Maria verschijnt in de dodencel: de bekering van Claude Newman

Maria verschijnt in de dodencel: de bekering van Claude Newman

Amerikaanse gevangenis

In het jaar 1943 wachtte in een gevangenis in Mississippi de twintigjarige Claude Newman op zijn terechtstelling voor het doodschieten van Sid Cook, de gewelddadige tweede echtgenoot van zijn geliefde grootmoeder. Op een dag zag Claude een medaille hangen om de nek van een medegevangene, en was benieuwd wat het was. Toen hij de jongeman vroeg wat het was, wierp de jongeman de medaille vloekend op de grond en zei: “Pak aan.” Claude wist niet dat de vreemde hanger een Wonderdadige Medaille was. Hoewel hij er niets van wist of wie het voorstelde, pakte Claude het sieraad op en hing het om zijn hals. Hij had geen idee hoe die simpele handeling zijn leven zou veranderen.

Een visioen

Tijdens de nacht werd Claude gewekt door een stralend visioen, van wat hij later omschreef als “de mooiste vrouw die God ooit geschapen heeft”. Het visioen bracht de bange man tot rust en de vrouw zei: “Als je wilt dat ik je moeder ben, en jij mijn kind, laat dan een priester van de katholieke Kerk komen.” Daarna verdween ze. “Een geest, een geest!” schreeuwde Claude, schreeuwend om een priester. De volgende ochtend werd pater Robert O’Leary (die later het verhaal opschreef en bekendmaakte) ontboden. Na geluisterd te hebben naar het buitengewone verhaal en met hem gesproken te hebben, ontdekte de priester dat Claude een zeer eenvoudige, ongeletterde ziel was die heel weinig van godsdienst wist.

Geloofsleerling

De priester begon de jongeman het katholicisme bij te brengen en weldra werden er catechismuslessen gegeven aan vier andere gevangenen die diep onder de indruk waren van Claude’s visioen. Enkele weken later introduceerde de pater het sacrament van de biecht, en Claude bracht in: “Oh, daar weet ik van! De Vrouwe vertelde me dat, als we gaan biechten, we niet voor een priester knielen, maar voor het kruis van haar Zoon. En dat als we echt spijt hebben van onze zonden en we onze zonden opbiechten, het Bloed dat Hij vergoten heeft over ons neerstroomt en ons vrij wast van alle zonden.” De anderen waren stomverbaasd over deze nieuwe openbaring. Toen hij hun verbazing zag, verontschuldigde Claude zich: “Oh, wees niet boos, wees niet boos, het was niet mijn bedoeling het eruit te flappen!”

Openbaring

Terwijl hij hem verzekerde dat hij helemaal niet boos was, vroeg pater O’Leary aan Claude of hij de dame nog eens gezien had. De priester terzijde nemend, zei de jongeman: “Ze zei me dat als u aan me twijfelde of aarzelde, ik u eraan moest herinneren dat u in 1940 in een greppel in Holland een gelofte aan haar hebt afgelegd, waar ze nog steeds op wacht”. Deze openbaring overtuigde de priester volledig van Claude’s beweringen. Tijdens de oorlog had pater O’Leary beloofd een kerk te bouwen ter ere van de Onbevlekte Ontvangenis als hij zou overleven. Hij vervulde die belofte in 1947, en de kerk staat er nog steeds in Clarksdale, Mississippi. Toen pater en Claude terugkeerden naar de catechese, zei Claude tegen zijn vrienden: “Je moet niet bang zijn voor de biecht. Je vertelt God echt je zonden, niet de priester. Weet je, de Dame zei dat de biecht zoiets is als een telefoon. Wij praten via de priester met God, en God praat terug naar ons via de priester.”

Opname in de kerk, doop en feest

Tenslotte werden de catechumenen in de Kerk ontvangen. In de doopregisters van de St. Mary’s parochie in Vicksburg, MS, wordt Claude’s doop geregistreerd op 16 januari 1944, vier dagen voor zijn geplande executie. Toen de dag naderde, vroeg de sheriff aan Claude of hij een laatste verzoek had. “Nou, al mijn vrienden zijn allemaal overstuur. De cipier is helemaal overstuur. Maar jullie begrijpen het niet. Ik ga niet dood, alleen dit lichaam. Ik zal bij haar zijn. Dus, dan, zou ik graag een feestje willen hebben.” De sheriff was geschokt, maar stemde toe, en liet zelfs Claude’s medegevangenen bij hem toe.

Claude Newman en de Heilige Maagd, geschilderd door Br. Claude Lane OSB

Gebed voor een medegevangene

Op de ochtend van zijn terechtstelling was Claude vol vreugde. Terwijl hij zich samen met pater O’Leary mentaal aan het voorbereiden was, kwam de sheriff binnengestormd en riep dat de gouverneur hem twee weken uitstel had verleend. Tot zijn verbazing barste de jongeman in snikken uit, ontroostbaar. “Maar je begrijpt het niet! Als je ooit haar gezicht zou zien, en in haar ogen zou kijken, zou je geen dag meer willen leven! …Wat heb ik de afgelopen weken misdaan dat God me mijn thuiskomst weigert? …Waarom, pater? Waarom moet ik hier nog twee weken blijven?” Plotseling kreeg pater O’Leary een ingeving. James Hughs, een medegevangene in de dodencel, koesterde een bijzondere haat tegen Claude en alles wat met religie te maken had, ondanks dat hij katholiek was opgevoed. Pater O’Leary stelde voor dat Claude zijn teleurstelling zou aanbieden voor de bekering van Hughs, en de laatste twee weken van het leven van de jongeman werden besteed aan het bidden voor de redding van zijn medegevangene.

Stralend van geluk op de elektrocutiestoel

Claude werd uiteindelijk geëxecuteerd op 4 februari 1944. Pater O’Leary getuigde: “Ik heb nog nooit iemand zo blij en gelukkig zijn dood zien sterven. Zelfs de officiële getuigen en de krantenverslaggevers waren verbaasd. Ze zeiden dat ze niet konden begrijpen hoe iemand stralend van geluk op de elektrische stoel kon gaan zitten.” Toen James Hughs geëxecuteerd moest worden, weigerde hij met geweld alle geestelijke bijstand en vloekte en lasterde God zelfs toen hij al op de elektrische stoel zat. Plotseling, terwijl hij aandachtig naar een hoek van de kamer keek, kwam er een blik van verbazing op zijn gezicht, snel gevolgd door een blik van pure afschuw, en hij riep: “Haal een priester voor me!”

Glimp van de hel

Pater O’Leary kwam naderbij en hoorde de man zijn volledige biecht afleggen, en vroeg hem zijn verandering van hart uit te leggen. De veroordeelde man had Claude Newman gezien en de Heilige Maagd die achter hem stond, met haar handen op zijn schouders. Op verzoek van Claude liet Onze Lieve Vrouw James een glimp van de hel zien, en vervuld van afschuw vroeg hij onmiddellijk om een priester. Opnieuw trok het eenvoudig dragen van de Wonderdadige Medaille de aandacht van Onze Lieve Vrouw, en redde niet slechts één, maar vele zielen in die Mississippi-gevangenis.

Dit artikel van Andrea F. Phillips verscheen eerder in het Engels op americaneedsfatima.org