Overweging op 27/28-11-2020, 1e zondag van de advent, jaar B, Jannie Ligthart

Overweging op 27/28-11-2020, 1e zondag van de advent, jaar B, Jannie Ligthart

Openingswoord

Beste medegelovigen. Welkom in deze woord en communieviering in het 1e weekend van de Advent. De Advent is een tijd van verwachting en hoop. Hoop op een heilzame toekomst met vrede en gerechtigheid. Hoop op een Rijk van God op basis van Gods eigen belofte. Hoop op vervulling van visioenen gebaseerd op de trouw van God. Hoop doet leven.

Als we proberen te leven zoals Jezus het ons heeft voorgedaan in Zijn leven, maar ook in Zijn lijden en sterven, dan zal onze verwachting en hoop gerechtvaardigd worden.

Met het aansteken van de eerste adventskaars worden we herinnerd aan het naderende kerstfeest. In deze Advent tijd, een heilige tijd, worden we opgeroepen tot waakzaamheid. Moge de komende weken ons helpen om hoofd, hart en huis meer open te stellen voor de komst van Christus. Hier en nu, in deze viering, vieren we reeds zijn komst in ons midden.

Omdat we nog vaak tekort schieten, in ons doen en laten, willen we dit belijden aan God en elkaar, om de Heilige Communie goed te kunnen ontvangen. Daartoe bidden we samen de schuldbelijdenis.

Overweging

“Weest op uw hoede, weest waakzaam.” “Wat ik tot u zeg, zeg Ik tot allen: Weest waakzaam.”

Als Jezus dit zo nadrukkelijk zegt, moet het belangrijk zijn.

“Laat Hij u niet slapend vinden.” “Weest waakzaam.”

Het gaat Jezus niet om de gewone waakzaamheid. Het alert zijn op de dingen die in het leven kunnen gebeuren: gezondheid, je naaste, in het verkeer, onrecht. Maar Jezus bedoelt een andere waakzaamheid.

We bereiden ons 4 weken voor op het Kerstfeest. We vieren, herinneren ons met vreugde,  de openbaring van God aan ons mensen, in de geboorte van Jezus. Jezus die door zijn leven, lijden, sterven en verrijzen voor ons de weg heeft vrijgemaakt van een eeuwig leven bij God.

We zijn nu 2020 jaar verder, en wat merken we van Jezus Blijde Boodschap? Merken we dat de mensheid is gaan leven naar het voorbeeld van Jezus, hoe de mens moet leven en denken, met elkaar hoort om te gaan. Wat wordt er gedaan met het gebod van de Liefde in onze  wereld, waar veel oorlogen zijn, veel gebroken gezinnen.

Wat is er met de lessen in de Evangeliën gedaan? Het lijkt wel of het merendeel van de mensheid zich ervan af heeft gekeerd.

Na zijn Hemelvaart heeft Jezus het naleven van zijn Woord, met de hulp van zijn Geest, overgedragen aan zijn leerlingen, aan ons. Hij heeft ieder van ons een plaats en een taak gegeven. Hij gaf de opdracht alles waarvoor Hij naar ons was gekomen, goed te beschermen. Als Jezus rekenschap vraagt, wat kunnen wij, ieder van ons persoonlijk, dan zeggen?

Jezus roept op tot waakzaamheid. Dan gaat het natuurlijk om waakzaamheid voor alles wat Hij ons heeft nagelaten, zijn nalatenschap, met als eerste het gebod van liefde voor God en de naaste. Hij zal ons vragen wat we daar van hebben terecht gebracht. Het zal Hem gaan om onze onderlinge band. Zijn we echt een gemeenschap, hebben we oog voor elkaar? Hebben we onze gemeenschap bewaakt, zijn we waakzaam geweest?

Er is in onze tijd heel veel waar we waakzaam voor moeten zijn, want de tijdgeest is dat de mensheid zich alleen lijkt in te  zetten voor het wereldse, en niet meer voor Gods Koninkrijk.

Het gaat bij de waakzaamheid van Jezus, over het vorm geven aan het gebod van de Liefde,  om mildheid en geduld, om een basisvertrouwen in je medemens, zonder naïef te worden. Het gaat ook om rechtvaardigheid. We steunen niet voor niets de voedselbank, we hebben niet voor niets missieprojecten. Dat hoort bij onze missie, dit alles hoort bij Zijn erfenis. Jezus vraagt daarvoor onze waakzaamheid.

We vieren de eerste zondag van de Advent. Vier zondagen krijgen we, om ons weer meer bewust te worden van Zijn komst in onze wereld, in ons hart, om ons opnieuw bewust te worden van het nieuwe dat Hij gebracht heeft, bewust te worden van de taken die Hij u en mij gegeven heeft.

We moeten nadenken, of we niet teveel met het aardse geluk bezig zijn en te weinig met het geluk dat God ons innerlijk biedt. Wij christenen kiezen voor dit innerlijk geluk, we maken tijd voor gebed en we openen ons hart voor God. Daar is Hij dagelijks aanwezig. Daar kunnen we terecht met onze zorgen en dankbaarheid. Door ons hiervan bewust te zijn, kunnen we ervaren dat Jezus in ons hart is geboren. Het begin is er, de eerste kaars brandt, het licht groeit langzaam tot het volle licht met Kerstmis.

We willen bidden dat dit een gezegende tijd mag zijn, zodat we ook na Kerstmis waakzaam blijven. Dan zullen we waken als de Heer ons rekenschap vraagt, en worden we meegenomen in Zijn heerlijkheid. Amen.