Preek op 03-04-2021, de paaswake, jaar B, diaken Eelke Ligthart
Openingswoord
Dierbare medegelovigen, hier in de kerk en allen die via life-stream met ons zijn verbonden, allemaal van harte welkom bij de viering van de Paaswake.
Elk jaar opnieuw komen wij weer samen voor de viering van de paaswake. Telkens opnieuw luisteren wij naar die oude verhalen over een God die mensen redt uit de dood.
In onze liturgie staat vanavond het licht centraal. Het licht dat alle duisternis zal verdrijven, het licht dat een einde moet maken aan het lijden dat mensen vrezen. Een eind aan alle dood, alle ellende, alle ondergang.
Donkere wolken hangen boven onze oude aarde. In duisternis zitten wij. Iedere dag bereiken ons weer nieuwe berichten over de ellende in de wereld.
Ons leefmilieu wordt aangetast, brengt mensen in opstand, de energie voorraden zijn niet onuitputtelijk, de grond is op vele plaatsen bedorven door zure regen en schadelijke afvalstoffen. Is de natuur dan stervende onder onze ogen?
Preek
Donkere wolken hangen boven onze oude aarde. De dood maakt dagelijks slachtoffers, ver weg en dichtbij. Kinderen die omkomen van de honger. Oorlogen die nog iedere dag slachtoffers maken, je ziet het op de TV en leest het in de krant. Alles gaat voorbij: planten verwelken, mensen en dieren sterven af. Elk jaar hebben mensen uit ons midden verdriet om het gemis van een dierbare, door de dood weggenomen.
Het feest dat wij vandaag vieren, het feest van de verrijzenis, lijkt in felle tegenspraak met wat wij dagelijks aan dood en ellende ervaren.
Donkere wolken hangen boven onze oude aarde. In duisternis zitten wij. Is er vandaag werkelijk zicht op een streepje licht?
In deze nacht wordt ons verteld, hoe God zijn volk heeft bevrijdt uit de slavernij van Egypte. De Farao deed zijn uiterste best om het joodse volk tegen te houden, maar God leidde zijn volk dwars door de zee en hield ze uit de greep van de Egyptenaren. In uiterste nood bleek de redding van God nabij.
In de verhalen die we vanavond horen is de dood volop aanwezig. Er lijkt geen ontkomen aan. En toch, toch maakt geen doodse woestijn, geen ballingschap, geen dagelijkse ellende een einde aan het verhaal van het volk Gods. Al zijn de wonden die we hebben opgelopen soms groot en nauwelijks te helen.
Als een kind vraagt: Wat is Pasen?, dan zullen ouders vaak zeggen “ Toen is Christus opgestaan”. Een kind vindt dat geen feest waard, want je staat toch elke morgen op. Zo herinnert een kind ons aan het feit dat het feest van Pasen, het feest van de Opstanding te maken heeft met het opstaan van elke dag.
’s Avonds gaan we liggen en elke morgen moet je weer opstaan. Iedere dag weer op, iedere dag heeft iedere mens weer een taak. Opstaan moet, vroeg of laat. Die stem roept steeds weer in ons: “Opstaan”.
Jezus, wist van wie die stem was; Hij had die stem van zijn Vader zijn hele leven al gehoord. Een stem die zei dat de mensen geboren zijn voor de vrede en liefde, niet voor oorlog en narigheid. Hij vertelde aan het volk wat Hij gehoord had, maar Zijn stem werd gesmoord. Hij kon maar beter zijn mond houden vonden de gevestigde machten. Maar Hij deed het niet, en dat heeft Hij geweten. Het werd zijn dood en zijn vrienden legden Hem neer, voorgoed, in het graf van Jozef van Arimatea.
Toen hoorde Hij als eerste die stem die zei: Opstaan. En Hij stond op, ging naar Zijn vrienden, en zij herkenden Hem, toen en later, en later weer, steeds opnieuw en ook nu nog.
De opstanding van Jezus. Eigenlijk een humoristisch verhaal. Ziet u het al gebeuren? Jezus loopt glimlachend naar buiten alsof het graf een soort tuinhuisje is waar je zomaar in en uit kunt lopen. Dan loopt Jezus op het kerkhof wat te schoffelen, zodat die vriendinnen denken dat ze te maken hebben met de tuinman. Allemaal zonder poespas. Het woord ‘dood’ valt niet eens in het Paasverhaal, in het Opstandingsverhaal. Er is geen spoor van worsteling met de dood. Jezus heeft zijn doodskleren staan opvouwen, zoals wij ’s morgens ons dekbed rechttrekken. De dood heeft niets meer te vertellen, is eenvoudig lucht voor Jezus, telt gewoon niet meer mee.
Dit is de bevrijdende boodschap van de Paasnacht.
De donkere wolken die rond onze aarde, die rond ons leven hangen, drijven voorgoed weg. Vanavond mag er een begin van hoop zijn, dat alles uiteindelijk vrucht zal dragen. Dat ook de stervende graankorrel weer vrucht weet voort te brengen. De hoop die groeit waar mensen gelouterd zijn, de pijn voorbij, de tranen gedroogd, de moed hervonden.
De hoop groeit waar mensen het aandurven, zoals vannacht, om elkaar oude verhalen te vertellen, om van daaruit elkaar te bemoedigen.
Weet je nog dat Jezus alles nieuw zou maken, weet je nog dat Hij zei dat het met jou zal gaan als met die Jezus van Nazareth?
Het Verrijzenisverhaal gaat vannacht over Jezus, maar niet minder over ons. Dat is aangetoond door Hem die zei: Hebt elkander lief zoals ik u heb liefgehad. Mens, je bent een onvervangbaar wezen, je kunt het winnen van de dood.
Samenkomen in dit uur rond de verrijzenis van onze Heer, is te horen krijgen van Jezus:
“Ach, het gaat niet zozeer om Mij; het gaat erom dat alle gerechtigheid wordt volbracht, meer levenskansen voor al degenen die net als ik aan de rand van het leven terecht zijn gekomen”.
En zo wordt de dood een springplank naar het nieuwe leven.
Het leven is vallen en opstaan, steeds maar weer gaan liggen, maar ook steeds maar weer opstaan. Totdat je, net als alle mensen, voor de laatste keer gaat liggen.
Vanavond hebben we opnieuw te horen gekregen, dat we nu al mogen opstaan bij het leven.
Ik wens u allemaal een ‘Zalig Pasen’ toe. Amen.