goed, alles gaat goed. Maar het gaat helemaal niet goed.” Aldus Jeremia.

Denken ook wij niet dat het allemaal wel goed gaat, want wat kunnen wij doen aan de tweedeling van de maatschappij, de kloof tussen arm en rijk, ons milieu.

Het is te gemakkelijk om te zeggen, ja maar we hebben het toch goed, we geven aan de armen, ondersteunen allerlei goede doelen, we scheiden glas en papier. Inderdaad, dat is onze vrede en we leunen soms wat al te gemakkelijk achterover.

Het vuur waar Jezus het over heeft, lijkt voor velen grotendeels uitgedoofd.

Hij zegt: “Vuur ben ik op aarde komen brengen, en hoe verlang ik dat het reeds oplaait”. Eigenlijk is het een aanklacht tegen onze laksheid, tegen onze berusting, “het is nu eenmaal zo”.

Ook wij mogen ons vandaag afvragen of de vrede die we rondom ons hebben gecreëerd, niet berust op teveel compromissen, niet teveel berust op de lieve vrede.

Vuur ben ik op aarde komen brengen zegt Jezus. Laten we zorgen dat het oplaait, zodat het ons allen verwarmt. Amen.