Preek op 07-05-2023, 5e zondag van Pasen, jaar A, pastoor Frank Domen

Preek op 07-05-2023, 5e zondag van Pasen, jaar A, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Beste medegelovigen, …, welkom. Als er iets in het leven is waar wij dagelijks meerdere keren gebruik van maken, dan zijn het wel wegen.

We hebben ze in soorten en maten: brede en smalle wegen, snelle en trage wegen, goed onderhouden en slecht onderhouden wegen, er zijn veilige, maar ook gevaarlijke wegen. Er zijn kruispunten.

Een weg wordt in veel culturen gezien als een beeld voor het leven van de mens.

Op een kruispunt bijvoorbeeld moeten wij een levenskeuze maken: ga ik dit doen of dat andere? Sommige mensen kiezen ervoor om verder te gaan zonder met anderen rekening te houden . Sommigen houden wel rekening met bijvoorbeeld familie en vrienden. Anderen laten zich op hun levensweg leiden door hun idealen.

Vandaag horen wij Jezus Christus plechtig verklaren: “Ik ben de Weg, Ik ben de Waarheid en Ik ben het Leven.”

Wij zijn hier samengekomen, omdat wij ons door Jezus Christus geroepen voelen met Hem op weg te gaan. Hij is inderdaad dé Weg.

Proberen wij in woord en gedachte, in doen en laten, te doen wat Jezus Christus zegt – zelf vergelijkt Hij zijn opvattingen weleens met een smalle weg – dan kunnen van het leven op aarde iets moois maken en zullen wij eens veilig aankomen bij het Huis van zijn en onze hemelse Vader.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Heer God, door de profeten hebt Gij tot ons gesproken en in Jezus, uw Zoon, is hun woord tot vervulling gebracht. Wij danken U om het levende woord, onze verrezen Heer, en vragen: open onze ogen voor Hem, die met ons door het leven gaat; open onze oren voor Hem, die tot ons spreekt in het evangelie; maak onze geest toegankelijk voor het begrijpen van de Schriften. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

KinderWoordDienst en TienerWoordDienst

Preek

Ook al staat misschien niet iedereen er even bewust bij stil … wij zijn door Jezus Christus geroepen om vandaag samen in zijn Kerk, zijn Huis op aarde, aanwezig te zijn. Hij gaf ons een gevoel, een verlangen, om te komen om God de Hem verschuldigde eer te geven en om Hem om zijn zegen te vragen, voor onszelf, voor heel de Kerk en ook voor de samenleving, die toch behoorlijk van God en zijn heilige Tien Geboden is vervreemd.

Jezus Christus begon 2000 jaar geleden met het roepen van zijn eerste leerlingen. En het is opvallend, dat Hij dat altijd deed terwijl Hij onderweg was. Dat is niet onbelangrijk. De eerste leerlingen kregen zelfs de bijnaam ‘mensen van de weg’. Wij zijn in dit leven met Jezus Christus en met elkaar onderweg naar een beter leven. Met een beetje geluk – en vooral met de zegen van boven – worden wij 80 of 90 jaar. Maar het leven bij God is eindeloos lang. Het leven op aarde is dus een voorbereiding op het eeuwige leven bij God.

Als je het evangelie achter elkaar doorleest, zie je, dat Jezus vrijwel nooit thuis was. Hij was altijd onderweg. Hij werd onderweg geboren. Als klein kind was Hij als vluchteling onderweg. Onderweg koos Hij zijn leerlingen uit. Langs de weg werd Hij gekruisigd en langs de weg, in een tuin, lag zijn graf. En vanuit dat graf aan de weg verrees Hij.

De weg van de aarde naar de hemel

Bij het Laatste Avondmaal wil Jezus aan zijn leerlingen het verloop van zijn weg duidelijk maken: “Gij weet waar Ik heenga en ook de weg is u bekend,” zegt Hij. Het was voor Hem waarschijnlijk een teleurstelling, dat Tomas juist het tegenovergestelde beweerde: “Heer, wij weten niet waar Ge heengaat, hoe moeten wij dan de weg kennen?” Is het niet vreemd, dat zijn leerlingen de weg nog niet kenden? Zij waren Jezus toch gevolgd, hadden alles achtergelaten om met Hem op weg te gaan, hadden met Hem stad en land doorkruist en toen op een bepaald ogenblik de meeste mensen Jezus verlieten en Hij hun de vraag stelde: “Wilt ook gij soms weggaan?” besloten zij om samen met Hem verder te gaan.

Toen Jezus hun zei: “Zie, wij gaan naar Jeruzalem,” waren zij Hem gevolgd. De intocht in Jeruzalem was voor hen een triomftocht, die hen deed uitzien naar het ogenblik, dat Jezus zijn Koninkrijk zou uitroepen. Maar toen Hij enkele dagen later, met het kruis beladen, de weg naar Golgota ging, waren zij op één na allemaal verdwenen; men moest een vreemde dwingen om Jezus’ Kruis te dragen. Niet alleen waren de apostelen bang voor de joden en de Romeinen, maar waarschijnlijk hadden zij een heel andere voorstelling van de weg, die Jezus zou gaan. Die weg, zo dachten zij, moest naar de troon leiden, zij waren wel bereid links en rechts van die troon plaats te nemen. Maar die weg over het Kruis … die kenden zij nog niet.

Daarom is Jezus zo bezorgd om hen de weg van het Kruis te doen begrijpen. Nergens spreekt Hij zo duidelijk over de weg naar de Vader als in dit afscheidsuur. “Ik ga heen om voor u een plaats te bereiden.” Jezus wil de leerlingen duidelijk maken, dat de weg naar Golgota geen doodlopende weg is, nee, vanaf het Kruis gaat de weg verder naar het Huis van zijn en onze hemelse Vader.

Terug naar nu, 2023. Wij hebben in ons leven veel wegen te bewandelen. Er zijn wegen, die wij zelf kiezen en er zijn er, die anderen ons doen gaan, wegen van vreugde en wegen van pijn, wegen van licht en van duisternis, wegen die ons vertrouwd zijn en wegen die ons vreemd zijn. Uiteindelijk hebben wij echter maar één weg te gaan: onze persoonlijke levensweg naar de Vader. En die weg wil Jezus voor ons zijn. Bij zijn Hemelvaart laat Hij ons niet als wezen achter, Hij gaat ons voor, Hij is onze reisgenoot. Wij hoeven de weg niet meer zelf te zoeken, wij kunnen opzien naar Jezus en wij hoeven alleen maar onder alle omstandigheden oprecht te proberen te leven zoals Hij het ons heeft voorgedaan. Als wij Jezus als weg volgen, hoeven wij niet bang te zijn dat wij het doel zullen missen. Wij mogen ons op Hem verlaten, Hij heeft voor ons reeds een plaats bereid in het huis van zijn Vader.

Broeders en zusters, misschien hebben velen van ons het zich nooit zo proberen voor te stellen, maar Jezus Christus is hier werkelijk in ons midden aanwezig. Door ons doopsel leeft zijn Geest in ieder van ons. Hij kan dat, want Hij is God. Misschien staat Hij ook wel hier voor het altaar – ik weet het niet, zalig zij die niet zien en toch geloven – staat Hij rond te kijken hoe wij allemaal meedoen. Maar ook als wij strakjes weer naar huis gaan, sommigen gaan morgen weer naar school of naar het werk … Hij is erbij. Hij biedt ons de genade, de hulp, aan, die wij op dat moment nodig hebben. En Hij is blij als wij die genade aannemen, verdrietig als wij Hem op dat moment negeren. Hij is op onze weg aanwezig. En hopelijk zitten wij ook op zijn weg.

Ik las eens over een stel toeristen, die in een koets een rijtoer door het centrum van Londen maakten. Zij kwamen voorbij een mooi gebouw en ze vroegen aan de koetsier op de bok: “Wat is dat voor een gebouw?” “I don’t know,” antwoordde hij, “ik weet het niet.” Even later reden ze over een schitterende brug. “Welke brug is dit?” vroegen ze. Hij gaf hetzelfde antwoord: “I don’t know.” Toen kwamen ze voorbij een prachtige oude kerk. “Mijnheer, welke kerk is dat?” En weer was het antwoord: “I don’t know.” Nu begonnen de toeristen zich te ergeren en vroegen: “Maar wat weet je dan wel?” “De weg,” antwoordde de koetsier, “ik weet de weg.” Dat was eigenlijk voldoende: hij wist de weg, hij zou hen veilig thuisbrengen.

Ook wij hoeven in ons leven niet alles te weten of te begrijpen, maar van één zaak mogen wij zeker zijn: Jezus Christus leidt ons, Hijzelf is onze weg, Hij zal ons thuisbrengen. Laten we ook thuis veel bidden voor kinderen, tieners en jongeren, die de Weg nog niet kennen; bidden voor alle ouders, die hun kindjes nog niet hebben laten dopen. Wij, die God zij dank al geloven zijn – tot op zekere hoogte – verantwoordelijk voor hen, die nog niet geloven. Proberen wij minstens in onze gebeden hen mee te nemen op onze levensweg. Amen.