Dagboek van zuster Faustina Kowalksa (nummers 1801-1828) (slot)

Dagboek van zuster Faustina Kowalksa (nummers 1801-1828) (slot)

1801  Op een dag gaf de Heer mij tijdens de Heilige Mis een diepere kennis van Zijn heiligheid en Zijn majesteit en tegelijkertijd zag ik mijn eigen ellende. Deze kennis maakte mij gelukkig en mijn ziel verdronk zich geheel in Zijn barmhartigheid. Ik voelde mij reusachtig gelukkig. (141)

1802  Op de volgende dag werd ik mij helder bewust van de volgende woorden: “Zie je, God is zo heilig en jij bent zondig. Nader niet tot Hem en ga iedere dag te biechten.” En inderdaad, alles waar ik aan dacht, kwam mij voor een zonde te zijn. Maar ik verzuimde niet naar de Heilige Communie te gaan en ik besloot om op de voorgeschreven tijd te biechten te gaan omdat er geen duidelijke verhindering daarvoor was. Maar toen de dag om te biechten aangebroken was, bereidde ik mij voor om mij van een hele massa van die zonden te gaan beschuldigen. In de biechtstoel stond God het me echter ondanks de inspanningen die ik deed om volgens mijn voorbereiding te biechten slechts toe om mij van twee onvolmaaktheden te beschuldigen. Toen ik de biechtstoel verliet, zei de Heer tegen mij: “Mijn dochter, al die zonden die jij je voorgenomen had te biechten waren in Mijn ogen geen zonden. (142) Daarom nam ik je bekwaamheid weg om ze te vertellen.” Ik begreep dat satan mij overdreven denkbeelden had gegeven omdat hij mijn vrede wilde verstoren. O Heiland, hoe groot is uw goedheid!

1803  Toen ik mij op een dag op de Heilige Communie voorbereidde en merkte dat ik niets had om Hem aan te bieden, viel ik aan Zijn voeten en riep al Zijn genade af over mijn arme ziel: “Moge Uw genade die uit Uw mededogende hart op mij neer vloeit mij sterken voor de strijd en het lijden zodat ik trouw aan U mag blijven. Alhoewel ik zo ellendig ben, vrees ik U niet omdat ik Uw barmhartigheid goed ken. Niets zal mij van U wegjagen, o God, omdat alles zoveel minder (143) is dan wat ik weet [dat Uw barmhartigheid is]. Ik zie dat duidelijk.

Mijn voorbereiding op de Heilige Communie

(1)                                                                    ?

J.M.J.

Krakau, 10 januari 1938

Mijn voorbereiding op de Heilige Communie

Zuster Maria Faustina van het Heilig Sacrament

Congregatie van de zusters van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid

1804  (2) Het allerplechtigste ogenblik van mijn leven is het ogenblik waarop ik de Heilige Communie ontvang. Ik verlang naar iedere Heilige Communie en ik zeg voor iedere Heilige Communie dank aan de allerheiligste Drieëenheid.

Als de engelen tot jaloersheid in staat waren, zouden zij ons om twee dingen benijden: het ene is het ontvangen van de Heilige Communie en het andere is lijden.

1805  1. ? Vandaag bereid ik mij op Uw komst voor zoals een bruid zich op de komst van haar bruidegom voorbereidt. Hij is een grote Heer, deze Bruidegom van mij. De hemelen kunnen Hem niet bevatten. De serafijnen die het dichtst bij Hem staan, bedekken hun gezichten en herhalen onophoudelijk: “Heilig, heilig, heilig.” Deze grote Heer is mijn Bruidegom. Voor Hem zingen de koren [9 rangen van engelen]. Voor Hem buigen de tronen [een hoge engelenrang] zich neer. Door Zijn glans wordt de zon verduisterd. En toch is deze grote Heer mijn Bruidegom. Mijn hart, houd op met deze diepe meditatie over hoe anderen Hem aanbidden. Je hebt daar niet langer tijd voor omdat Hij komt en al aan je deur staat.

1806  Ik ga uit om Hem te ontmoeten. Ik nodig Hem uit om in de woonplaats van mijn hart te komen terwijl ik mijzelf diep verneder voor Zijn majesteit. Maar de Heer tilt mij op uit het stof en nodigt mij als Zijn bruid uit om naast Hem te zitten en Hem alles te vertellen (3) wat ik op mijn hart heb. Ik leun door zijn vriendelijkheid gerustgesteld met mijn hoofd op Zijn borst en vertel Hem over alles. In de eerste plaats vertel ik Hem dingen die ik nooit aan enig schepsel zou vertellen. Daarna spreek ik over de noden van de Kerk, over de zielen van arme zondaren en hoezeer zij behoefte hebben aan Gods barmhartigheid. Maar de tijd verstrijkt snel. Jezus, ik moet de werkzaamheden uit gaan voeren die op mij wachten. Jezus zegt mij dat er nog een ogenblik is om afscheid te nemen. Een diepe wederzijdse blik en schijnbaar gaan wij een poosje uiteen, maar in werkelijkheid doen we dat nooit. Onze harten zijn voortdurend verenigd. Alhoewel ik uitwendig door mijn verschillende werkzaamheden afgeleid word, dompelt de tegenwoordigheid van Jezus mij voortdurend in diepe inkeer.

1807  2. ? Vandaag is mijn voorbereiding op de komst van Jezus kort, maar diep gestempeld door vurige liefde. De tegenwoordigheid van God doordringt mij en zet mijn liefde voor Hem in vuur en vlam. Er zijn geen woorden, er is alleen inwendig begrip. Ik word helemaal door liefde in God ondergedompeld. De Heer nadert de woning van mijn hart. Nadat ik de Communie ontvangen heb, heb ik net genoeg tegenwoordigheid van geest om naar mijn knielbank terug te keren. Tegelijkertijd is mijn ziel (4) helemaal in God verloren en ik weet niet langer wat er om me heen gebeurt. God geeft mij een inwendige kennis van Zijn Goddelijke Wezen.

Deze ogenblikken zijn kort maar indringend. De ziel verlaat de kapel in diepe inkeer en het is niet gemakkelijk om haar af te leiden. Op zulke tijden raak ik de grond als het ware slechts met één voet aan. In de loop van zo’n dag is geen enkel offer moeilijk of zwaar. Iedere situatie roept een nieuwe daad van liefde op.

1808  3. ? Vandaag nodig ik Jezus in mijn hart uit als Liefde. U bent de liefde zelf. De hele hemel vat vlam door U en wordt met liefde vervuld. Dus begeert mijn ziel U zoals een bloem naar de zon smacht. Jezus, haast U tot mijn hart, want U ziet dat mijn hart begerig is naar U zoals de bloem naar de zon. Ik open de bloemkelk van mijn hart om Uw liefde te ontvangen.

1809  Toen Jezus naar mijn hart kwam, trilde alles in mijn ziel met leven en met warmte. Jezus, neem de liefde van mijn hart en stort er Uw liefde in uit. Uw liefde is brandend en stralend en weet hoe ze ieder offer moet dragen en hoe ze zichzelf geheel moet vergeten. Vandaag wordt mijn dag door offers gekenmerkt…

1810  (5) 4. ? Vandaag bereid ik mij op de komst van de Koning voor.

Wat ben ik en wie bent U, o Heer, Koning van de eeuwige glorie? O mijn hart, ben jij je ervan bewust Wie er vandaag naar je toekomt? Ja, ik weet het, maar – merkwaardig – ik ben niet in staat om het te begrijpen. O, als Hij alleen maar een koning was, maar Hij is de Koning der koningen, de Heer der heren.

Voor Hem beven alle machten en heerschappijen. Hij komt vandaag naar mijn hart. Maar ik hoor Hem naderen. Ik ga uit om Hem te ontmoeten en Hem uit te nodigen. Toen Hij de woning van mijn hart binnenging, werd dat met zo’n eerbied vervuld dat het flauwviel van vrees en aan Zijn voeten viel. Jezus geeft haar Zijn hand en staat haar genadig toe naast Hem plaats te nemen.

Hij stelt haar gerust en zegt: “Kijk, Ik heb Mijn hemelse troon verlaten om met jou verenigd te worden. Wat je ziet is slechts een klein stukje en je ziel valt al flauw van liefde. Hoe verbaasd zal je hart zijn wanneer je Mij in al Mijn glorie zult zien.”

1811  “Maar Ik wil je vertellen dat het eeuwige leven al hier op aarde moet beginnen door de Heilige Communie. Iedere Heilige Communie stelt je beter in staat om in de eeuwigheid met God gemeenschap te hebben.” En dus, mijn Koning, vraag ik U nergens om alhoewel ik weet dat (6) U mij alles kunt geven. Ik vraag U slechts om één ding: blijf voor eeuwig de Koning van mijn hart. Dat is voor mij genoeg.

1812  Vandaag vernieuw ik mijn acte van onderwerping aan mijn Koning door getrouwheid aan inwendige ingevingen.

1813  5. ? Vandaag dwing ik mijzelf er niet toe om een bijzondere voorbereiding te houden. Ik kan nergens aan denken, alhoewel ik vele dingen voel. Ik verlang naar de tijd dat God naar mijn hart zal komen. Ik werp mijzelf in Zijn armen en vertel Hem over mijn onbekwaamheid en ellende. Ik stort alle pijn van mijn hart uit omdat ik Hem niet zozeer lief kan hebben als ik zou willen.Ik wek in mijzelf acten van geloof, hoop en liefde op en leef daar gedurende de dag op.

1814  6. ? Vandaag is mijn voorbereiding kort. Een sterk en levend geloof verscheurt bijna de sluier van de liefde. De tegenwoordigheid van God doordringt mijn hart zoals een zonnestraal door kristal heengaat. Op het ogenblik dat ik God ontvang, wordt heel mijn wezen in Hem gedompeld. Verbazing en bewondering overstelpen mij als ik Gods grote majesteit zie die zich naar mij die de ellende zelf ben, neerbuigt. In mijn ziel barst er een oneindig grote dankbaarheid jegens Hem los (7) voor alle genaden die Hij aan mij meedeelt en in het bijzonder voor de genade geroepen te zijn tot Zijn exclusieve dienst.

1815  7. ? Vandaag wilde ik mij in de Heilige Communie zo innig mogelijk door liefde met Jezus verenigen. Ik smacht zo vurig naar God dat het schijnt alsof het ogenblik dat de priester mij de Heilige Communie zal geven nooit zal komen. Mijn ziel valt als het ware flauw vanwege mijn verlangen naar God.

1816  Toen ik Hem vandaag in mijn hart ontving, werd de sluier van het geloof weggescheurd. Ik zag Jezus die tegen mij zei: “Mijn dochter, jouw liefde vergoedt Mij voor de koudheid van vele zielen.” Na deze woorden was ik opnieuw alleen, maar gedurende de hele dag leefde ik in een acte van genoegdoening.

1817  8. ? Vandaag voel ik een afgrond van ellende in mijn ziel. Ik wil tot de Heilige Communie naderen als tot een fontein van barmhartigheid en mijzelf volledig in deze oceaan van liefde onderdompelen.

Toen ik Jezus ontving, wierp ik mijzelf in Hem als in een afgrond van ondoorgrondelijke barmhartigheid. Hoe meer ik voelde dat ik de ellende zelf was, des te sterker werd mijn vertrouwen op Hem. Ik bracht de hele dag in deze vernedering door.

1818  (8) 9. ? Vandaag heeft mijn ziel de gesteldheid van een kind. Ik verenig mijzelf met God als een kind met haar vader. Ik voel mij volledig als een kind van God.

1819  Toen ik de Heilige Communie ontvangen had, bezat ik een diepere kennis van de hemelse Vader en van Zijn vaderschap met betrekking tot de zielen.

Vandaag leef ik om de Heilige Drieëenheid te verheerlijken. Ik dank God dat Hij zich verwaardigd heeft ons door genade als Zijn kinderen aan te nemen.

1820  10. ? Vandaag wil ik helemaal en volledig in de liefde van Jezus omgevormd worden en mijzelf samen met Hem aan de hemelse Vader aanbieden. Tijdens de Heilige Mis zag ik het Kind Jezus in de miskelk. Hij zei tegen mij: “Ik woon in je hart zoals je Mij in deze miskelk ziet.”

1821  Na de Heilige Communie voelde ik het kloppen van het hart van Jezus in mijn eigen hart. Alhoewel ik mij er gedurende lange tijd van bewust geweest ben dat de Heilige Communie tot de volgende Communie in mij blijft, aanbid ik Jezus vandaag en gedurende de hele dag in mijn hart. Ik vraag Hem om kleine kinderen door Zijn genade voor het kwaad dat hen bedreigt te beschermen. Een levendige en zelfs lichamelijk gevoelde tegenwoordigheid van God blijft gedurende de dag en belemmert het uitvoeren van mijn plichten niet in het minst.

1822  (9) 11. ? Vandaag verlangt mijn ziel op een bijzondere wijze haar liefde voor Jezus te tonen. Toen de Heer mijn hart binnenging, wierp ik mijzelf als een rozenknop aan Zijn voeten. Ik wil dat de geur van mijn liefde voortdurend opstijgt naar de voet van Uw troon. Jezus, U ziet in deze rozenknop mijn hele hart aan U [aangeboden]. Niet alleen nu als mijn hart brandt als een levende kool, maar ook gedurende de dag als ik U door getrouwheid aan de goddelijke genade bewijzen van mijn liefde zal geven.

Vandaag zal ik alle moeilijkheden en alle lijden dat ik zal ontmoeten snel grijpen om het als rozenknoppen aan de voeten van Jezus te werpen. Het maakt weinig uit dat de hand, of liever gezegd het hart bloedt…

1823  12. ? Vandaag bereidt mijn ziel zich voor op de komst van mijn Redder die de goedheid en de liefde zelf is. Bekoringen en afleidingen kwellen mij en laten het mij niet toe om mij op de komst van de Heer voor te bereiden. Daarom verlang ik er nog vuriger naar om U te ontmoeten, Heer, want ik weet dat U mij wanneer U komt van deze kwellingen zult verlossen. Als het Uw wil is dat ik moet lijden, goed dan, versterk mij voor de strijd. Jezus, Redder die zich verwaardigd hebt (10) om in mijn hart te komen, drijf deze verstrooiingen weg die mij ervan weerhouden met U te spreken.

Jezus antwoordde mij: “Ik wil dat je als een ridder wordt die ervaren is in de strijd en die midden tussen de exploderende granaten bevelen aan anderen kan geven. Op dezelfde manier, Mijn kind, behoor je te weten hoe je jezelf moet besturen in de grootste moeilijkheden. Laat niets jou van Mij wegjagen, zelfs de keren dat je valt niet.” Vandaag heb ik de hele dag met een bepaalde moeilijkheid gevochten waarvan U, Jezus, weet…

1824  13. ? Vandaag beeft mijn hart van vreugde. Ik verlang er heel erg naar dat Jezus naar mijn hart komt. Mijn verlangende hart is ontvlamd met een altijd groeiende liefde.

Toen Jezus kwam, wierp ik mijzelf als een klein kind in Zijn armen. Ik vertelde Hem over mijn vreugde. Jezus luisterde naar deze ontboezemingen van mijn liefde. Toen ik Jezus om vergeving vroeg dat ik mijzelf niet op de Heilige Communie had voorbereid, maar dat ik er voortdurend aan gedacht had deze vreugde zo spoedig mogelijk te kunnen delen, antwoordde Hij: “Deze voorbereiding waarmee je Mij in je hart ontvangen hebt, is Mij zeer welbehaaglijk. Vandaag zegen Ik deze vreugde van jou op een bijzondere manier. Niets zal je vreugde gedurende deze dag verstoren… “

1825  (11) 14. ? Vandaag bereidt mijn ziel zich voor op de komst van de Heer die alle dingen kan doen en die mij volmaakt en heilig kan maken. Ik bereid mij zeer zorgvuldig op het ontvangen van Hem voor. Maar hier ontstond het probleem: hoe kan ik dit aan Hem aanbieden? Ik verwierp [deze moeilijkheid] gelijk. Ik zal het aanbieden zoals mijn hart het voorschrijft.

1826  Toen ik Jezus in de Heilige Communie ontvangen had, riep mijn hart uit alle macht uit: “Jezus, verander mij in een andere Hostie! Ik wil een levende hostie voor U zijn. U bent een grote en almachtige Heer. U kunt mij deze gunst verlenen.” De Heer antwoordde mij: “Je bent een levende Hostie, welbehaaglijk voor de hemelse Vader. Maar overweeg: wat is een Hostie? Een offer. En dus … ?” O mijn Jezus, ik begrijp de betekenis van “Hostie”, de betekenis van het offer. Ik verlang een levende Hostie voor Uw Majesteit te zijn. Dat is een levend offer dat dagelijks tot Uw eer brandt.

Wanneer mijn krachten beginnen af te nemen, is het de Heilige Communie die mij zal ondersteunen en mij kracht zal geven. Werkelijk, ik vrees de dag waarop ik de Heilige Communie niet zou ontvangen. Mijn ziel onttrekt verbazingwekkende kracht aan de Heilige Communie. O levende Hostie, licht van mijn ziel!

1827  (12) 15. ? Vandaag bereidt mijn ziel zich op de Heilige Communie voor als op een bruiloftsfeest waarop alle deelnemers schitteren met onuitsprekelijke schoonheid. Ik ben ook op dit feestmaal uitgenodigd, maar ik zie die schoonheid niet in mijzelf. [Ik zie] slechts een afgrond van ellende. Alhoewel ik mij niet waardig voel om aan de tafel aan te zitten, zal ik echter aan de voeten van Jezus onder de tafel kruipen en om de kruimels smeken die van de tafel vallen. Omdat ik Uw barmhartigheid ken, nader ik tot U, Jezus, want mijn ellende zal eerder opraken dan dat het mededogen van Uw hart uitgeput zal raken. Daarom blijf ik gedurende de dag vertrouwen in de Goddelijke Barmhartigheid opwekken.

1828  16. ? Vandaag omgeeft de majesteit van God mij. Ik kan mij op geen enkele wijze beter voorbereiden. Ik word helemaal door God omhuld. Mijn ziel staat in vuur en vlam door Zijn liefde. Ik weet alleen dat ik liefheb en bemind word. Dat is voor mij genoeg. Ik probeer mijn best te doen om gedurende de dag trouw te zijn aan de Heilige Geest en om Zijn eisen te vervullen. Ik probeer mijn best te doen voor inwendige stilte om zo Zijn stem te kunnen horen…

Wil je het hele dagboek lezen of zelfs kopen,
klik dan hier