Preek op 13-02-2022, 6e zondag dhj C, diaken Eelke Ligthart

Preek op 13-02-2022, 6e zondag dhj C, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Allemaal van harte welkom hier in de kerk, maar ook de mensen die via life stream met ons meevieren.   We vieren  de H. Eucharistie op de zesde zondag door het jaar.

Het is altijd fijn om mensen de hemel in te prijzen. Jezus heeft dat gedaan met de mensen die arm zijn en hongerlijden, die gebukt gaan onder verdriet en vervolging. In de nieuwste vertaling de  evangelies in de bijbel staat

“Gelukkig de armen”, waarschijnlijk omdat “zalig” volgens de vertalers een ouderwets  woord is, of een soort boven natuurlijke klank heeft. Maar ik denk dat dit een jammerlijke vergissing is.  We mogen het woord “zalig” niet verloren laten gaan,  we moeten het juist koesteren en cultiveren, er is al genoeg verloren gegaan.  “Zaligheid” houdt, ook binnen onze wereld, veel meer in dan geluk. Een iemand zalig prijzen is iets anders dan hem of haar gelukwensen. Zalig-zijn  roept  meer een gevoel op van eeuwigheid en oneindigheid, een toestand die voor altijd zou mogen blijven duren.

Preek

Dierbare medegelovigen, van de zaligsprekingen staan in de evangeliën twee verschillende versies:  een korte bij Lucas en een lange versie bij Matteüs. Bij Lucas staan niet alleen zaligsprekingen, maar ook aanklachten.  Anders dan Matteüs laat hij Jezus niet van af de berg spreken, maar afdalen naar de vlakte waar de mensen zich bevinden. Naar de volksmassa, want hij laat de mensen van alle kanten toestromen. Van het zuidelijke Jeruzalem en de noordelijke kuststreek Tyrus en Sidon. Iedereen moet het horen. Lucas houdt het echter wel zeer  kort:  slechts 29 verzen, terwijl de Bergrede bij Matteüs 110 verzen telt. Lucas houdt het bij vier zaligsprekingen, tegen negen bij Matteüs.

Lucas voegt er vier aanklachten aan toe, telkens beginnend met “wee u”.

Het is goed om te beseffen hoe de evangelies geen precieze historische  gegevens meedelen. Het zijn geen geschiedenisboeken, maar geloofsboeken.

Ook de Bergrede van Jezus, de grondwet van het christendom zou je kunnen zeggen, is op verschillende manieren gepresenteerd.

Lucas voegt het woord “nu” toe aan de zaligsprekingen.  Hij wil de armen, de hongerigen, bedroefden en vervolgden van zijn dagen troosten.  Want  het nu in onze tijd, vandaag de dag, wordt een straks aan de overkant. In het hiernamaals wordt de arme en lijdende overvloedig gecompenseerd.

In het Oude testament was het lijden van een onschuldige rechtvaardigen, een zwaar probleem.  Lees het in het boek Job.

Het lijkt ook nog ons probleem in de “moderne” wereld te zijn.  Hoe zal men ouders troosten die een kind verliezen? Een man of vrouw die te vroeg sterf, naar onze maatstaven?  Vroeger sprak men van “engeltjes in de hemel” of de wil van God. Nu vinden mensen dat wreed en misplaatst. Ons hedendaagse geloof en Godsbeeld verdraagt geen God die wil dat kinderen ontrukt worden aan de liefde van de ouders.  En het geloof in het hiernamaals  mag geen zoethoudertje zijn of  “opium voor het volk” zoals Karl Marx het noemde.

Door armen ‘nu’ in hun ellende te laten, in afwachting van hun beloning ‘straks’.

Het geloof mag nooit functioneren als dekmantel voor onrecht en  uitbuiting, armoede, honger, verdriet en uitsluiting. Alle vormen van lijden moeten uit alle macht bestreden worden. Nee, lijden op zich is gen paspoort voor de hemel.

God wil geen aards tranendal ‘nu’ en een hemels paradijs ‘straks’. Dat is een verkeerde voorstelling van zaken. Jezus brengt ons precies het Rijk Gods ‘nu’.

Nu is het nabij. Nu begint het, het Rijk Gods van vreugde, vrede, liefde en gerechtigheid?

Waarom zijn armen en hongerigen zalig? Omdat ze door de komst van het Rijk Gods verlost zullen worden uit hun ellende. Door wie? In de eerste plaats door henzelf. Wanneer ze strijden tegen hun armoede en honger, hun verdriet en hun uitsluiting.  Wanneer ze opkomen voor henzelf en hun lotgenoten en dus gerechtigheid bewerken en nastreven. Niet om later zelf rijk te worden en macht over anderen te krijgen, maar om te delen, om het Rijk Gods vaste grond te geven, waar niemand te kort komt en alles gemeenschappelijk wordt gedeeld als tussen broers en zusters.

Wat een grandioos ideaal. In de handelingen van de apostelen wordt geschreven dat de eerste Christenen zo leefde. Zalig is dat!!

Gelukkig is er altijd het perspectief van het komende hemelse Godsrijk. Maar dan niet als een soort alibi om niets te hoeven doen, het komt vanzelf wel.

Nee eerder een stimulans, omdat we geloven dat het Gods bedoeling is hier en nu het Rijk Gods te creëren.

Het is onze menselijke bestemming. Overal waar we ‘nu reeds’ iets zien van dat Rijk Gods, vormen mensen, vormen wij de voorhoede en geven een voorbeeld van wat gaat komen. Dan zijn mensen niet langer verdeeld in armen en rijken. Maar zijn we geheeld als heilbrengers.

Daarom noemde Paulus  de christenen ‘Heiligen’.

Laten we er samen aanwerken, iedere dag een beetje meer. Amen.