Overweging in de tehuizen op 28/29-10-2022, 31e zondag door het jaar C, Jannie Ligthart

Overweging in de tehuizen op 28/29-10-2022, 31e zondag door het jaar C, Jannie Ligthart

Openingswoord

Dierbare medegelovigen, welkom in de viering in het 31e weekend door het jaar. In het evangelie van dit weekend, lezen we dat veel mensen Jezus willen zien wanneer Hij door Jericho trekt. Dat is begrijpelijk, want net voor Hij de stad binnenging, heeft Hij een blinde genezen. De vele mensen die Hem nu volgen zijn waarschijnlijk benieuwd of ze nog één, misschien zelfs meerdere wonderen zullen zien. En ook Zacheüs ziet daarin een reden om Jezus te willen zien. Hij is een heel rijke tollenaar en hij wordt door iedereen gehaat, want als tollenaar is hij een collaborateur met de Romeinse bezetter. Omdat Zacheüs weet dat iedereen hem haat klimt hij, denkend dat niemand hem ziet, in een vijgenboom. Maar dan komt Jezus langs en ziet hem, en kent hem zelfs bij naam.

Laten we in de viering samen nadenken over Jezus reactie op deze door iedereen gehate man.

Om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen, vragen we, voor de keren dat het ons niet lukte het Woord van God in praktijk te brengen, vergeving, door het samen bidden van de schuldbelijdenis.

Overweging

Lieve medegelovigen, verleden week hoorden we in een verhaal, hoe Jezus denkt over de hoogmoedige farizeeër en de berouwvolle tollenaar in de tempel. De tollenaar, een man die met de nek werd aangekeken, en voor wie de mensen in zijn omgeving geen goed woord over hadden, juist hij kreeg vergeving van God, want hij had zijn hart klein gemaakt, hij had zich op zijn borst geklopt, hij had erkend dat hij zondaar was en had om vergeving gevraagd. Die tollenaar werd door Jezus gerechtvaardigd, en niet de farizeeër, want Jezus zei : ” Wie zich verheft zal vernederd worden , maar die zich vernederd zal verheven worden.

Vandaag laat Jezus in het Evangelie zien dat het waar is wat Hij heeft gezegd. Ook vandaag horen we over een tollenaar, Zacheüs. Zacheüs werkt bij de belastingdienst van de Romeinse bezetter. Hij verdient hier veel geld aan de problemen van zijn stadgenoten. Hij zal daardoor niet geliefd zijn bij de mensen. En het is denk ik daarom, dat hij niet tussen de mensen gaat staan, maar ongemerkt in een boom klimt.

Door alle verhalen die Zacheüs over Jezus en zijn volgelingen had gehoord, was er in Zacheüs een verlangen ontstaan om Jezus te zien. En net als de andere omstanders deed hij er moeite voor, zelfs veel moeite, door als een klein persoon in een grote vijgenboom te klimmen. Het is hetzelfde verlangen waardoor ook wij de moeite hebben genomen om naar de viering te komen. Het is het verlangen dat God zelf in ons hart heeft gelegd.

En ineens is Jezus dicht bij die wilde vijgenboom. Niemand ziet Zacheüs, maar Jezus ziet hem wel. Jezus kent hem en Hij roept hem, zoals Jezus ieder van ons kent, bij onze naam. En dan zegt Jezus iets bijzonders:” Vandaag moet Ik in jouw huis te gast zijn!” Jezus nodigt zichzelf uit, Hij weet waar Hij moet zijn. Omdat ook ons verlangen naar Jezus gaat, wil Jezus ook ons ontmoeten in het Woord van de H. Schrift en wil Hij bij ons te gast zijn, als wij H. Communie ontvangen.

Jezus kijkt dus niet oppervlakkig naar de mens. Hij kijkt anders naar ons, dan wij vaak naar de ander kijken. Als ik voor mezelf spreek, moet ik erkennen dat ik vaak te gauw een oordeel heb. Gelukkig kunnen we van Jezus leren dat iedere mens zijn bijzondere waardigheid heeft, ongeacht hoe hij eruitziet, of zich gedraagt. Jezus ziet altijd als eerste het goede in de mens ook al veroordeelt hij wel het feit wat diegene niet goed heeft gedaan. Het is als met die tollenaar van verleden week in de tempel. God ziet en luistert naar het hart, wij kunnen alleen de buitenkant zien, de omstandigheden.

Doordat Jezus in het hart van Zacheüs kijkt en bij Zacheüs het huis binnengaat, ontstaat er onrust. Waar is die Jezus in hemelsnaam mee bezig. De omstanders protesteren, mopperen en morren, ze zijn boos, jaloers en verontwaardigd. Bij ieder ander had Jezus naar binnen kunnen gaan, maar niet bij die tollenaar.

Maar Jezus trekt zich daar niets van aan, Hij volgt zijn hart naar de ander. Zo doet God, onze liefdevolle hemelse Vader, met al zijn kinderen, dus ook met ons. Waar wij mensen een ander kunnen afschrijven, daar geeft God ons een nieuwe kans. Zacheüs komt bij Jezus staan en Jezus nodigt zichzelf bij hem uit om te eten. En dan gebeurt er iets in Zacheüs. Zacheüs heeft de barmhartigheid gezien in de blik waarmee Jezus hem aankeek. God raakte hem in zijn hart, en hij kon zich bekeren tot een beter leven. Zo kon hij met een barmhartig hart tegen Jezus zeggen: “Ik geef de helft van mijn bezit aan de armen, en Heer, als ik iemand heb gechanteerd, geef ik het vierdubbel terug”.

God zal ons ook nooit afwijzen. Wij krijgen ook steeds een nieuwe kans. We zijn al naar de viering gekomen omdat er in ons een verlangen naar Hem leeft. Laten we ons openstellen voor het verlangen van Jezus om bij ons te gast te willen zijn. Jezus nodigt zichzelf, zoals Hij bij Zacheüs deed, bij ons uit. Hij wil door de H. Communie, hier vandaag, en elke keer weer, bij ons te gast zijn, in ons huis, in ons hart, in ons leven. Amen.