Onze Bisschop Jan Hendriks over: Wat gaan we stemmen bij de verkiezingen?

Onze Bisschop Jan Hendriks over: Wat gaan we stemmen bij de verkiezingen?

De verkiezingen van de Tweede Kamer-leden komen er aan, op 22 november is het zover. Nee, ik ga u geen stemadvies geven. Maar wel wil ik aandacht vragen voor de waarden die we als Kerk vanuit de Katholieke Sociale Leer belangrijk vinden. In die sociale leer staan de mens, iedere mens, en zijn onschendbare waardigheid centraal. De mens als sociaal persoon, verbonden met anderen, vormt de basis van de samenleving. De Katholieke Kerk is daar heel duidelijk in: het menselijk leven en de menselijke waardigheid moeten absoluut gerespecteerd worden. Rechten van mensen kunnen alleen volgens objectieve normen beperkt worden, om de rechten van alle burgers en hun vreedzaam samenleven doeltreffend te beveiligen, dus vooral wanneer iemand misdaden pleegt (vgl. ‘Dignitatis Humanae’ van Vaticanum II, n. 7). Men moet onderscheid maken tussen zonde en misdaad. De persoonlijke vrijheid mag alleen beperkt worden in zover dat noodzakelijk is, zodat iedereen in vrede en veiligheid kan leven. Die rechten gelden voor alle mensen. Die mogen niet beperkt worden omdat iemand verkeerd bezig is, zonde doet, maar wél als hij anderen schaadt. Iedereen heeft de rechten die aan de menselijke waardigheid toekomen: vanaf de conceptie tot aan de (natuurlijke) dood. De Katholieke Kerk is zich in dit verband steeds duidelijker gaan uitspreken tegen de doodstraf. De armen en zwakken verdienen bijzondere zorg. Voor de zorg van hen die ziek zijn, oud of beperkt, vraagt de Kerk bijzondere aandacht. Laten we een samenleving bevorderen waarin aandacht is voor elkaar, vooral voor deze medemensen. De laatste jaren heeft de Paus steeds vaker aandacht gevraagd voor de verbinding tussen de generaties: het is belangrijk en goed voor iedereen als jongeren en ouderen met elkaar verbonden zijn.

De Katholieke Kerk baseert zich op de vereisten van een democratische rechtsstaat en op de handelwijze van Christus zelf. Jezus zelf heeft altijd gerespecteerd dat mensen een vrije wil hebben en niemand mag gedwongen worden tot geloof of ongeloof, want geloven is per definitie een vrije menselijke daad, het gaat immers om een innerlijke overtuiging. Christus zelf verkondigde de Blijde Boodschap en Hij verweet zijn toehoorders hun ongeloof, maar Hij maakte nooit gebruik van geweld of wonderen om hen tot aanvaarding van Hem te dwingen. Paus Leo XIII (1878-1903) zei al: “De Staat is er voor de mens, de mens is er niet voor de Staat”. De macht van de Overheid kan niet onbeperkt zijn en die Overheid moet dienstbaar zijn. De toeslagenaffaire en bijvoorbeeld het feit dat allerlei regeringen veel te gecompliceerd zijn, maken duidelijk dat hier het nodige verbeterd moet worden. In zijn encycliek ‘Quadragesimo Anno’ (1931) heeft Paus Pius XI het ‘subsidiariteitsbeginsel’ naar voren gebracht. Dat houdt in, dat de Overheid moet helpen waar mensen het niet alleen of samen met anderen kunnen. De Overheid moet de mogelijkheid geven dat mensen zelf initiatieven ontwikkelen en hen daarin steunen. Deze visie geeft al aan dat de burgerlijke Overheid zeer terughoudend moet zijn in het opleggen van visies in allerlei vraagstukken. De burgerlijke Overheid is geen moraalridder en moet zich terughoudend opstellen als het gaat om het opleggen van normen en waarden. Als de bemoeienis van de Overheid veel verder gaat dan wat voor de openbare orde, de eerbiediging van de menselijke waardigheid en de participatie aan de samenleving nodig is, komen we al gauw terecht in een vorm van Staatsopvoeding, waar fascisme en communisme zich sterk voor maakten. Dat is echt iets waar we van weg moeten blijven! Een democratische rechtsstaat gaat uit van een burgerlijke Overheid zonder ‘eigen’ levensbeschouwing of overtuiging. De Overheid vervult bepaalde taken ten dienste van het algemeen welzijn en het samenleven van burgers in de samenleving. Daarbij hoeft men het niet altijd met elkaar eens te zijn, maar respect voor elkaar is wel nodig. De burgerlijke Overheid moet dus niet de boodschap uitstralen: ‘Zó moet je denken’ maar wél het respectvol samenleven van allen bevorderen en iedere mens beschermen.
Naast deze gedachten die ik u vanuit de Katholieke Sociale Leer wil meegeven, verwijs ik ook graag naar de brief die de Nederlandse Bisschoppen hebben geschreven ter voorbereiding op de verkiezingen. En voor wie meer over de Sociale Leer van de Kerk wil weten, verwijs ik graag naar het ‘Compendium van de Sociale Leer van de Kerk’, dat u op www.rkdocumenten.nl kunt raadplegen en naar de pas verschenen Nederlandse uitgave van DOCAT, ‘Wat moet ik doen’? met een voorwoord van Paus Franciscus en verschenen bij uitgeverij Adveniat. En welk vakje u rood gaat kleuren? Dat is aan u!