Overweging in De Raatstede en Hugo Waard, 3e zondag jaar B, Jannie Ligthart
Openingswoord
Beste medegelovigen, welkom bij de viering in het 3e weekend door het jaar.
In de lezingen van vandaag horen we hoe krachtig Gods Woord kan klinken en hoeveel effect het kan hebben. Vandaag lezen we: “De mensen van Ninivé geloofden het Woord van God, door Jona hen gezegd; ze riepen een vasten af en van groot tot klein deden allen het boetekleed aan”.
Ze geloofden het Woord van God; ze namen het aan en vertrouwden het. Ook wij mogen ons afvragen, hoeveel effect Gods Woord op ons heeft. Verstaan wij de kunst, om door de mensenwoorden heen, Gods Woord te horen, en ernaar te leven?
Dezelfde kracht van het Woord, horen we in het Evangelie. Jezus sprak tot hen: “Komt, volgt Mij; Ik zal maken dat gij vissers van mensen wordt.”
Terstond lieten zij hun netten in de steek en volgden Hem.
De kracht van Gods Woord, dat de mensen in Ninivé tot bekering bracht, doet nu de vissers opstaan, ze maken zich los van de boot en de netten, ze laten hun omgeving achter zich en volgen Jezus.
Voor de keren dat ons geloof zwak en niet standvastig was. We het Woord van God niet om konden zetten in ons doen en laten, willen we onze schuld en onmacht belijden, om de H. Communie goed te ontvangen.
Bidden we samen de schuldbelijdenis.
Overweging
Lieve medegelovigen, vooraf aan dit Evangelie volgens Marcus, lezen we dat Jezus gedoopt is door Johannes in de Jordaan. Dat Hij daarna 40 dagen in de woestijn verbleef waar Hij beproefd werd door de duivel. Toen Jezus, na die 40 dagen, weer in het “gewone” leven kwam, hoorde Hij dat Johannes, die Hem gedoopt had, in de gevangenis was gezet.
Het is begrijpelijk dat Jezus, die God en mens is en de menselijke gevoelens van verdriet en onmacht over Johannes ook zeker heeft gevoeld, besluit dat Hij verder moet gaan met het verkondigen van Gods goede boodschap.
We horen vandaag Jezus tegen Petrus en Andreas zeggen: “Kom, volgt Mij; Ik zal van jullie mensenvissers maken.” Stel nu dat Petrus op dat moment had gezegd; “Dat is goed, maar laat me even mijn netten opruimen en de boel netjes achterlaten”. En dat Andreas had gezegd, “ja dat is goed, maar laat me eerst onze boot goed verkopen, dan hebben we wat financiële reserve voor de komende tijd”.
Dat lijkt mij heel redelijk. Het lijkt mij ook heel moeilijk, om ineens alles achter me te laten. En het zijn, denk ik, ook nogal logische redenen die zij aangeven, om niet meteen mee te gaan.
Maar in het Evangelie van vandaag, het Woord van God, lezen we: “Terstond lieten ze hun netten in de steek en volgden Hem”. En ook de andere twee leerlingen Jacobus en Johannes, riep Hij, Hem te volgen. Zij lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners in de boot achter en volgden Hem”. Hiermee wil God ons zeggen dat het werken aan “het Rijk van God” op de eerste plaats moet komen. Het geeft aan, dat het volgen van Jezus, het leerling zijn van Jezus, geen tijdelijke interesse kan zijn.
Het proberen mee te werken aan het Rijk van God is eigenlijk het meewerken aan de voltooiing van Gods schepping, van Gods heilsplan. Het Rijk van God is het waar het uiteindelijk om gaat. Uiteindelijk willen we allemaal thuiskomen bij God. Daarom zegt Jezus ook tegen ons: “ de tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij: het is de hoogst tijd, bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap”.
In de eerste lezing, uit het Oude Testament hoorden we over de profeet Jona.
God geeft Jona, ongeveer 800 jaar voor Christus de opdracht om naar Ninive, destijds de hoofdstad van het Assyrische Rijk, te gaan, om tegen deze stad profeteren. Jona had daar niet zoveel zin in en vluchtte, om zo buiten de macht van God te komen. Maar zoals u misschien ook wel in het leven heeft moeten ervaren, Jona kwam erachter dat je niet voor Gods wil kunt wegvluchten.
God geeft Jona opnieuw de opdracht naar Ninive te reizen en tegen de stad te profeteren. Dit keer doet Jona wat hem gezegd is: hij reist naar Ninive. Als hij de stad een eind ingetrokken is, begint hij met profeteren. Hij kondigt aan dat God de stad over 40 dagen zal vernietigen. Hierdoor komen de bewoners tot inkeer. En als God ziet dat de inwoners van Ninive zich bekeren en hun leven beginnen te beteren, bedenkt Hij zich en spaart de stad.
De woorden van Jona: “Nog veertig dagen en Ninive zal vergaan”, zijn heel anders dan die van Jezus. Van Jona hebben we dreigende taal gehoord. Jezus hanteert een andere benadering. Hij zegt niet: “Binnen drie jaar zal deze wereld vergaan”; Hij zegt: “Het Rijk van God is genaderd”. En daarna zegt Jezus, net als Jona en Joannes de Doper, “Bekeert U”.
En dat zegt Hij tegen iedere generatie opnieuw, tot ieder van ons persoonlijk. Herhaaldelijk zegt Hij: “Bekeer je”. Net zoals Jona tot de mensen van Ninive. Waren die zoveel slechter dan de mensen van onze tijd? Ik denk het niet. Als je de verhalen leest is het gewoon een spiegel van onze tijd en onze cultuur.
Jezus zei er nog iets bij: “Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap”. Zoals Ninive gered werd doordat de mensen geloofden in het woord van Jona, en op zijn woord hun levenswijze verbeterden. Zo kan de hele wereld gered worden door te geloven in het Woord van Jezus, door te geloven in zijn Blijde Boodschap. We kunnen ons leven richten op zijn Woord en zijn Voorbeeld. Laten ook wij Hem volgen. Amen.