Preek in de tehuizen op 13/14-10-2023, 28e zondag jaar A, pastoor Frank Domen

Preek in de tehuizen op 13/14-10-2023, 28e zondag jaar A, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Lieve medegelovigen, namens God, jullie en mijn hemelse Vader, mag ik zeggen: welkom, fijn, dat jullie er zijn. God, onze Vader, is reuze blij ons te zien. Hoe ik dat weet? Nu, je hoeft toch maar naar de mensen te kijken! Als je ziet hoe blij een opa en oma zijn als hun kinderen en kleinkinderen voor de deur staan … zou God dan niet blij zijn met ons!?

En of wij nu de afgelopen week het goede hebben gedaan of ons af en toe hebben vergist, God hoopt, dat wij in deze viering weer dichter bij Hem en bij elkaar komen. Híj heeft de hele week naar deze viering uitgezien. Hij is teleurgesteld, dat sommige mensen er niet zijn. Maar wij zijn er, en daar is Hij blij mee!

Laten wij God eren. Wij mogen gerust voor onszelf bidden, maar doen wij dat vooral voor andere mensen, die in grote nood verkeren, bijvoorbeeld de mensen in Israël en de Gazastrook: bidden we, dat er weer gauw vrede mag komen.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Almachtige en eeuwige God, Gij wacht en staat gereed om, als de weg is afgelegd en alle leed geleden, iedereen zijn plaats te geven bij de maaltijd, die Gij hebt aangericht. Laat ons niet onverschillig worden en in liefdeloosheid vervallen. Wek in ons het geloof, dat er een weergaloze toekomst wacht voor wie ingaat op uw uitnodiging. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Preek

Stel je voor: er gaat in een kerk een huwelijksviering beginnen. Iedereen zit te wachten. Opeens komt de bruidegom huilend binnen met de mededeling, dat zijn bruid niet meer wil. Of – wat nóg erger zou zijn – op het moment van de huwelijkssluiting vraagt de pastoor eerst aan de bruidegom: Beste Piet, wil jij Marie aanvaarden als je vrouw, enz., waarop Piet de alom bekende woorden zegt: “Ja, ik wil.” Maar als de pastoor aan Marie dezelfde vraag stelt, antwoordt zij: “Nee, ik moet het eigenlijk niet doen, ik heb een ander.” Wat een drama! Wat een verdriet! Bij de bruidegom en bij de familie van beide kanten. Het schijnt in het echt ook weleens te gebeuren.

Nu, iets dergelijks gebeurt in het evangelie van vandaag. Er is een koning, die een bruiloftsfeest houdt voor zijn zoon. Alles staat klaar. Maar een heel belangrijk iemand ontbreekt: de bruid!

Het gaat natuurlijk niet om zomaar een koning. Deze koning is God. En het gaat niet om een gewone bruiloft, maar om het eeuwige leven in de hemel. Om het eeuwige samenzijn van God en mensen.

Jezus is de bruidegom. De bruid, dat zijn wij, de gasten, die door God tot het eeuwige bruiloftsfeest in de hemel zijn uitgenodigd! De dienaren, dat zijn de paus, de bisschoppen, de priesters en diakens, die door hun catechese en hun verkondiging de mensen uitnodigen tot liefde voor God en voor elkaar. Het gaat over ons leven.

Als je een bruid en een bruidegom hebt, die veel van elkaar houden, en ook tussen beide families klikt het erg goed, dan is een bruiloftsfeest een geweldig mooi gebeuren waar je nog lang met veel plezier aan terugdenkt. De foto’s worden geregeld nog even bekeken.

God vergelijkt ons samenleven met Hem in de hemel met een bruiloft. Hij zegt: het líjkt op een bruiloft, want Hij heeft geen beter voorbeeld. In werkelijkheid is het nog veel mooier. Zoals bruid en bruidegom van elkaar houden, zo houdt Jezus Christus nog veel meer van ons. En zoals de ouders van bruid en bruidegom veel vreugde beleven aan het geluk van hun kinderen, zo vindt God nog veel meer vreugde in ons.

God houdt zoveel van ons, dat Hij ons niet alleen de wereld heeft gegeven – je zou kunnen zeggen: Hij heeft helemaal onze uitzet verzorgd – maar ook heeft Hij – toen het helemaal misging – zijn eigen en enige Zoon gegeven om onze problemen op te lossen: om ons te verlossen!

Wij zien, dat de koning – God – tijdens het bruiloftsfeest ook rondloopt door de feestzaal om alle gasten persoonlijk te begroeten. Dat betekent, dat niemand van ons bij God onbekend is. Wij zijn geen nummer, niet een van de zoveel, nee, God kent ieder van ons bij zijn naam. Hij houdt van ons evenveel als van zijn eigen Zoon.

Maar, lieve mensen, wij moeten niet vergeten, dat het bruiloftsfeest plaatsvindt in het Huis van God, de hemel. Het is zijn hemel, Hij bepaalt de regels. Denken wij nog even terug aan het evangelie van vorige week over de wijngaard. Ook die is van de Heer. Wij zijn enkel de huurders en moeten na verloop van tijd goede vruchten afdragen aan de Heer. Maar er zijn gasten op de bruiloft – en wat wij hier in de kerk vieren is een voorafbeelding, een schaduw, van wat wij in de hemel vieren – er zijn gasten, die denken zelf de regels te kunnen bepalen. Zij maken zelf wel uit wat zij geloven en niet geloven, bepalen zelf wat zij doen en niet doen. Deze gasten zien de dingen niet meer in de goede verhouding. Zij zien zichzelf niet als afhankelijke kinderen. Dus hoeven zij ook niet naar God de Vader te luisteren. Dat was ook de zonde van Adam en Eva. Zij zien de wijngaard als hun eigendom en hoeven dus ook niet – denken zij – geregeld bij de Heer van de wijngaard … in de kerk te komen.

Lieve mensen, begrijpen wij, dat God én Koning én Vader tegelijk is!? Dat Hij Iemand is, die boven ons staat en tegelijk toch heel veel van ons houdt!? Zien wij Hem als onze Vriend, als een soort Partner!? Of zien wij God alleen maar als Schepper, Hem van wie wij alle dingen hebben gekregen en waar wij graag gebruik van maken!? Vinden wij het echt fijn, dat wij door Hem worden uitgenodigd tot de heilige Eucharistie, zodat wij zijn Zoon in de heilige Communie kunnen ontmoeten!? Hebben wij in de gaten, dat deze God-Vader eigenlijk recht heeft op deze kleine, wekelijkse ontmoeting in de kerk, omdat Hij toch al de hele dag, iedere seconde van ons leven, voor ons klaarstaat!?

Er staat nog iets in het evangelie: de bruiloftszaal stroomde vol met goeden en slechten. Dat gaat ook over ons. Het is niet zo, dat wij óf bij de ene groep óf bij de andere groep horen, nee, de ene keer doen wij goede dingen en een andere keer kunnen wij ons vergissen.

Waarom moest die ene slechte de bruiloftszaal verlaten? Ik denk, omdat hij het kwaad van zichzelf niet wilde toegeven, hij had geen berouw. Berouw is als een wasmiddel. Daar krijg je een schone ziel van, een schoon bruiloftskleed. Die gast zonder bruiloftskleed was iemand, die in naam katholiek of christen was, maar er niets mee deed of in ieder geval te weinig. Hij wist misschien wel veel over God, maar voelde geen liefde voor God of de mensen. Liefde moet je niet alleen uitspreken, maar vooral laten zien door je goede werken, ook voor mensen, die jou minder goed gezind zijn.

Lieve mensen, denken wij er aan, dat de bruiloft van deze koning een beeld is voor het eeuwige leven, dat God met ons wil leiden. Hij vraagt als bij een bruiloft: Wil je met mij verder door het leven gaan? Laten wij antwoorden: Ja, ik wil. En doen wij dat niet alleen met ons hoofd, maar ook en vooral met ons hart. Wij moeten hartelijke mensen zijn, niet alleen voor onze familie en vrienden, maar ook voor God en voor alle andere mensen. Dan zullen wij Gods vrede en vreugde nu al een beetje gaan ervaren. Amen.