Overweging ter voorbereiding van 10-09-2022, zaterdag in de 23e week door het jaar
Uit de geschriften van Hendrik Mande († 1431)
De letter is er omwille van de betekenis
Als u blind bent of als u meent dat u blind bent, zondigt u niet. Maar als u de heilige Schrift kent en tegen die heilige Schrift misdoet, bent u op de verkeerde weg.
Als u verblind raakt, is deze verblindheid het voornaamste gebrek om alles te bezien vanuit een innerlijke verlichting. Men wil dan alles naar eigen voorkeur uitleggen of naar hetgeen men in boeken gelezen heeft, en dan komt men bedrogen uit. Want de apostel Paulus zegt: ‘De letter maakt dood, maar de geest maakt levend’ (2 Kor. 3, 6).
Daarom zijn ongeloof en tweedracht in de heilige kerk meestal ontstaan – en ontstaan nog steeds – door priesters en bijbelgeleerden. Want dezen willen, evenals Augustinus toen hij nog geen christen was, goddelijke zaken begrijpen door menselijke wijsheid en spitsvondigheden en nutteloos gefilosofeer, terwijl een godsdienstige mens moeite doet alles te leren kennen en begrijpen met de wijsheid vanuit het geloof.
Sommige mensen bemerken niet of willen niet eens weten dat er enerzijds een groot verschil en onderscheid is tussen het lezen van boeken en anderzijds het juist ervaren en goed aanvoelen vanuit je innerlijk. Dit aanvoelen verwerft men meer door een eerlijk gebed dan door veel lezen, meer in de stilte dan door veel praten, en meer door echte berusting dan door spitsvondig geredeneer.
De profeet zegt: ‘Ervaart het, ziet hoe mild de Heer is’ (Ps. 34 (33), 9); hij zegt niet: ‘Leest en zegt: mild is de Heer’, want men leest dikwijls in de boeken om veel te weten of om door anderen voor een geleerde te worden aangezien.
Maar er zal ergens in een hoek een onaanzienlijk iemand zitten die niet geacht is en verworpen en die misschien niet veel de Schrift gelezen heeft, en deze kan meer echte Godskennis en waarheid van binnen ervaren in een kort moment en meer Godskennis krijgen en doorzien dan sommigen in een jaar krijgen met al hun boeken. Niet dat de boeken en wat de heiligen leren, slecht zijn; maar dat sommigen zozeer in de letter blijven steken dat zij de waarheid die erin besloten ligt, niet zien of ontdekken kunnen, dát is slecht voor henzelf en soms ook voor anderen. Want de letter is er omwille van de betekenis, zoals Antonius zei tot de wijsgeren die hem bezochten en hem vroegen of de betekenis dan wel de letter voorafgaat; hij antwoordde toen: de betekenis. Want waartoe dient de letter of de tekst anders dan om de betekenis die men van binnen voelt of proeft, aan anderen te openbaren? Daarom: wie het begrip van binnen heeft, die heeft voor zichzelf geen behoefte aan de letter.