Preek op 13-03-2022, 2e zondag v.d. Vasten, jaar C, pastoor Frank Domen

Preek op 13-03-2022, 2e zondag v.d. Vasten, jaar C, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, welkom. Zoals Jezus Christus vandaag de berg Tabor opgaat om daar zijn en onze hemelse Vader te ontmoeten, zo mogen wij hier opgaan naar het altaar van de Heer om te danken en om nieuwe zegeningen te vragen

In de eerste lezing zit Abram met een vraag: God heeft hem een kind beloofd. Maar hij is al oud. En zijn vrouw ook! Hoe kan hij nu weten, dat hij het ooit zal krijgen? Maar dan doet God voor hem een wonder. En later, als hij nog ouder is, krijgt hij inderdaad een zoon, Isaäk.

Ook wij hebben vragen aan God. Iedereen vraagt zich af wanneer er weer vrede komt in Oekraïne. Volwassenen vragen zich af hoe het met hun kinderen zal gaan, met hun eigen gezondheid en werk. Jongeren vragen zich misschien af of ze hun diploma zullen halen, of ze wel werk en een huis zullen vinden; pubers vragen zich af wat ze met hun tussen haakjes ‘eigenwijze’ ouders aan moeten. Vanwege al die vragen … zou het niet schitterend zijn als God ook voor ons een wonder zou doen!?

Nee, zegt God in de regel, Ik heb al aan zo veel mensen laten zien, dat Ik van ze houd en voor hen zorg! Kunnen jullie daar nou niet gewoon op vertrouwen?

Zeggen wij: God, U bent onze Vader. Wij vertrouwen op U. Wij doen ons best. En als U wilt dat wij een beetje meer van dit doen of ietsje meer die kant opgaan, laat het ons dan voelen in ons hart.

Maar, lieve mensen, laten wij het dan ook tijdens deze heilige Mis stil maken in ons hart, zodat wij Gods stem kunnen horen. Abram stelde zijn vraag. En was daarna stil om te luisteren.

Voor de keren, dat wij niet naar God en anderen hebben geluisterd, vragen wij God en elkaar om vergeving.

Openingsgebed

Laat ons bidden. God, op de berg hebt Gij Jezus ons geopenbaard als uw Zoon, groter dan de grootste der profeten. Leer ons luisteren naar zijn Woord, en schenk ons inzicht in het mysterie van zijn lijden en verheerlijking. Hij die met U leeft en heerst … Amen.

Kinderwoorddienst

Preek

Beste medegelovigen, we hebben de afgelopen tijd veel zonnige dagen gehad. Het prille voorjaarszonnetje verdrijft dan al gauw de koude van de nacht. We ervaren dan wat licht doet. Het geeft aan alles mooie en frisse kleuren. Het laat de vogels zingen en de knoppen van de bomen en de bloemen lopen uit.

Maar met de komst van meer licht wordt ook de schaduw scherper. Wie licht laat schijnen, veroorzaakt ook schaduw. Dat is niet alleen met licht zo, maar met alles in het leven. Waar leven is, is ook dood. Wie goedheid ontmoet, kan ook het kwade tegenkomen. En we noemen iets rijkdom, omdat er ook armoede is. Alles heeft twee kanten. Het lijkt een open deur, maar we blijven toch liever aan de zonnige kant van de straat lopen. We hebben nu eenmaal de neiging de schaduw te ontlopen.

Vandaag neemt Jezus drie van zijn vrienden mee de berg op, Petrus, Johannes en Jakobus. In de heilige Schrift is een berg altijd een ontmoetingsplaats tussen God en de mens. Dus we moeten goed opletten: er gaat iets bijzonders gebeuren!

Ze gaan op de berg bidden. En het is blijkbaar geen kort gebedje, want de drie leerlingen vallen na verloop van tijd in slaap. Jezus zelf bidt heel intens. Op gegeven moment begint zijn gezicht te stralen en zijn kleren worden verblindend wit. In onze tijd zouden wij spreken van een soort lasershow, maar toen was die techniek er nog niet. Er zijn plotseling ook twee mannen bij Jezus. Mozes en Elia zijn al eeuwen geleden overleden, maar nu zijn zij met Jezus in gesprek. Mozes vertegenwoordigt de Wet en Elia staat voor de Profeten. Tussen haakjes: we horen mensen weleens zeggen: er is nog nooit iemand teruggekomen. Nou, o.a. Mozes en Elia kwamen wel terug. In een beperkt gezelschap weliswaar, maar toch. De drie leerlingen weten niet wat zij zien en denken even, dat zij in de hemel zijn. Er is zoveel licht en schoonheid, ze willen proberen om dat vast te houden.

Ook wij hebben soms mooie dromen, die wat ons betreft nog wel even mogen voortduren. Maar dan rinkelt opeens de wekker en zijn we terug op aarde.

Maar bij de leerlingen is de wekker nog niet afgegaan. Ze willen boven op de berg blijven. Daartoe willen ze drie tenten bouwen. Zo hopen ze de hemel op de aarde te kunnen vasthouden.

Maar dan vaagt een wolk alles weg. De voorstelling is voorbij. Althans, bijna, want nu klinkt uit de wolk een stem, die hen aanspoort goed naar Jezus te luisteren. Hij is de door God Uitverkorene.

En dan moeten ze weer de berg af. Ze keren terug naar het gewone dagelijkse leven, terug naar hun vrienden. Ze treden binnen in de schaduw van wat ze zojuist hebben gezien. Maar ze voelen zich gesterkt. Ze weten nu Wie hun Leidsman is. Hij zal hen de weg wijzen in het land van de schaduw. Wie weleens een berg beklommen heeft, weet dat de beklimming makkelijker is dan de afdaling. Maar Jezus is er bij als hun Gids, het gaat goed.

Broeders en zusters, wij allemaal willen wat de drie apostelen wilden: de hemel op aarde; een leven zonder dood; gezondheid zonder kans op ziek te worden; een liefde, die nooit meer door ruzie of jaloezie wordt onderbroken; dat we altijd mooi en jong blijven; we willen een vrede, die nooit meer wordt verstoord door de inktzwarte schaduw van oorlog en geweld. We willen een land, dat boven op de berg ligt, daar zijn alleen maar in het leven geslaagde mensen, in stralend witte kleren. En mochten er nog sukkelaars en boeven zijn, dan zitten die beneden in het dal. We hebben geen last van hen, want wij zitten in de wolken en zien dus geen schaduwen meer.

Misschien hebben jullie weleens gehoord van Etty Hillesum. Zij was een joodse vrouw, bekend als schrijfster van dagboeken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zij werd in 1943 vermoord in het concentratiekamp Auschwitz. Zij heeft aan God een brief geschreven waarin zij haar verbazing uit over de ellende, die mensen elkaar tijdens een oorlog aandoen.

Zij sloot haar ogen er niet voor, keek niet de andere kant op, maar bleef God zoeken. Zij hield God staande door die kleine en kwetsbare mens te zoeken achter de lelijke maskers, die die oorlogszuchtige mensen zichzelf hadden opgezet. Zij vluchtte niet naar een zelfbedachte hemel, maar bleef in het dal van de schaduwen. Want, zo wist zij, waar schaduw is, daar ergens moet ook licht zijn. Ook Jezus vluchtte niet uit Jeruzalem, maar bleef op de plaats van schaduw en dood om zo door te stoten naar het Licht van het eeuwig leven.

Deze toch min of meer heilige vrouw verloste ons van het waanidee, dat wij op aarde een hemel van licht en geluk kunnen bouwen, zonder dat er sprake is van een schaduwzijde. Het waanidee, dat er vrede voor ons mogelijk zou zijn zonder dat ook mensen in Oekraïne en in Afrika recht hebben op een menswaardig leven. Het waanidee, dat ons brood kan smaken als wij niet willen weten van de honger van miljoenen andere mensen. Het waanidee, dat wij vrolijk feest kunnen vieren en ons gelukkig kunnen voelen, terwijl veel mensen gebukt gaan onder ziekte en eenzaamheid.

We kunnen onze ogen niet sluiten voor doodzieke mensen, die bang zijn voor wat komen gaat. We kunnen niet weglopen van depressieve mensen, die het leven niet meer zien zitten. We zouden onszelf toch doodschrikken als het onszelf zou betreffen of een van onze dierbaren!?. Er is geen hemel op aarde zonder mensen die dement zijn, zonder geestelijk en/of lichamelijk gehandicapten, zonder vluchtelingen, die op onze deur kloppen. Gelukkig zijn er in Nederland meer dan vijfentwintigduizend mensen, die hun huis of een kamer aanbieden om aan Oekraïense vluchtelingen onderdak te bieden, geweldig!

Als wij de schaduwzijde van het leven willen ontlopen, zullen wij verteerd worden door het felle licht van de zelfgeschapen hemel. Als wij ons leven echt willen verlichten, zullen wij moeten gaan naar de puinhopen van het menselijk bestaan.

Daar zullen wij bij de uitgestoken hand van een arme een klein lichtje van dankbaarheid ontmoeten, een lichtje dat ons bescheiden maakt. Dan zullen wij aan een ziekbed een lichtje van hoop vinden, dat ook ons eigen leven de moeite waard maakt. Wij zullen bij een gehandicapt kind ontdekken wat echte levensvreugde is, en bij een vreemdeling zullen wij te horen krijgen wat echte gastvrijheid betekent. Bij een gevangene of bij een vluchteling uit Oekraïne zullen wij voelen hoe kostbaar vrijheid is, en bij een demente medemens krijgen wij respect voor het leven aangereikt.

Lieve mensen, ons geluk ligt voorlopig niet op de berg of in de wolken, maar in het dal van de schaduwen. Dat is de open deur, die wij kunnen en moeten binnengaan. Daar zal Jezus van Nazaret, de Zoon van God, ons de weg wijzen. Hij laat ons zien dat de wereld – nu nog – niet straalt van gedroomd geluk, maar Hij zal ons door ons verdriet heen het echte leven laten ontdekken.

Zijn wij moedig en vertrouwen wij op God. Staan wij met Hem en met elkaar in de schaduw van het aardse leven. Dat zal de kwaliteit van ons aardse leven ten goede komen en dan zullen wij eens ook mogen binnengaan in het eeuwige Licht van de hemel. Amen.