Overweging in De Raatstede en Hugo-Waard op 08/09-12-2023, 2e zondag van de Advent, jaar B, Jannie Ligthart
Openingswoord
Beste medegelovigen. Welkom in deze Woord- en Communieviering in het 2e weekend van de Advent.
Het woord advent, komt van het Latijnse “adventus” wat “de komende” betekent.
Wij christenen verwachten de komst van God, van Gods Koninkrijk aan het einde van de tijd.
In de geboorte van Jezus herkennen we de menswording van God in de wereld. Jezus is voor ons christenen een “lichtend” voorbeeld om na te leven. In de Evangelielezingen van afgelopen weken leerde Jezus ons om waakzaam te zijn, alert te zijn op de tekenen van de tijd. En dit waakzaam zijn, is niet slapend achteruit hangen, maar daadwerkelijk doen wat Jezus ons leert en dus vraagt te doen, om Gods Koninkrijk met elkaar, in deze wereld, te realiseren. Laten we proberen een beetje op Jezus te lijken, door God en de naaste lief te hebben door dienstbaar te zijn aan onze naaste,
Dat Jezus Christus, het Licht van de wereld, in ons mag leven, opdat Hij door ons in de wereld zichtbaar mag worden.
We steken de tweede kaars aan. Laat ons bidden: Word geboren in ons midden Heer, Moge uw licht doorbreken in al wat klein en kwetsbaar is. Maak ons attent voor wat er om ons heen gebeurt. Help ons een teken van hoop te zijn. Verlangend kijken we uit naar Uw komst. Amen.
Omdat we nog vaak tekort schieten, in ons doen en laten, we vergeten dat God ons leven wil leiden door het Woord in de H. Schrift, willen we dit belijden aan God en elkaar, door samen de schuldbelijdenis te bidden, om de heilige Communie waardig te kunnen ontvangen.
Overweging
Lieve medegelovige, lieve medemens. Het is verbazingwekkend dat het woord van Johannes de Doper, vanuit de woestijn kon doordringen tot in Judea en tot in Jeruzalem. Een stem in de woestijn die gedragen wordt, die steeds verder reikt. Johannes de Doper, roept namens God, de mens op zich te bekeren.
Johannes de Doper is een man in de woestijn. Hij is streng voor zichzelf en streng in zijn woorden. Hij vast, hij doet boete, hij is een profeet die oproept tot bekering. Het is opmerkelijk hoeveel succes Johannes de Doper had. Duizenden mensen kwamen naar hem toe. Ze daalden af in de rivier en wilden een nieuw leven beginnen.
Als Johannes nu geleefd had, zouden er dan ook mensen naar hem toe zijn gegaan?
Helaas, ik denk dat dat niet zo zal zijn. Naar een boeteviering komt maar een handjevol mensen, waarvan er enkelen te biecht gaan. Velen denken dat het biechten niet meer hoeft, dat het iets van vroeger is. Het is inderdaad iets, wat vroeger ingesteld is en voor ieder christelijk leven, een belangrijk Sacrament is gebleven.
Persoonlijk verlang ik elke keer naar de genade van dit Sacrament.
Johannes de Doper heeft dus de voorzet voor dit Sacrament gegeven, en Jezus heeft, op het eind van zijn leven, aan zijn apostelen, en de priesters van nu, de opdracht gegeven, in Zijn naam zonden te vergeven.
De Evangelist Marcus is kort in zijn beschrijving: “Johannes preekte een doopsel van bekering tot vergiffenis van de zonden”. Wij horen misschien niet zo graag preken over bekering. Dat lijkt niet zo op een vreugdeboodschap. Maar vergeving van de zonde is dat wel degelijk. Dat begrepen de tijdgenoten van Johannes en Jezus heel goed, vandaar die grote aantallen die naar Johannes toe kwamen.
Jezus heeft die intense vergeving toegankelijk gemaakt in het Sacrament van de Biecht. Voor zijn tijdgenoten was de onderdompeling, zoals de doop in de Jordaan door Johannes, de vorm van wettelijke reiniging zoals Mozes hen had geleerd. Maar Johannes maakt er meer dan een wettelijke reiniging van, hij maakt het tot een moment van bekering. Hij doet dat door hen, tijdens het moment van doop/bekering, op te roepen hun zonden te belijden. Door de vergeving, wordt Johannes een echte vreugdebode, en weg bereider van Jezus.
We hoorden God in de eerste lezing tot Jesaja zeggen: Troost mijn stad.
Breng troost aan Jeruzalem. De straftijd is voorbij, ik heb haar vergeven.
Hier horen we hoe de vergeving bedoeld is. Het is een woord van troost. God vergeeft je. Het is een woord van bemoediging gesproken door een vreugdebode. Elke priester die biecht hoort mag zo’n vreugdebode zijn als hij in de absolutie zegt: “Ik ontsla u van uw zonden, in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.”
Vandaag roept Johannes ook ons op om dat woord van troost in de biecht te ontvangen, vergeving als bevrijding van de last die op je drukt, vergeving als reiniging van wat beter had gekund.
“Johannes ging gekleed in kameelhaar met een leren gordel om zijn lendenen; hij at sprinkhanen en wilde honing”. Dit betekent, dat Johannes leefde van wat Gods Voorzienigheid hem in de woestijn bracht. Leven van Gods Voorzienigheid is de houding die Johannes de Doper aanneemt, om vrij te zijn, wil hij alleen van God afhankelijk zijn.
De stem van Johannes heeft niet alleen Judea en Jeruzalem bereikt. Zijn stem reikt ook tot vandaag toe, en zijn oproep heeft niets aan kracht verloren, met dit verschil. Wij weten nu dat Hij Jezus bedoelde met degene die na hem komt en die sterker.
Johannes zegt zelfs dat hij niet waardig is zich te bukken om Jezus sandalen vast te maken.
Johannes nodigt ook ons uit, om ons te bekeren en voor te bereiden op de komst van de Verlosser.
De Adventtijd is een tijd van voorbereiding, zoals de eerste lezing het onder woorden brengt: “Elk dal moet gevuld, elke berg en heuvel
Deze heilige tijd is een tijd waarin we ons kunnen bekeren en wie zouden daar anders mee moeten beginnen dan wij die geloven? Ons leven moet anders, we moeten minder naar het aardse gericht zijn, en meer afgestemd op de wil van God. Het is een werken aan, een in stand houden van de liefdevolle relatie, die God met ieder van ons wil.
Dan leven we toe naar een Zalig Kerstmis, en werken we samen aan het Koninkrijk van God. Amen.