Paastriduüm
Witte Donderdag is de donderdag vóór Pasen. Herdacht wordt het pesachmaal dat Jezus aan de vooravond van zijn kruisdood met zijn leerlingen hield. Tijdens dit Laatste Avondmaal stelde Jezus de Eucharistie en het Priesterschap in.
Wit
Witte Donderdag is in het katholieke Paasfeest een belangrijke dag. De dag is vernoemd naar zijn liturgische kleur. Wit staat voor ‘goed’, ‘vreugdevol’ en ‘heilig’. Al deze aanduidingen passen zeer goed bij Witte Donderdag: het is immers de dag waarop Jezus Christus aan zijn volgelingen de Sacramenten van Eucharistie en Priesterschap heeft geschonken. De vreugde van de dag is wel vermengd met droefheid. Op Witte Donderdag wordt Jezus in de Hof van Getsemane namelijk in de steek gelaten door zijn leerlingen (Matt. 26, 36-46), en pleegt Judas het verraad waardoor Jezus door zijn vijanden gevangen genomen kan worden (Matt. 26, 47-56).
Laatste Avondmaal
Witte Donderdag gaat vooraf aan de vrijdag waarop Jezus aan het kruis sterft, de zogeheten Goede Vrijdag. Op Witte Donderdag gaf Jezus zijn leerlingen de opdracht om de Joodse paasmaaltijd, het Pascha, voor te bereiden. Toen het avond was lag Jezus met zijn leerlingen aan. Het zou zijn Laatste Avondmaal worden. Tijdens de maaltijd brak Jezus het brood en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden ‘Neem en eet, dit is mijn lichaam’. Ook gaf hij hun de wijnbeker met de woorden ‘Drink er allen uit, want dit is mijn bloed van het verbond, voor velen uitgegoten tot vergeving van zonden’ (Matt. 26, 26-28). De betekenis van deze opmerkelijke manier om brood en wijn te delen wordt duidelijk door enige uitleg van de Joodse Pesach-tradities.
Brood
In hun Pesachfeest herdenken de Joden dat hun voorvaderen door God uit de slavernij in Egypte werden geleid. Tijdens de vlucht uit Egypte was er geen tijd om brooddeeg te laten rijzen. Er werd ongedesemd brood gegeten. Bij het Pesachfeest eten de Joden, in dankbare herinnering aan hun bevrijding, alleen ongedesemd brood. Het is dit brood dat Jezus tijdens het Laatste Avondmaal met zijn leerlingen deelt. Door het brood als zijn eigen lichaam uit te delen, geeft Jezus aan, dat hij alle mensen uit de slavernij van de zonden zal leiden.
Wijn
Jezus laat de wijn rondgaan en noemt het zijn bloed. In het joodse Pesach is het bloed van het Pascha oftewel het Paaslam het teken van het Verbond dat God heeft gesloten met het volk dat hij uit Egypte heeft geleid. Jezus brengt een Nieuw Verbond. Zijn eigen bloed is het teken van dit Nieuwe Verbond. Door de wijn bij het Laatste Avondmaal als zijn bloed te presenteren, kondigt Jezus aan dat hij het nieuwe paaslam is, wiens bloed op Goede Vrijdag vergoten zal worden, tot vergeving van de zonden.
Instelling van eucharistie en priesterschap
Met de woorden die Jezus uitsprak over brood en wijn stelde hij het sacrament van de Eucharistie in. Hij gaf zijn leerlingen opdracht, de maaltijd op dezelfde wijze te blijven herhalen tot zijn wederkomst, om hem te gedenken. Met dit zogenoemde ‘herhalingsgebod’ beklemtoonde Jezus niet alleen het sacramentele karakter van de Eucharistie, maar stelde hij ook het Priesterschap in.
Voetwassing
Volgens de evangelist Johannes waste Jezus tijdens het Laatste Avondmaal de voeten van zijn leerlingen, als toonbeeld van nederigheid. Het was een handeling die destijds tot het werk der slaven behoorde. Jezus wilde de leerlingen door zijn opmerkelijke optreden wijzen op het belang van dienstbaarheid en de bereidheid elkaar liefde te betonen ’tot het uiterste’. De voetwassing is zodoende de inleiding op het gebod dat Jezus zijn discipelen geeft: het gebod “dat je elkaar liefhebt. Met de liefde die ik jullie heb toegedragen, moeten jullie ook elkaar liefhebben” (Joh. 13, 34).
Navolging
In sommige kerken en in tal van kloosters vindt op Witte Donderdag een plechtige voetwassing plaats. In navolging van Jezus wast en droogt de priester samen met zijn assistenten de voeten van gelovigen die hier om pastorale redenen voor in aanmerking komen.
Boetelingen
In de vroege Middeleeuwen was Witte Donderdag de dag waarop de openbare boetelingen, die op Aswoensdag uit de Kerk waren verdreven, weer in de gemeenschap werden opgenomen. Eenmaal tot inkeer gekomen, konden de boetelingen na deze zogenoemde ‘reconciliatie’ deelnemen aan alle vieringen van het Paastriduüm.
Avondmis
Het Driedaagse Paasfeest, ook wel Paastriduüm genoemd, begint officieel met de avondmis op Witte Donderdag. Strikt genomen is pas bij de avondmis sprake van Witte Donderdag: alles wat die bewuste donderdag aan de avondmis vooraf is gegaan, valt in liturgische zin onder de benaming ‘Donderdag in de Goede Week’.
Coena Domini
Tijdens de avondmis van Witte Donderdag wordt in aanwezigheid van zoveel mogelijk gelovigen de eucharistie gevierd, ter herdenking van het Laatste Avondmaal. Deze mis, die in de Latijnse liturgie Coena Domini, ofwel Avondmaal des Heren heet, heeft vanwege de gebeurtenissen die erin herdacht worden, een sterk gemeenschapskarakter. Alle priesters en assistenten van de parochie vervullen hierbij een functie. De homilie staat in het teken van de instelling van de eucharistie, de instelling van het priesterschap en Jezus’ gebod tot naastenliefde.
Leeg tabernakel
Het tabernakel dient bij aanvang van de avondmis volledig leeg te zijn. Er mogen geen hosties in zijn achtergebleven, omdat de Kerk in de mis van Witte Donderdag het Heilig Sacrament wil ontvangen als was het zojuist ingesteld.
Gedoofde godslamp
Als een tabernakel de Hostie bevat, brandt de godslamp. Het tabernakel is op Witte Donderdag leeg, en dus is de godslamp gedoofd. De lamp zal tot aan de Paaswake gedoofd blijven.
Hosties voor Goede Vrijdag
De Kerk vindt het niet passend om op Goede Vrijdag, als de Kruisdood van Jezus wordt herdacht, een mis te vieren. De gelovigen kunnen die dag wel te communie gaan. Dat kan met hosties, die speciaal voor dit doel in de eucharistie van Witte Donderdag worden geconsacreerd.
Processie naar het zijaltaar
De voor Goede Vrijdag geconsacreerde hosties worden in de mis van Witte Donderdag, na de communie, door de priester naar een zijkapel gebracht. In die kapel staat een speciaal tabernakel, waarin de hosties bewaard zullen worden. De priester draagt de hosties naar de kapel in een processie met wierook en kaarsen. Een kruisdrager gaat daarbij voorop. Als de hosties in het tabernakel zijn geplaatst, trekken de priester en zijn assistenten zich terug, na enkele ogenblikken van stille aanbidding. Daarmee eindigt de mis van Witte Donderdag, zonder de gebruikelijke heenzending van de gelovigen, waarmee een mis normaal eindigt. Dat is niet voor niets: de gelovigen mogen namelijk blijven, of terugkomen, om te waken.
Waken
Gelovigen die zich hiertoe geroepen voelen, waken gedurende de nacht van Witte Donderdag op Goede Vrijdag enige uren bij het tabernakel waarin de geconsacreerde hosties zijn geplaatst. Hiermee proberen zij in te gaan op het verzoek dat Jezus in de nacht voor zijn Kruisdood aan de apostelen deed. Jezus had zich namelijk na het Laatste Avondmaal in de tuin van Getsemane teruggetrokken om tot God de vader te bidden. Jezus vroeg zijn leerlingen om met hem te waken. De discipelen slaagden er niet in om wakker te blijven. Ieder Paasfeest opnieuw kunnen gelovigen proberen om in de nacht van Witte Donderdag op Goede Vrijdag met een eigen wake alsnog aan het verzoek van Jezus te voldoen.
Van blijdschap naar droefenis
De avondmis van Witte Donderdag is tot aan de Paaswake de laatste bijeenkomst van gelovigen die van blijdschap getuigt. Voor het laatst worden de klokken geluid, en voor één keer wordt gedurende de Veertigdagentijd het Gloria gezongen. Aan het eind van de mis resteert alleen nog droefenis. Het altaar wordt volledig leeg gemaakt. Het kerkgebouw wordt ontdaan van zoveel mogelijk kruisbeelden.
Verwijderen en bedekken der kruisbeelden
Kruisbeelden worden op Witte Donderdag na de mis uit het kerkgebouw verwijderd of onzichtbaar gemaakt met een doek, ter voorbereiding op Goede Vrijdag. Dat is namelijk de dag waarop Jezus aan het kruis werd geslagen, waardoor het Kruis zijn betekenis heeft gekregen. Daarom krijgt het op die dag elk jaar opnieuw zijn plek in de kerk.
Chrismamis
In de ochtend van de ‘Donderdag in de Goede Week’ wordt in de kathedraal van ieder bisdom een zogeheten Chrismamis gevierd. Tijdens deze mis wijdt de diocesane bisschop voor het hele jaar het chrisma: dat is de olie die onder meer wordt gebruikt voor de zalving bij de sacramenten van Doopsel, Vormsel en de Ambtswijding tot priester en bisschop. Ook zegent de bisschop de olie voor de zieken en voor deelnemers aan het catechumenaat. Soms vindt de chrismamis niet in de ochtend, maar in de middag plaats. Soms ook wordt de chrismamis niet op de donderdag, maar op een eerdere dag in de Goede Week gevierd.
Priesterbeloften
Het is bij de Chrismamis de bedoeling dat zoveel mogelijk priesters uit het bisdom tezamen met hun bisschop voldoen aan het gebod van Jezus tot herhaling van het Laatste Avondmaal. De chrismamis benadrukt op deze wijze de nauwe verbondenheid van de priesters met hun bisschop, die in de Apostolische Successie staat. De homilie van de chrismamis roept de priesters op trouw te blijven aan de zending die zij bij hun wijding hebben ontvangen. Na de homilie hernieuwen de priesters, als teken van hun trouw, de beloften die zij bij hun wijding aan de bisschop hebben gedaan.