Preek op 11-02-2024, 6e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 11-02-2024, 6e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, welkom bij deze heilige Eucharistieviering op de 6e zondag door het jaar. Aanstaande woensdag is het alweer Aswoensdag.

Nogal wat mensen hebben een ‘nee-nee-sticker’ op hun brievenbus. Er zijn echter genoeg andere mediavormen waardoor bedrijven ons met hun aanbiedingen kunnen overspoelen. Wij zien reclame op tv, op straat en in de krant, op het internet. Het betreft zaken, die voor ons voordelig zijn … zeggen de adverteerders.

De apostel Paulus zegt vandaag in de tweede lezing, dat wij niet ons eigen voordeel moeten zoeken, maar dat van de gemeenschap.

Horen wij dat weleens op tv? Ja, als er ergens een grote ramp is gebeurd. Maar hoort het zoeken van andermans voordeel tot het dagelijkse streven?

Het hoort in ieder geval volop bij het leven van Paulus. Hij mag daarom met recht zeggen: “Weest mijn navolgers, zoals ik het ben van Christus”.

Zoeken wij wat voordelig is voor een ander. Dan zijn wij zoals God het wil. Dan zijn wij innerlijk rein.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Heer onze God, waar uw woord weerklinkt en Gij het hart raakt van een mens, wordt alle onreinheid weggenomen. Maak ons ontvankelijk voor uw woord: laat ons nooit twijfelen aan uw vergeving, maar steeds weer verkondigen, dat Gij ons vrijgesproken en gereinigd hebt in Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer. Die met U leeft en heerst… Amen.

KinderWoordDienst en TienerWoordDienst

Preek

Broeders en zusters, mensen van een bepaalde tijd of cultuur kunnen soms over iets een idee hebben, dat niet klopt. Hoeveel eeuwen bijvoorbeeld heeft niet heel de mensheid gedacht, dat de aarde een platte schijf was en dat de zon om de aarde draaide!? Maar na verloop van tijd leren wij door onderzoek de werkelijkheid beter kennen.

In Jezus’ tijd leefden bepaalde zieken geïsoleerd van de gezonde mensen. Men was bang – begrijpelijk – voor besmetting. Maar men dacht ook, dat ziekten een straf van God waren en daarom moesten de mensen met een besmettelijke ziekte sowieso uit de gemeenschap worden gestoten. Zij verdienden het niet om in de gemeenschap te leven.

In het evangelie van Johannes horen wij mensen m.b.t. een bepaalde man aan Jezus vragen: “Rabbi, wie heeft gezondigd, hijzelf of zijn ouders, dat hij blind geboren werd?” (9, 2). Jezus antwoordt dan, dat noch die man, noch zijn ouders hebben gezondigd.

Als Jezus Christus vandaag een man met een besmettelijke ziekte aanraakt, laat Hij zien, dat Hij niet van isolatie houdt. Hij wil, dat mensen voor elkaar openstaan, ziek of gezond, en óók laat Hij zien, dat ziekte in ieder geval niet altijd een straf van God is. Ik denk zelfs, meestal niet. Door de zieke bij de hand te nemen zegt God: Kom maar, je hoort erbij. Ik houd ook van jou. Ook jíj bent mijn kind.

“Jij hoort erbij”. Dat is wat Jezus denkt. Vroeger en nu. En dat geldt natuurlijk ook als je gezond bent. Er zijn altijd wel mensen om ons heen, die zich eenzaam voelen. Jezus Christus wil, dat wij ons over elkaar ontfermen, zoals Hij zich over heel de mensheid ontfermt.

Veel mensen hebben weleens ervaren hoe belangrijk gezondheid is. Maar wij moeten dat ook niet overdrijven. Jezus Christus zegt, dat het beter is met één oog de hemel binnen te gaan dan met twee ogen verloren te gaan. Zo geldt ook, dat je beter iets kunt mankeren, maar wél vrienden hebt, dan dat je gezond bent, maar eenzaam door het leven gaat.

Ziekte doet pijn, maar ook dat je daardoor misschien je werk of hobby moet opgeven. Pijn heb je door het missen van een dierbare, maar misschien ook als je ‘s avonds alleen voor de tv zit.

Jezus kon wonderen doen, gewoon door mensen bij de hand te nemen. Wij kunnen wonderen van liefde verrichten door mensen te laten ervaren, dat zij ondanks een ziekte voor ons belangrijk zijn, dat hun leven zinvol is. Wij kunnen mensen bij de hand nemen en iets met ze gaan doen, een praatje maken.

Er is een pijn waar wij niets aan kunnen doen, maar wij kunnen wel pijn wegnemen of voorkomen door … minder te roddelen of te oordelen, meer te luisteren, door ons af te vragen: Hoe zou ik me voelen in een dergelijke situatie? Hoe zou ik willen, dat mensen dan met mij omgaan!?

Mensen verwachten soms van God échte wonderen: dat een opgegeven zieke toch beter wordt. God kan dat, maar wij kunnen ook wonderen van liefde verrichten. Doen wij wat wij kunnen en vragen wij God dan om eventueel echte wonderen te doen.

Even een ander onderwerp. Op huisbezoek – vooral bij ouderen – wordt nogal eens gesproken over doodgaan, en wat dan? Wat komt daarna? Het is jammer, dat sommige mensen, die hun leven lang trouw hebben geloofd dan opeens twijfels hebben! Onlangs nog. Wat een onzekerheid over het wel of niet weerzien van een overleden partner. Misschien zijn sommige mensen bang voor het onbekende en dat ze het daarom maar van zich afduwen. Is er angst voor het vagevuur. Vooral dat woord ‘vuur’ kan angst inboezemen.

De kleine H. Thersesia van Lisieux heeft belangrijke gedachtes over het vagevuur op z’n kop gezet. Zij is beroemd om haar “Kleine Weg van de Liefde”, heilig worden in de kleine dingen van elke dag. Daar past vrees voor het vagevuur niet bij.

De meest gebruikelijke gedachtegang binnen de Kerk is dat het vagevuur nauwelijks kan worden vermeden. Tot een van haar medezusters, Maria Phelomena, die van oordeel was dat bijna iedereen via het vagevuur naar de hemel gaat, zei Theresia het volgende: “U hebt niet voldoende vertrouwen. U hebt te veel vrees voor de goede God. God heeft daar verdriet om. U mag het Vagevuur vrezen omwille van het lijden ginds, maar u zou eerder, om God te behagen, moeten zeggen, dat u het niet verdient om er heen te gaan. Zodra u probeert om Hem in alles te plezieren en u in God een rotsvast vertrouwen hebt, reinigt Hij u in zijn liefde en laat geen enkele zonde achter en zo kunt u er zeker van zijn, dat u niet naar het vagevuur hoeft te gaan.”

Hiermee gaat ze regelrecht in tegen de opvatting van veel andere mensen. Bijvoorbeeld de heilige Pastoor van Ars zei “dat ongetwijfeld maar een weinig aantal uitverkorenen niet naar het vagevuur hoeft te gaan.”

Op een dag stimuleerde Theresia de novice Marie de la Trinere om het geloof te hebben, dat het mogelijk was om rechtstreeks naar de hemel te gaan. Marie vroeg haar hierop: “Mag ik hopen op de hemel, zelfs als ik in de kleinste dingen faal?” En Theresia, die als novicemeesteres alles wist over de zwakheden van haar medezuster, zei: “Ja! God is zo goed. Hij weet hoe Hij u moet komen halen. Blijf dus gelovig, blijf vertrouwen, zodat Hij niet vergeefs op uw liefde wacht.”

Op een dag had zij een gespreek met een medezuster, Marie Febronia. Deze laatste hoorde, dat Theresia zusters aanmoedigde om te geloven, dat ze recht naar de hemel kunnen gaan en deelde haar mee, dat dit onwaarschijnlijk is. Theresia poogde om haar medezuster van het tegenovergestelde te overtuigen, tevergeefs. Voor Theresia was God eerder Vader dan Rechter en ze zei: “Mijn zuster, als u zoekt naar Gods gerechtigheid, dan zult u deze ook verkrijgen. De ziel zal verkrijgen wat ze van God verlangt.”

Kort hierop werd Marie Febronia ernstig ziek en overleed aan de gevolgen van een epidemie. Drie maanden later had Theresia een droom, die ze vertelde aan haar Priorin: “Zuster Marie Febronia kwam in een droom tot mij en vroeg om voor haar te bidden: zij is in het vagevuur, omdat zij te weinig vertrouwen had in Gods goedheid en barmhartigheid. Door haar gebrekkige geloof was het of ze zelf het vagevuur wenste. Zij antwoordde, dat ik gelijk had en dat de oorzaak van Gods gerechtigheid over haar bij haarzelf lag: “Indien ik naar u, Theresia, had geluisterd, zou ik hier niet zijn geweest.”

Lieve mensen, voordat ik het inzicht van de kleine H. Theresia leerde kennen, zei ik altijd tegen oudere mensen, dat – als ik nú zou sterven – ik waarschijnlijk toch wel enige tijd naar het vagevuur zou moeten. Nu zeg ik dat niet meer. Niet omdat ik zo veel braver ben geworden – ik hoop een klein beetje – maar omdat ik met Theresia het plan heb opgevat God niet als de eeuwige Rechter tegemoet te treden, maar als de Barmhartige Vader.

Houden wij God en onze medemensen vast om wonderen van liefde te kunnen doen. Dan kan de ontmoeting met God eigenlijk niet meer stuklopen. Amen.