Preek op 03-10-2021, 27e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 03-10-2021, 27e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, welkom. Wat is God toch goed … en trouw! Iedere zondag opnieuw mogen wij hier in zijn Huis komen om zijn goddelijke gaven te ontvangen. En wat is God blij als wij zijn trouwe oproep trouw beantwoorden met onze komst.

Trouw maakt het geluk van mensen duurzaam. Moeilijkheden kunnen met Gods kracht overwonnen worden. Of we kunnen er mee leren omgaan. Want voor God is niets onmogelijk.

Vragen wij God dat wij door deze viering weer meer op zijn goddelijke Zoon mogen gaan lijken, opdat het geluk dat wij elkaar willen schenken kan uitgroeien tot een steeds groter goed.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Goede God, Gij hebt de hele wereld geschapen tot één wijde ruimte waarin de ene mens de ander nodig heeft om uw liefde te ervaren. Neem uit ons hart de hardheid weg die man en vrouw van elkaar kan vervreemden, die in elke mens uw beeld verduistert. Schenk ons de trouw die niet verbreekt wat Gij verbonden hebt. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Kinderwoorddienst

Preek

Broeders en zusters, Jezus Christus spreekt over huwelijk en gezin. In onze tijd liggen de waarden van het evangelie bij veel mensen gevoelig. Maar mensen kúnnen deze wetten begrijpen als zij een levende relatie hebben met Jezus Christus, als zij een zekere ervaring hebben met het leven vanuit het geloof.

Jezus spreekt duidelijke taal, omdat Hij kijkt naar hoe mooi God het in het begin heeft bedoeld. Wij lezen daarover in het boek Genesis. Belangrijk daarbij is niet de vraag of de vrouw wel of niet uit de zijde van de man is genomen, maar dat man en vrouw zich zo aan elkaar hechten, dat zij één worden.

Het huwelijk tussen man en vrouw is een beeld van het verbond, dat God met de mens aangaat. De drie-ene God wil de mens laten delen in zijn leven van geluk, vrede en harmonie en man en vrouw mogen dat ook met elkaar delen.

Nu weten wij, dat het in de praktijk niet altijd goed gaat. Misschien hebben sommige mensen moeite met het verhaal van de slang en hoe het tussen God en de mensheid misliep, maar als wij eerlijk zijn, moeten we toegeven, dat het inderdaad ook nu nog hier en daar misloopt. Wij leven een gebroken bestaan. Dat geldt soms voor de relatie tussen man en vrouw, maar ook voor de relatie tussen ouders en kinderen, met buren, werkgevers en werknemers. Binnen de drie-ene God echter speelt de liefde voor de Ander steeds de hoofdrol. En ook van God naar ons toe is het een en al liefde: liefde, liefde, en nog eens liefde. Een zichzelf wegschenkende liefde. En die liefde kan ervoor zorgen, dat óns hart – dat soms hard is, met een letter d – zacht wordt. Dan verandert eigenliefde in oprechte naastenliefde, bijvoorbeeld partnerliefde, in goede dagen en in kwade, in ziekte en gezondheid, in dagen van rijkdom en van armoede. Iets wat zacht is kun je beter vasthouden, want het neemt de vorm aan van je hand. Zo blijven ook twee zachte harten, twee liefdevolle harten, makkelijker bij elkaar. En zo is het ook in onze verhouding met God: door echte, hartverwarmende wederzijdse liefde, kunnen God en mensen bij elkaar blijven, kunnen mensen bij elkaar blijven.

Zoals gezegd: wij ervaren een gebroken bestaan. Soms missen wij die zachtheid van hart. Maar Jezus Christus is als goddelijke geneesheer in ons leven gekomen. Een keiharde spons wordt weer zacht als er water op komt. Wel, door het water van het doopsel laat Jezus Christus zijn liefde weer in ons opbloeien. Wij kunnen zelfs dagelijks leven vanuit de sacramenten. Maar juist omdat wij, katholieken, zoveel hulpmiddelen hebben, durft Jezus Christus het aan om voor ons de lat wat hoger te leggen. Van ons vraagt Hij meer dan van anderen. Wij zijn geen lid van het Oude Verbond, waarin geldt “oog om oog, tand om tand”, “hou jij niet meer van mij, dan houd ik niet meer van jou”, nee, wij zijn lid van het Nieuwe en Altijddurende Verbond dat gesloten is door het vergieten van Jezus’ kostbaar bloed, teken van zijn uiterste liefde voor ons. Daardoor kunnen wij leven vanuit die goddelijke liefde. Wij hebben de kracht in ons om niet te hoeven toegeven aan die soms zo sterke eigenliefde. De hardheid van hart hoeft in ons leven niet meer het laatste woord te hebben. Daarom trouwen katholieken ook in de kerk. Niet allereerst omwille van het mooie ritueel, maar om God uit te nodigen deel uit te maken van hun huwelijk, zodat zij ‘gedrieën’ de liefde kunnen bewaren, kunnen laten groeien, ook en juist als het moeilijk is. Velen buiten de Kerk begrijpen deze leer van Jezus niet. Zij zijn met van alles en nog wat bezig, maar niet of nauwelijks met God en dan is het ook niet zo vreemd dat je Gods genade niet of nauwelijks ervaart, ook niet in het samenleven als man en vrouw, als vader en moeder.

Het zou natuurlijk mooi zijn als onze maatschappij ook vanuit God zou leven. Maar de politiek denkt aan samenlevingsvormen, die administratief en fiscaal in orde moeten zijn. Maar er zijn ook gelovigen, die moeite hebben met de leer van Jezus Christus. Want als je Hem volgt zijn er toch bepaalde zaken die wel mogen en die niet mogen. Dat scheiding bijvoorbeeld eigenlijk niet de bedoeling is. Sommige mensen vragen zich echter af waarom de Kerk zich niet aanpast aan deze tijd? Waarom de Kerk niet wat toegeeflijker is? De zwakheid van de mens is dan wel niet goed, maar soms toch begrijpelijk? Waarom moet per se alles worden vastgelegd in wetten en regels?

Wij, hier aanwezig, begrijpen, neem ik aan, dat het in een persoonlijk gesprek soms anders loopt als in een openbare preek. Ieder mens behoort te leven volgens zijn eigen geweten. Daar mag en wil de kerk niet aan komen. Een geweten kan dwalen, maar dan nog moet een mens zijn geweten volgen. De Kerk moet proberen de gewetens van de mensen te vormen, maar het laatste woord is altijd aan het persoonlijke geweten.

De Kerk houdt ons uiteraard wel de normen van het evangelie voor, anders stompen wij af. De Kerk doet niet aan gedoogbeleid. Dan begeef je je op een hellend vlak en weet je niet in welke diepte je eindigt. De Kerk wil ons uitdagen om zoveel mogelijk met de ons gegeven genade te doen. Daarom is de leer op de preekstoel en in de Katechismus duidelijk. Niet om ons af te stoten, maar om ons allemaal uit te nodigen te blijven werken aan de liefde. Scheiding is niet zozeer een recht als wel een menselijke tragedie. Dat weet God. Dat weten wij allemaal.

Broeders en zusters, over je eigen situatie is altijd een persoonlijk gesprek mogelijk. Het kan verhelderend werken, geruststellend. Eén van Gods grootste gaven is zijn barmhartigheid, die altijd weer nieuwe kansen geeft.

Wij allen leven in verschillende situaties: getrouwd of als vrijgezel, celibatair of God toegewijd of misschien ook gescheiden. Laten wij allen de komende week eens nadenken over de vraag hoe wij kunnen groeien in liefde en trouw naar God toe en naar elkaar. Als wij er bewust over nadenken, misschien met mensen in gesprek gaan, over dit onderwerp een goed boek lezen en we proberen onszelf waar nodig een beetje bij te sturen, dan ziet God dat we van goede wil zijn. Dan zal Hij een handje helpen, een goddelijk handje helpen. En bidden wij voor mensen, die het moeilijk hebben. Gaan we misschien een keer op bezoek. We zijn toch een gemeenschap, een geloofsgemeenschap. Wij zijn er voor God en als parochianen ook voor elkaar, in goede en in kwade dagen.

Broeders en zusters, tenslotte nog het volgende: Een man had vier zonen, die altijd ruzie hadden met elkaar. Op een dag zei de vader tegen hen: “Ga het bos in en zoek zoveel takken als je kunt dragen.” Dat deden ze. Elk van hen kwam terug met een grote bos takken op de schouder.

Toen zei de vader: “Neem nu ieder een tak en probeer die te breken.” Dat vonden ze een gemakkelijke opdracht en ieder brak zijn stok doormidden.

Vervolgens zei de vader: “Bindt nu al je takken met een touw samen en probeer dan de hele bos doormidden te breken.” Ze probeerden wat ze konden, maar de takken als bundel bleken ijzersterk en onbreekbaar.

Toen zei de vader tegen zijn zoons: “Wat je met deze takken hebt gedaan, dat kan ook jullie overkomen. Wanneer je alleen maar voor jezelf vecht, ben je kwetsbaar. Mensen en situaties kunnen je breken. Maar als je samen werkt, met God en met elkaar, ben je net zo sterk en onbreekbaar als een takkenbos.” Amen.