Overweging op 11/12-06-2021 in de tehuizen, 11e zondag door het jaar B, Johan Gierlings

Overweging op 11/12-06-2021 in de tehuizen, 11e zondag door het jaar B, Johan Gierlings

Openingswoord

Lieve mede parochianen, hoe vroeg ben u opgestaan vandaag?

‘s Morgens ben ik vaak vroeg wakker en ik doe dan mijn gordijnen open. Dan pak ik een kop koffie en dan ga ik zitten op de bank voor mijn raam. De zon komt op en ik zie een merel die takjes pluk in mijn vuurdoorn, twee koolmeesjes die luizen van de takjes van een boompje eten, musjes die tussen het mos wroeten. Ik herinner me zelfs een keer dat er een Vlaamse gaai op de schutting zat, blauw, rood en witte kleuren veren zag ik. Ik hoor een duif koeren, vogeltjes die fluiten.

En zo zit ik voor mijn raam en denk dan aan de lezingen van vandaag. Ook beelden uit de natuur. Het gaat over bomen. Dorre bomen die weer gaan bloeien en een klein mosterdzaadje dat uitgroeit tot een grote boom die vol zit met allerlei soorten vogels net als in mijn stadstuintje.

Ik voel me zelf op mijn sombere momenten wel eens een dorre boom, weet niet of u dit herkent? Maar vandaag laat Jezus ons een boom zien waar veel soorten vogels in nestelen, wat wil Hij ons met dit beeld laten zien? Misschien wil Hij laten zien dat we een plek nodig hebben waar we thuis zijn. Daar wil ik met u vandaag eens over nadenken, over de Merel en de Boom, fluiten en geworteld zijn in de liefde, dat is ‘thuiskomen’.

Wij wensen elkaar een goede viering.

Overweging

De benedictijner monniken zeggen dat als je ergens thuis wil zijn dat je dan elke dag even met je handen in de aarde mag vroeten, dat helpt. In contact zijn met de grond waarop je staat, en voelen hoe de aarde door je handen glijdt en aan je handen blijft kleven, dat geeft een gevoel van gegrond zijn.

We hebben de Aarde nodig. Aarde is vruchtbaar en geeft ons eten om te leven en natuur voor zuurstof om te ademen. (Daarom denk ik dat het goed is dat er meer aandacht is om goed om te gaan met de Aarde. Ik zou een lans willen breken voor de (christelijke)  millieubeweging zoals à Rocha van Embert Messeling die voor bewustwording en behoud van de natuur en zorgvuldig omgaan met de aarde pleiten.)

De evangelielezing van vandaag gaat over een grote plant, een mosterdzaadje dat uitgroeit tot een boom, waarin de vogels zich kunnen nestelen. Een boom die geworteld is in de aarde en zijn wortels diep uitgeslagen heeft in de grond. Waarom spreekt Jezus hier over een tuingewas een struik, een mosterdboom?

Jezus sprak vaak in beelden, die in de toenmalige cultuur heel gebruikelijk waren en bij de belevingswereld van de mensen aansloten. Ik denk dat wij ons daar nu ook nog in kunnen herkennen. Jezus begint met te zeggen ‘Het gaat met het Rijk van God als’ wat we ook kunnen lezen als: ‘hoe laat God iets van zichzelf zien in deze wereld’, en dan noemt Hij een beeldend voorbeeld. Dit noemen we ook wel een gelijkenis. En deze gelijkenis gaat over zaaien en groeien. Het gaat over een grote boom, die geworteld is in de aarde, daardoor staat hij stevig. Dat wortelen daar zegt de apostel Paulus zegt over: [citaat] ‘Door uw geloof, kan Christus wonen in uw hart, zodat u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde’ (Ef 3:17). Wij mogen wortelen in de liefde, in Gods liefde. Daarom staan wij ook stevig, onze wortels worden gevoed door de verbinding met Jezus Christus. We mogen wortelen als een boom.

Bij de mosterdboom in de gelijkenis groeit de boom uit zodat er veel soorten vogels er kunnen nestelen. Het mosterdzaadje zou je ook kunnen zien als de RK-Kerk die vanuit een heel klein begin, uitgegroeid is tot een wereldkerk, veel soorten mensen hebben hun plek gevonden in deze KerkBoom. Het koninkrijk van God wordt zichtbaar in de RK-Kerk die structuur geeft. De takken zijn dan de verschillende kerkgemeenschappen waarin mensen zich kunnen ‘nestelen’. En .. ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, zoals ook ieder mens een eigen geluid laat horen, en elke parochie zijn eigen ‘kleur’ heeft. We mogen ons vrij voelen als een vogel.

Wat kunnen u en ik hiermee? Misschien voelt u zich helemaal niet geworteld. Vanuit een vertrouwde situatie van thuis bent u ontworteld en op een plek neergezet die nieuw voor u is en niet het vertrouwde thuis dat u altijd gewend was. Zoals de eerste lezing zegt dat God een dorre boom laat bloeien, zo mogen wij weten dat ook als we ons soms zelf een beetje een dorre boom voelen, dat Jezus ons tot bloei wil brengen. Waar liefde is kunnen wij wortelen, en die liefde zie ik in de kerkdiensten in Hugowaard en Raatstede. Op deze plek zien we ook een ‘tak’ van de Wereldkerk. Hier mogen we thuis zijn. De wekelijkse vieringen geven iets vertrouwds en worden door velen van u gewaardeerd. We zien elke keer veel dezelfde gezichten, ook hier groeit het geloof in God en mogen we weten dat God ook hier een levensboom heeft geplant die nog groeit. We mogen beseffen dat we met elkaar deel uitmaken van dezelfde gemeenschap ook al zijn we verschillend. Ieder heeft zijn eigenheid en mag weten geliefd te zijn binnen de gemeenschap. Misschien vind u ook herkenning met de vogels in de boom. Er zijn binnen de kerk veel verschillende ‘kleuren’ van mensen die geworteld zijn in Christus, en die allemaal hun eigen lied zingen. Ieder leven kent zijn eigen klank. Door ons geloof mag Jezus wonen in ons hart en zijn wij geworteld en gegrondvest in de liefde. Amen