Preek in de tehuizen op 07/08-06-2024, 10e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Broeders en zusters, allemaal van harte welkom bij deze heilige viering. De tijd van de grote feesten is voorbij. Pasen en Hemelvaart en Pinksteren, de feesten van de heilige Drie-eenheid en van Sacramentsdag, het zijn momenten geweest van bijzondere verbondenheid met God en met elkaar.
Maar nu gaat het gewone leven weer beginnen. Wat wij hebben ontvangen aan genade, mogen wij nu in de praktijk van het dagelijkse leven uitdragen. Dat is natuurlijk heilzaam voor onszelf, en ook voor de mensen, die wij onze hulp in woord en daad aanbieden.
Wij beleven spannende tijden. Hoe gaat een en ander zich ontwikkelen? Groeien de volkeren nog meer uit elkaar of komen ze tot elkaar? Komt het tot een grote confrontatie of zal de vrede en de eenheid onder de volkeren terugkeren?
Er is er maar Één, die ons echt daarbij kan helpen: God, onze Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, en de heilige Geest. Dat zijn drie Personen, maar toch één God. Laten wij bidden, dat steeds meer mensen onze drie-ene God gaan aanroepen, want het lijkt erop, dat wij van onze dames en heren politici niet veel hoeven te verwachten. God alleen is heilig. Hij alleen kan de onderlinge vrede herstellen. En Hij wil dat ook doen, maar alleen als voldoende mensen Hem daarom vragen.
Beginnen wij deze viering met vergeving te vragen voor de keren, dat wij zelf in ons doen en laten een stukje onenigheid en onvrede hebben veroorzaakt.
Openingsgebed
Laat ons bidden. God, Schepper van het heelal, uw liefde riep de mens tot leven, maar het kwaad dat schuilt in ons hart, bracht de dood. Wij vragen U: vergeef wat wij misdreven hebben, schenk uw genade en wek ons weer tot leven. Dat wij met dankbaarheid opzien naar Hem die de wortel van het kwaad heeft uitgerukt, Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer. Die … . Amen.
Preek
Broeders en zusters, in de jonge Kerk, dat is de Kerk in de eerste eeuw, waren er bepaalde mensen, die er zich op beroemden, dat zij tot de familie van Jezus Christus behoorden. Zo was Jakobus, de bisschop van Jeruzalem, een neef van Jezus. Op grond van die verwantschap wilden zij een zekere voorrang krijgen in de jonge Kerk. De evangelist Marcus geeft vandaag daarop zijn commentaar.
In het evangelie lezen wij het volgende: “in die tijd ging Jezus naar huis en weer stroomde zoveel volk samen, dat zij niet eens gelegenheid hadden om te eten. Toen zijn verwanten dit hoorden, trokken zij erop uit om Hem mee te nemen, want men zei, dat Hij niet meer bij zijn verstand was.” Uit de tekst blijkt, dat ook zijn eigen Moeder Maria bij die verwanten was. Zij bleven buiten staan, zegt de evangelist Marcus, en lieten Hem roepen
Volgens de evangelist zijn zij dus ‘buitenstaanders’. Dit woord heeft een diepe betekenis. Jezus Christus wil een nieuw soort gemeenschap opbouwen met hen, die samen luisteren naar Gods woord en die samen Gods wil proberen te volbrengen.
In die nieuwe gemeenschap heeft bloedverwantschap of aan verwantschap geen betekenis meer. Ook zijn bloedverwanten krijgen dezelfde opdracht om te geloven: “want mijn broeder en mijn zuster en mijn moeder zijn zij, die de wil van God volbrengen.”
Daaruit kunnen wij natuurlijk niet afleiden, dat Jezus geen liefde had voor zijn bloedverwanten, voor degenen met wie Hij vanaf zijn jeugd vertrouwd was. De liefde voor zijn heilige Moeder spreekt duidelijk uit zijn laatste woorden aan het kruis.
Maar Jezus is niet gekomen voor zijn familie. Vriendjespolitiek is nooit een zegen geweest voor de Kerk. Wij mogen de Kerk nooit misbruiken ten voordele van onze eigen familie.
De heilige wil van de hemelse Vader is het thema, de melodie, geweest van het leven van Jezus. Het was de wil van de Vader, dat het Woord is vlees geworden en onder ons heeft geleefd. Elders zegt Jezus dan ook: “Mijn voedsel is de wil van de Vader.” Het is de wil van de Vader, dat Jezus lijdt en dat Hij trouw blijft. Hij zal aan het kruis sterven als een uitgestotene. Familiebanden en bloedverwantschap blijven bij Jezus altijd op de achtergrond. Alleen wie zoals Hij de wil van de Vader probeert te vervullen is het meest verwant met de Heer. Is dat geen geweldig woord: Gods wil vervullen!?
Broeders en zusters, die wil van God was de drijfveer in het leven van de heiligen. Kluizenaars trokken zich terug in de woestijn om daar te vasten en te bidden. Duizenden missionarissen verlieten hun vaderland en hun familie om het evangelie te verkondigen in de meest onmogelijke situaties. En miljoenen mensen stierven de marteldood in trouw aan Gods wil.
De heilige Theresia van Lisieux zegt: heiligheid is eigenlijk heel eenvoudig: gewoon nooit nee zeggen tegen Gods wil.
Hoe heel anders denken wij daar dikwijls over. Vaak zijn wij een leven lang op de vlucht voor Gods wil. Alle middelen zijn goed om ons tegen die wil af te schermen. Wij verkiezen boven alles onze eigen wil, ons eigen verlangen of instinct.
Als we echter eerlijk zijn, moeten wij toegeven, dat de ervaring leert, dat wij op die manier niet de ware vrede en het echte geluk kunnen vinden. Wie zich laten leiden door de wil van God, doet zichzelf soms wel pijn, maar hij vindt geluk en vrede. Wie in verzet komt tegen het Kruis, zal op den duur zelfgenoegzaam en verbitterd worden.
Wie de wil van God vervult, hij is de broeder en zuster en moeder van Jezus Christus. Hij is de echte verwant van Jezus Christus en hij zal delen in diens kracht, vrede en geluk. Maar dat kan alleen als wij ons biddend voor de Heer buigen. Jezus Christus heeft het ons in zijn gebed voorgedaan door te zeggen: “Vader, niet mijn wil geschiede, maar de uwe.”
Laten wij proberen dit gebed te beantwoorden: “Heer, help mij uw wil te begrijpen en op te volgen.” Dan zijn wij geen buitenstaanders meer, maar worden ook wij opgenomen in de groep van hen, die verwant zijn met Jezus Christus. Amen.