Gedachtes, gebeden en verhalen in het jaar van Sint-Jozef (10) (08-04-2021)

Gedachtes, gebeden en verhalen in het jaar van Sint-Jozef (10) (08-04-2021)

TIENDE DAG

De Reinheid van Sint-Jozef

De geest, die Sint-Jozef bezielde, was aan God onderworpen door een volmaakte rechtvaardigheid, vergezeld van de deugd van naastenliefde en de gave van wijsheid. Deze deden hem kennen hoe steeds Gods Wil te volbrengen en te luisteren naar de ingevingen van de Heilige Geest. Hierdoor was deze uitverkorene van God ook naar het vlees geheel aan de geest onderworpen. Jozef, de rechtvaardige, was de reinste onder de mannen.

Een logisch gevolg hiervan is de inwerking van de geest op het vlees, die zich openbaart met de strengheid van een door God zelf geopenbaarde wet. Naarmate de geest zich onttrekt aan de onderwerping jegens God verschuldigd, zal ook het vlees zich er aan onttrekken. De mens vindt de straf voor zijn hoogmoed, die hem doet opstaan tegen God, in de opstand van zijn hartstochten tegen de rede, waardoor hij zich over zijn gedrag schaamt. Wat een geluk is het dan, wanneer de vernedering die hieruit voortvloeit, door een bijzondere genadewerking, het goede uit het kwade laat voortkomen, zodat de mens hierdoor naar God teruggebracht wordt.

Geen mens is rechtvaardiger en nederiger dan Sint-Jozef, noch heeft ooit iemand hem overtroffen of zelfs maar geëvenaard in kuisheid. Dat hij uit het gehele mensdom uitverkozen werd om Echtgenoot van Maria te zijn, getuigt van een zuiverheid, die schitterender is dan de zon.

Bedenken we wel dat het hart van de heilige Jozef door God werd gevormd om de allerreinste Maagd Maria te beminnen. Ook kunnen we met zekerheid aannemen, dat de heilige Jozef – die weliswaar met de erfzonde was belast – door een bijzondere genade nooit enige onreine bekoring heeft gekend. God heeft aan bepaalde heiligen de engelachtige gunst geschonken, die de zinnelijke begeerte in hun vlees als het ware uitdoofde. Dat de aanstaande Echtgenoot van Maria bij uitstek dit voorrecht is verleend, lijkt ons onbetwistbaar. Hij werd onmiddellijk in die staat gebracht, die de H. Thomas van Aquino (Ja. Q. LXI, a. 5.) beschrijft als “staat van de gezuiverde ziel”, die de aardse begeerten niet kent. Kortom, de kuisheid van Sint-Jozef was geen gevolg van worsteling en strijd, maar uit zijn natuur voortkomend. Ze moest wel zo zijn om een huwelijk met de allerzuiverste Maagd Maria mogelijk te maken.

Maria vond het hart van Jozef in zo’n volmaakte harmonie met het hare, dat ze zich met volledige zekerheid aan hem kon toevertrouwen én haar maagdelijke staat bewaren.

Het heeft God behaagd een voorafbeelding te geven van de kuisheid van Sint-Jozef in de persoon van Jozef, zoon van de aartsvader Jacob en zijn vrouw Rebecca. Deze waarlijk grote man had een aangeboren afschuw van de ondeugd der onzuiverheid; hij weerstond de verleidingen van de vrouw van zijn meester, de Egyptenaar Potifar en aanvaardde omwille van de kuisheid gevangenis en eventueel de doodstraf. Deze lichtende ziel is een voorafbeelding van de ziel van onze Sint-Jozef.

De kuisheid van Jozef, zoon van Jacob, maakte hem ontvankelijk voor goddelijke inspiratie. In geheimzinnige dromen werd hem de toekomst geopenbaard. Sint-Bernardus zegt: “Zo werden ook aan Sint-Jozef in zijn slaap hemelse geheimen toevertrouwd door de Engelen”.

O, waarlijk engelachtige en serafijnse heilige! O, ziel, die in hoger sferen, ver boven aardse begeerten, vertoefde. O, grote Heilige, vervul allen, die op U hun vertrouwen hebben gesteld, met hemelse en kuise gedachten; verkrijg voor christelijke echtelieden, dat zij zich slechts verenigen met geheiligde bedoelingen.

Uw vlees, Uw lichaam, werd uitsluitend, geleid door hemelse overwegingen. Terecht wordt U afgebeeld met de lelie der maagden, symbool der kuisheid, in Uw handen. De geur van deze lelie vervult zowel de Kerk in de Hemel als op aarde. Moge deze geur in ons de smaak en de liefde voor de kuisheid doen ontwaken (Dom Bernardus Maréchaux).

Overwegingen

Vanaf mijn kinderjaren bid ik ook tot Sint-Jozef om over mij te waken; ik had voor hem een verering even groot als mijn liefde voor de Heilige Maagd. Elke dag herhaalde ik hetzelfde gebed: ‘Lieve Sint-Jozef, Vader en Beschermer van de maagden…’ (H. Theresia van het Kind Jezus – Handschrift A).

Hij die mij eert, zal ik eer bewijzen (Samuël 1, 2 30). De Heilige Maagd Maria heeft zich volledig overgeleverd aan de goddelijke Voorzienigheid en hiermee God eer betoond, door haar huwelijk met Sint-Jozef, hoewel dit huwelijk in tegenstelling leek te zijn met de gelofte van kuisheid die zij had afgelegd (H. Maximiliaan Kolbe, 23 maart 1918).

Sint-Jozef navolgen

Neem vaak Uw toevlucht tot Sint-Jozef, beschermer der maagden, vooral bij bekoringen tegen de kuisheid. Waakzaam zijn op de ingetogenheid van de blikken van de ogen: “Er zullen modes komen die Onze Lieve Heer diep zullen kwetsen” (Onze-Lieve-Vrouw van Fatima tot Jacintha).

KRACHTIG GEBED OM DE ZUIVERHEID TE BEKOMEN OF BEHOUDEN

Roemrijke heilige Jozef, vader en beschermer van de maagden, getrouwe bewaarder aan wie God het Kind Jezus, de onschuld zelf, en Maria, de Maagd der maagden, toevertrouwde, ik bid en smeek U, bij Jezus en Maria, bij dat dubbele pand U zo dierbaar, geef dat ik van alle vlek bevrijd, van harte zuiver en van lichaam rein, Jezus en Maria standvastig moge dienen in een volkomen zuiverheid. Amen.

Verhalen

1. Een leven van wroeging en kwellingen

Een jonge vrouw had de gelofte van kuisheid afgelegd. Toen zij het ongeluk had daaraan ontrouw te zijn, had zij niet de moed om te biechten. Vanaf dan, met de ontheiliging der Sacramenten, begon voor haar een leven van wroeging en kwellingen.

De gedachte kwam bij haar op haar toevlucht te nemen tot Sint-Jozef. Gedurende negen dagen zei zij godvruchtig de hymne en het gebed van de Heilige op. Na beëindiging van de novene verdween de valse schaamte en in plaats van dat het haar zwaar viel, was de biecht voor haar een waar geluk, zoals zij zelf schreef aan P. de Barry, hem vragend deze gunst van Sint-Jozef te publiceren.

“Door deze ervaring overtuigd van de macht en de goedheid van Sint-Jozef, voegde zij eraan toe, heb ik zijn beeltenis op mij gedragen met het voornemen er niet meer van te scheiden, dag noch nacht. Van dat ogenblik af heb ik de onzuivere bekoringen kunnen overwinnen en ik heb zoveel genaden ontvangen dat ik niet kan zeggen hoe dankbaar ik ervoor ben.”

2. De verloren zoon

Een familie in Lyon had een zoon, die haar kroon scheen te moeten worden in de ogen van de mensen en in de ogen van God. Deze godsvruchtige jonge man voelde zich nochtans geroepen de wereld te verlaten en zich aan de Heer te wijden in het kloosterleven. Door zijn vastberadenheid gekrenkt, wierpen zijn ouders zich om zijn hals, stortten zoveel tranen en maakten hem zoveel verwijten, dat zij er in slaagden zijn voornemen aan het wankelen te brengen; zij kregen tenminste een uitstel. Ongelukkige ouders die God hun kind onthouden! En ongelukkig kind, dat niet de moed had om aan de roep van de goddelijke Meester te beantwoorden!

Zij duwden hem de wereld in om zijn verlangens te wijzigen, en de jonge man liet zich al te gemakkelijk in de val lokken. Weldra verwaarloosde hij zijn godsvruchtige praktijken, hij vervreemde zich van de Sacramenten en leverde zich over aan de grootste losbandigheden.

Om te ontsnappen aan de schande van zijn aanstoot gevend gedrag en aan de vermaningen van zijn ouders, verliet hij de streek en nam dienst in het leger. Zijn vader en zijn moeder waren diep bedroefd, overmand door wroeging en verdriet; zij durfden zich bijna niet meer tot God richten, na hun kind te hebben weggerukt van Hem, om het over te leveren aan de duivel. De gedachte kwam in hen op zich tot de heilige Jozef te wenden, om tegelijk hun vergiffenis en de bekering van hun zoon te verkrijgen. Zij begonnen een novene, met meerdere godsvruchtige personen, en baden met de grootste ijver.

Het bleek een wonderbaarlijke ingeving om zich in volledig vertrouwen tor de glorierijke Beschermheilige te richten! Nauwelijks bad men gedurende enkele dagen, of de verloren zoon kwam aan de poort van het vaderlijk huis aankloppen en wierp zich onder tranen aan de voeten van zijn ouders. Hij was helemaal veranderd. De vader en moeder barstten in tranen uit en terwijl zij hem vergiffenis schonken, omhelsden zij hun ondankbare zoon, die opnieuw christen geworden was, en met hem keerde de vreugde terug in hun huis. Zij hadden het te danken aan de heilige Jozef en brachten hem zeer plechtig dank.

Laten wij uit dit voorbeeld leren hoe belangrijk het is om te luisteren naar de stem van God en te beantwoorden aan de genade van onze roeping. Richten wij ons tot de heilige Jozef, hij zal ons de kracht geven om de tegenkantingen van de natuur te overwinnen.

3. Beschermer van de zuiverheid

Wanneer kinderen zo lief en interessant kunnen zijn is het wel te danken aan hun zuiverheid en hun reinheid. Om deze reden liefkoosde Onze Lieve Heer hen en beminde ze bij voorkeur. Maar helaas! Hoeveel zijn er die deze even broze als kostbare schat kunnen bewaren? Zodra het verstand te voorschijn komt verliezen heel velen hun reinheid en juist dan wanneer deze gave Gods een deugd zou moeten worden.

Vorige eeuw schreef een missionaris die zich aan de opvoeding van jongeren in Afrika toewijdde:
“In het ongelukkige land waar ik woon, is de ondeugd zogezegd met de kindsheid verkleefd. Met smart in het hart kan ik vertellen dat op dertig jongens tussen twaalf en vijftien jaar slechts één enkel het geluk gehad heeft rein te blijven, al de anderen van af zeven jaar hadden reeds alle trappen van het kwaad doorlopen. Een waar mirakel zou nodig zijn om deze jonge slachtoffers uit de klauwen van de duivel los te krijgen.

Opeens reikte de Hemel mij hiertoe een middel aan: ik heb hen de heilzame gewoonte bijgebracht om elke avond het gewetensonderzoek te houden, dat wordt afgesloten met een doeltreffend gebed tot Sint-Jozef. De krachtdadigheid van dit kort gebed tot de Echtgenoot van de Koningin der Maagden is zo duidelijk dat op 29 kinderen, 25 ervan, die trouw bleven aan het bidden, van hun slechte gewoonten werden bevrijd en dit sedert zestien maanden. Mij dunkt dat dit merkwaardig resultaat buiten alle twijfel de macht en de barmhartigheid van Sint-Jozef bewijst voor wie hem aanroept om hulp te verlenen in verleidingen.”

4. Het antwoord van Sint-Jozef

Een priester die gedurende verscheidene jaren in Frankrijk in de zielzorg werkzaam was, stond in geregeld contact met de Moeder-Overste van een grote strafinrichting, die geleid werd door Zusters. Deze inrichting lag op het platteland en werd in stand gehouden door de goedgeefsheid van verschillende adellijke dames. Ze herbergde op dat moment méér dan achthonderd gevallen meisjes, die daar hun toevlucht hadden genomen om te ontsnappen aan de ondeugd en de schande en die, afgezien van de vrijwillige bijdragen van weldoeners, geen andere bronnen van inkomsten hadden dan het werk van hun handen. De overste kreeg orders van verschillende grote winkels in Parijs en dit stelde haar in staat zoveel mensen te onderhouden.

“Onder onze achthonderd kinderen, zei ze tegen deze priester, zijn er wel vierhonderd die leven als echte heiligen.” Op een zekere dag staakten de winkels die aan de inrichting werk verschaften, hun orders voor onbepaalde tijd. Men zocht elders naar opdrachtgevers, doch tevergeefs. Reeds waren bijna alle reserves uitgeput en men kon zo niet lang meer doorgaan.

– Als we geen hulp krijgen, sprak de moeder overste tot de priester, haar vertrouweling, zullen wij ons erbij neer moeten leggen, dat we ofwel van honger zullen sterven, ofwel onze arme meisjes zullen moeten wegsturen. En als ik ze wegstuur, zullen ze dan niet terugvallen in hun ondeugd en zullen ze dan niet voor eeuwig verloren gaan? Wat moet ik doen, vraag ik u?
– Wendt u tot de heilige Jozef, antwoordde haar de priester. Begin een novene te zijner ere met heel uw gemeenschap.

De overste volgde deze raad op. Precies in diezelfde periode moest een confrater van de priester op reis naar een provinciestad, waar hij was uitgenodigd om op een hoogfeest een preek te houden. Zijn vriend had hem verteld van de noodkreet van de arme gemeenschap en van de novene tot Sint-Jozef die men zojuist begonnen was om hulp te verkrijgen. Aangekomen in de stad waar hij zou preken, nam onze missionaris zijn intrek in het hotel ter plaatse. De volgende morgen al om vijf uur hoorde hij kloppen op de deur van zijn kamer: hij deed open en zag voor zich een dienaar in livreikleding, die hem vroeg, of hij zo goed zou willen zijn met hem mee te gaan naar zijn meesteres, een zekere gravin X, die hem vurig wenste te spreken. Ondanks zijn verbazing aarzelde de missionaris niet en volgde de dienaar onmiddellijk. Hij trof de dame, die hem geroepen had, aan in een staat van uiterste opgewondenheid.

“Staat u mij toe, pater, zei ze tot hem, u te vertellen wat mij de afgelopen nacht is overkomen en u om raad te vragen. Ik heb een eerbiedwaardige grijsaard zien verschijnen, die mij met een onheilspellend gezicht heeft opgedragen een bepaald klooster hulp te bieden. Vanaf dat moment heb ik geen rust meer en ben ik in de grootste staat van opwinding. Zeg mij dus, pater, wat ik hiervan moet denken.”

De pater begon te lachen, omdat hij heel goed wist waarover het ging, aangezien zijn confrater hem op de hoogte gebracht had van de novene ter ere van de heilige Jozef, die men begonnen was.

– Wat! U lacht, zei de dame, terwijl ik geheel buiten mezelf ben en niet weet welk besluit ik moet nemen?
– Ik glimlach, Mevrouw, antwoordde de priester, omdat ik reeds van alles op de hoogte ben en omdat ik u van dienst kan zijn met een goede raad.

En hij vertelde alles wat hij van zijn confrater gehoord had over de noodkreet van de strafinrichting en over de meisjes die tot Sint-Jozef hun toevlucht hadden genomen.

“Denkt u ook niet, zei hij tot slot, dat Sint-Jozef het gebed van deze arme meisjes gehoord heeft en dat hij u, Mevrouw, heeft willen uitkiezen als instrument van zijn goedertierenheid? U zou te beklagen zijn, als u de terechtwijzing van de Heilige niet zou willen begrijpen.”

Nadat de missionaris deze uiteenzetting aan de dame had gegeven, nam hij afscheid van haar en keerde terug naar zijn hotel. Spoedig daarop hoort hij opnieuw aan de deur kloppen en doet open. Het is dezelfde dienaar in livrei die zich aandient en hem vanwege de gravin een gesloten enveloppe afgeeft, met de mededeling dat zijn meesteres hem de inhoud doet toekomen. De pater opent de enveloppe en treft erin aan vijftien biljetten van duizend francs. In de vorige eeuw vertegenwoordigde dat een zeer aanzienlijke som gelds. Het was het antwoord van Sint-Jozef op het aanroepen van zijn naam.