Preek op 13-11-2022, 33e zondag door het jaar C, pastoor Frank Domen

Preek op 13-11-2022, 33e zondag door het jaar C, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, welkom. (Op zondag: een bijzonder woord van welkom aan het ritmisch koor van de Sint-Jan de Doperparochie in Noord-Scharwoude. Fijn, dat jullie zijn gekomen om voor God en voor ons deze heilige Mis op te luisteren.)

In de tweede lezing van vandaag staat een zin waarbij sommige mensen zich thuis zullen voelen, n.l. “als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten”.

Economisch gaat het weer ietsje minder goed. Mensen hebben minder vertrouwen in de toekomst. Velen houden de hand op de knip, doen geen grote aankopen. Nou ja, als je oude keuken het nog doet, waarom zou je dan een nieuwe kopen!? En voor sommige mensen is de nood door de hoge energierekeningen zo groot, dat ze letterlijk in de kou zitten.

In dergelijke tijden zoeken sommigen een zondebok: mensen bijvoorbeeld, die van een uitkering leven en aan de buitenkant gezond lijken te zijn en sommigen van hen zullen dat ook wel zijn en dus misbruik maken, zo redeneren die mensen.

Het stáát in de heilige Schrift: “als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten”. Maar is die aansporing niet bedoeld voor mensen, die wel kunnen, maar niet willen werken? Moeten wíj niet barmhartig zijn? Wij zouden niet over hen moeten oordelen in het vertrouwen dat er dan ook over ons niet zal worden geoordeeld.

Zijn wij barmhartig. Bidden wij om de heilige Geest. Hij kan ons helpen om zelfs economische problemen in vrede op te lossen. De heilige Geest helpt ons om te werken aan onze liefde, opdat er nu al meer vrede komt en wij strakjes waardig zijn om voor de troon van God te verschijnen.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Eeuwige en almachtige God, al te snel loopt ons de dag ten einde en altijd onverwacht komt de dood ons leven kronen. Laat niet toe dat ongegronde vrees de hoop verduistert, die Gij in ons hebt gewekt. Vervul ons van het oprechte geloof dat alles verwacht van uw voorzienigheid. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Kinderwoorddienst

Preek

Broeders en zusters, de eerste lezing van vandaag begon nogal vurig, letterlijk. De profeet Maleachi schrijft: “Al de boosdoeners worden op de dag van God als stoppels in brand gezet.” Dat is een fijne bevestiging voor de mensen, die zich kunnen opwinden over het kwaad … van anderen. Maar … het aansteken van dat allesverterende vuur … zullen wij dat maar aan God overlaten!?

37660

Dezelfde eerste lezing eindigde in een heel andere sfeer: “De zon van de gerechtigheid gaat op en met haar vleugels brengt zij genezing”. Dat zijn nog eens woorden om blij van te worden. Dat is iets wat wij niet aan God alléén hoeven over te laten. Hieraan kunnen wij meewerken: mensen genezing brengen, geestelijk.

Wij kunnen bijvoorbeeld iemand laten merken, dat wij hem gráág zien, geïnteresseerd zijn in zijn doen en laten. Dat geeft die ander het gevoel, dat ook hij belangrijk is.

Belangstelling en waardering kunnen wij iemand geven door onze vriendelijkheid, door iemand z’n verhaal te laten vertellen, door tijd voor iemand te nemen. Dat is in deze jachtige tijd voor sommige mensen al een grote opgave: rustig bij iemand gaan zitten, terwijl zij het eigenlijk heel druk hebben.

Wij oefenen altijd invloed uit op mensen om ons heen, méér dan wij denken. Daarom zouden wij ons geregeld moeten afvragen: hoe gaat een mens van ons vandaan? Blijer, bemoedigd? Of hebben we een domper op zijn leven gezet?

Ik hoorde eens over een jonge vrouw. Ze was in een nieuwe wijk komen wonen en had zich ingeschreven voor de gymnastieklessen van een vrouwenvereniging. Zij had haar trainingspak al aangeschaft en vertelde dit alles aan een ouder lid van de vereniging. “Och kind,” zei het oudere lid, “heb jij je daarvoor laten strikken? Vier jaar geleden was er ook al zoiets. Het stelde allemaal niets voor.” Er kwam zo’n negatieve stemming over de jonge vrouw, dat zij niet naar de lessen is gegaan, zij heeft het niet eens geprobeerd.

Zo zijn er mensen, die bij anderen altijd weer een domper op zetten i.p.v. hen blij te maken en te bemoedigen. Zij zijn niet als Jezus, die mensen wil verlossen. Zij denken niet aan Jezus’ woorden: “Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken”, nee, ze maken met hun negativiteit het leven van anderen juist zwaarder. Laten wij proberen naar mensen te luisteren en zoveel mogelijk positieve dingen te vertellen. Dan kunnen wij genezing brengen, met Jezus medeverlossers zijn.

Dat wij mensen ons vertrouwen schenken is voor die genezing ook belangrijk. Ik hoorde eens over een jongen, die thuis ooit een paar kopjes had laten vallen en sindsdien mocht hij van zijn moeder nooit meer de tafel dekken. En zij gebruikte een ook niet zo aardige woorden. Zoiets kan diep aan een mens gaan vreten. Je zelfvertrouwen, je gevoel van eigenwaarde, kan een flinke deuk oplopen.

Dezelfde jongen mocht later eens bij vrienden van zijn ouders logeren. Daar kreeg hij een nieuwe kans. En na twee weken vakantie feliciteerde de moeder van het logeeradres de moeder van het thuisadres met haar handige zoon: “Wat kan hij goed de tafel dekken!” De moeder van de jongen was verbaasd, en die jongen … hij had weer het gevoel dat hij er bij hoorde.

Broeders en zusters, er zijn veel mensen ziek, lichamelijk, maar ook ziek van eenzaamheid, ziek door een gebrek aan zelfvertrouwen, ze hebben geen gevoel van eigenwaarde. Gisteren was op het nieuws, dat de helft van het aantal studenten niet lekker in zijn vel zit. Zij zijn eigenlijk goed te helpen. Zij hebben geen voortdurende kritiek nodig: “Waarom heb je dat niet meteen gedaan? Waarom laat je nou weer die deur openstaan”? Zij hebben vriendelijkheid nodig, hartelijke belangstelling. Zij moeten ervaren, dat ook zij belangrijk zijn, dat wij hen nodig hebben. Als ze dat merken, gaan ze hun werk misschien vanzelf wel beter doen doordat ze er meer plezier in krijgen. Dan gaat op gegeven moment ook die ene deur vanzelf wel dicht.

In het evangelie wordt gesproken over het geven van getuigenis. Wel, het meest overtuigende getuigenis is dat van de liefde voor alle mensen, óók jegens hen, die wij misschien minder sympathiek vinden. Het lijkt erop, dat onze maatschappij steeds gewelddadiger wordt. Wel, dan moeten wij, christenen, steeds liefdevoller worden, meer tegenwicht bieden. Denken wij niet: het zit met mij wel goed. Misschien is dat tot op zekere hoogte wel waar, maar we mogen ons toch geregeld afvragen of wij voldoende positieve invloed uitoefenen op mensen in onze omgeving? Gaat er van ons een kracht uit, een vuur, dat onze omgeving in brandt steekt met het vuur van de liefde?

In de protestantse krant het “Nederlands Dagblad” staat deze week een artikel over ‘Mystery Guests” die anoniem in 75 verschillende kerken voor de eerste keer op bezoek gingen. De helft van hen voelde zich zo weinig tot niet welkom, dat ze besloten niet nog eens naar die kerk te gaan. Dat “je welkom voelen”, mensen het gevoel geven, dat ze erbij horen is héél belangrijk voor mensen, die naar God op zoek zijn. We willen allemaal, dat de Kerk blijft bestaan, dat onze eigen parochiekerk openblijft, maar … werken we daar ook actief aan mee!? Stappen wij op nieuwe mensen af om na de Mis een praatje met hen te maken, om hen mee te nemen naar de koffie in de parochiezaal!? Een zoeker, een nieuweling, die belangstelling ervaart, zal zich opgenomen voelen in Gods familie, die zal nog eens vaker naar de kerk komen, want mensen hebben behoefte aan relaties.

Broeders en zusters, niet alle mensen kunnen deelnemen aan het arbeidsproces, maar dit ene werk vraagt God van ieder van ons tot en met de laatste dag van ons leven: het getuigenis van de liefde. Spannen wij ons voor dit werk tot het uiterste in. We kunnen het, als we maar willen, met God en met elkaar. Ondersteund door ons bidden en werken zal onze Kerk dan ooit weer een bloeiende Kerk worden. Amen.