Preek op 02-10-2022, 27e zondag door het jaar C, pastoor Frank Domen

Preek op 02-10-2022, 27e zondag door het jaar C, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, van harte welkom.

In de eerste lezing horen wij iemand, die een kreet laat horen uit het diepste van zijn hart: Waarom, God, laat Gij dit onrecht geschieden? Hoe lang moet ik er nog onder lijden?

Wij herkennen dit. Allemaal maken wij weleens dingen mee waarvan wij ons afvragen: Waarom?

God antwoordt op het einde van de lezing met de belofte, dat er aan het onrecht een einde zal worden gemaakt. Hij zegt er echter niet bij wanneer. En Hij zegt zelfs, dat mocht het uitblijven, wij moeten blijven vertrouwen.

Tegen een zieke zeggen “alles komt goed” of zoiets zeggen tegen iemand, die z’n baan dreigt te verliezen, is erg gemakkelijk. Soms zal niet alles goedkomen. Soms gaat het echt fout. Een dierbare sterft. Maar uiteindelijk heeft God toch alles in handen en zal het wel goedkomen. De overledene komt bij God. Later komen ook wij bij Hem en zullen wij nooit meer van elkaar worden gescheiden.

Laten wij geen eisen stellen over hoe God zijn en onze zaken moet regelen. Laten wij vertrouwen in Hem hebben. Wij zijn toch gelovige mensen. Wij geloven in Hem, in zijn liefde. Tonen wij dat door op Hem te vertrouwen, door ons leven en dat van onze dierbaren in zijn handen te leggen.

Danken en eren wij God voor zijn liefde en bijstand. Vragen wij om zijn zegen, allereerst voor anderen, die het heel moeilijk hebben, maar ook voor elkaar en onszelf.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Heer en Meester, al wat goed is komt van U, en Gij zet ons tot het goede aan. Wie zijn wij dat wij het wagen U van elke ongerechtigheid de schuld te geven? Ban de kleinmoedigheid uit ons leven en laat het geloof tot volle wasdom komen. Toon hoe Gij in alle omstandigheden met ons zijt. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Kinderwoorddienst

Preek

Broeders en zusters, wij leven in een wereld van rechten en plichten. Dat is op zich een goede zaak. Als een werknemer alleen maar plichten had – op tijd op het werk zijn en zo veel uur werken – en hij had geen rechten, dan zou de nood in onze wereld nog groter zijn dan ze nu al is.

In sommige landen is dat duidelijk te zien. Er wordt misbruik gemaakt van de zwakke positie van de kleinen. Zelfs kleine kinderen moeten er 12-urige werkdagen maken zonder er veel voor te krijgen. Zelfs in Nederland zit het niet altijd goed. Bepaalde gastarbeiders leven in slechte omstandigheden, paspoorten worden afgepakt. Het lijkt soms wel slavernij. Een goede verhouding tussen plichten en rechten kan veel kwaad voorkomen.

In die tijd zeiden de apostelen tot de Heer: “Geef ons meer geloof.” De Heer antwoordde: “Als ge een geloof had als een mosterdzaadje, zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen: Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee, en hij zou u gehoorzamen.”

Rechten en plichten gelden ook op scholen, voor de leerkrachten én voor de leerlingen. Zij gelden in het verenigingsleven en ook gezinsleden hebben rechten: recht op voedsel en kleding, recht op aandacht en liefde, maar iedereen heeft ook plichten. De ouders moeten voor de kinderen zorgen, en omgekeerd mogen de kinderen – naar vermogen – hun ouders helpen. Rechten en plichten gelden in alle menselijke verhoudingen.

Omdat wij zo vaak worden geconfronteerd met rechten en plichten, hebben wij misschien de neiging om eveneens met God om te gaan binnen het kader van rechten en plichten.

De Farizeeën in Jezus’ tijd hebben altijd zo gedaan. Zij hielden zich strikt aan de wet – een wet, die zij deels zelf hadden gemaakt – en meenden daarom aan God eisen te kunnen stellen. Zij hadden hun plichten trouw vervuld – beter dan andere mensen, vonden zijzelf – en daarom moest God af en toe ook maar over de brug komen. Een echte Farizeeër verwachtte van God geen genade, maar gerechtigheid. Geen geschenken, maar loon naar werken.

Wat Jezus Christus ons duidelijk wil maken is dat wij aan God geen eisen kunnen stellen. God is niet verplicht om orde op zaken te stellen als wij van ons eigen leven of van de wereld af en toe een rommeltje maken. Hij heeft de wereld geschapen. Hij is onze Schepper, dat is waar, maar zowel ons eigen leven als de wereld heeft Hij ons als talenten toevertrouwd. En … wij hebben de mogelijkheden, de kennis, om er iets goeds van te maken – die mogelijkheden heeft Hij ons ook nog eens gegeven – en Hij hoeft er dus niet voor op te draaien als wij de zaak soms verprutsen.

Jezus Christus zegt: Wanneer ge alles hebt gedaan wat u opgedragen werd, zegt dan: Wij zijn maar gewone knechten; wij hebben alleen maar onze plicht gedaan. Dit betekent, dat wij ons nergens op kunnen beroepen.

Als wij eerlijk zijn, moeten wij toegeven, dat veel christenen nog niet vanuit deze gedachte leven. Als christenen door een of ander ongeluk worden getroffen, vragen zij zich af: Waarom treft mij dit? Dan zeggen zij verontwaardigd: Ik heb altijd mijn plicht gedaan, altijd mijn gebeden gezegd. Dit heb ik niet verdiend!

Beste medegelovigen, veel mensen denken nog in termen van “de hemel verdienen”. Maar de hemel kunnen wij niet verdienen. Wij ontvangen het eeuwig leven … als een geschenk. Dáár heeft ons godsdienstig leven alles mee te maken: niet met verdienen, niet met rechten, maar met liefde.

Liefde stelt geen grenzen. Liefde zegt niet: Nu heb ik genoeg gedaan. Nu heb ik recht op de hemel. Nu is het de plicht van God mij op te nemen.

Het is begrijpelijk, dat mensen in bepaalde situaties eisen zouden willen stellen. Het leven is soms best wel zwaar. Sommige mensen hebben een groot kruis te dragen. Maar wat zei Paulus in de tweede lezing van vandaag? God heeft ons niet een geest van vreesachtigheid geschonken, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Het is Gods eigen Geest, die in ons leeft.

Waarom is het zo belangrijk om ‘s zondags naar de kerk te gaan? O.a. omdat wij dan een moment van rust hebben, ons kunnen bezinnen op de grote schat, die wij in ons dragen. De Geest Gods, die de hemel en de aarde heeft geschapen, die Jezus Christus mens heeft laten worden, de Geest, die Jezus uit de dood deed opstaan, die met Pinksteren mensen van allerlei talen en culturen bijeenbracht, dragen wij in ons… als een kostbare schat.

Wij mogen God geen eisen stellen. Wij mogen er wel op vertrouwen, dat God ons heeft toegerust met zo veel liefde en kracht, dat wij – met elkaar – van ons leven iets moois kunnen maken.

Het is inderdaad zo, in het bedrijfsleven bijvoorbeeld, dat op het einde van een werkdag de directeur van het bedrijf niet aan de poort staat om zijn werknemers uitputtend voor hun inzet te bedanken. Zij worden er immers voor betaald. Hard werken is normaal.

En toch zal Jezus Christus strakjes wel aan de poort staan. In Lucas 12, 37 prijst Jezus die dienaars gelukkig, die Hij bij zijn komst wakende zal vinden. Hij zal zich in de hemel omgorden en langs hen gaan om te bedienen.

Zagen wij dat tijdens het Laatste Avond ook niet al gebeuren? Jezus omgordde zich en ging langs zijn leerlingen om hen de voeten te wassen.

Wat in het bedrijfsleven en elders misschien als doodgewoon wordt ervaren, ijverige inzet neemt God, nemen wij, christenen, dankbaar als een geschenk aan. Wij vinden niets vanzelfsprekend. Niet omdat wij lage verwachtingen van mensen hebben. Maar omdat de dankbaarheid – eucharistie betekent dankzegging – in onze liefde een grote plaats inneemt.

Beste medegelovigen, vertrouwen wij op God, helpen wij elkaar. Zijn wij altijd dankbaar. Liever tien keer te vaak dan één keer te weinig.

Drie priesters wandelden in het park. Bij het zien van een zonnebloem zei de eerste priester: “Ik zou willen dat het geloof van christenen was zoals die zonnebloem. Altijd gericht naar de zon, zoals christenen naar God gericht moeten zijn.” De twee andere priesters waren diep onder de indruk.

Bij een tarweveld gekomen, zei de tweede priester: “Ik zou willen dat het geloof van christenen gelijkt op een tarweveld: altijd buigzaam naar wat God wil.” De twee andere priesters vonden dat een prachtig beeld.

Toen zag de derde priester achter het raam van een huis een cactus. Hij zei: “Ik zou willen dat het geloof van christenen was als een cactus.” De twee andere priesters keken hem verbaasd aan. Waarop de derde priester uitlegde, dat hij vindt dat sommige mensen zo nonchalant met het geloof omgaan. Het is soms alleen maar iets voor de zondag; mensen kiezen uit wat hen bevalt. Maar God aanvaarden zoals Hij is, zoals Hij zichzelf heeft geopenbaard, als Schepper en Vader, en dus aan hem gehoorzaam zijn, dat doen ze niet.

Lieve mensen, wij proberen elkaar te accepteren zoals we zijn, laten wij dan ook God aanvaarden zoals Hij is: Iemand met een liefde die groter is dan die van alle mensen samen. Wij zijn uit Hem voortgekomen en zijn naar Hem op weg. Hij mag in ons leven dus altijd de eerste zijn, alle dagen van de week. Amen.