Beste protestanten, de Mis … is de hemel op aarde !!! (1)

Beste protestanten, de Mis … is de hemel op aarde !!! (1)

Wil je het boek “Het bruiloftsmaal van het Lam” van Scott Hanh bestellen …

klik dan hier

HOOFDSTUK EEN

Nu al in de hemel

WAT MIJ BIJ MIJN EERSTE MIS WERD GEOPENBAARD

Daar stond ik dan, incognito, een dominee in burgerkleren, achter in een katholieke kapel in Milwaukee om mijn eerste Mis bij te wonen. Nieuwsgierigheid had mij hiernaartoe gedreven en ik was er niet zeker van of het een gezonde nieuwsgierigheid was. Bij het bestuderen van de geschriften van de eerste christenen had ik talloze verwijzingen gevonden naar ‘de liturgie’, ‘de Eucharistie’, ‘het offer’. Voor die eerste christenen was de Bijbel – het boek dat ik boven alles liefhad – onbegrijpelijk zonder datgene wat de huidige katholieken de ‘Mis’ noemen.

Ik wilde de eerste christenen begrijpen, maar ik had nog geen ervaring met liturgie. Dus bracht ik mezelf ertoe te gaan kijken, als een soort wetenschappelijk onderzoek. Ik nam me vast voor niet te knielen of deel te nemen aan deze ‘afgodendienst’.

Ik naam plaats op de achterste kerkbank, in het halfduister van de ondergrondse kapel. Voor mij zaten vrij veel kerkgangers, mannen en vrouwen van alle leeftijden. Hun kniebuigingen maakten indruk op mij, evenals hun duidelijke concentratie in het gebed. Er klonk een bel en allen stonden op toen een priester door een deur naast het altaar kwam.

Ik bleef, niet zeker van mijzelf, zitten. Jarenlang was ik, als evangelische Calvinist, opgevoed in het geloof dat de Mis de grootste godslastering is die een mens kan begaan. De Mis, zo had men mij geleerd, was een ritueel dat voorgaf ‘Jezus Christus opnieuw te offeren’. Daarom zou ik mij beperken tot waarnemen wat er gebeurde. Ik zou blijven zitten met mijn geopende Bijbel naast mij.

Doordrenkt van de heilige Schrift

Iets trof mij echter bij het vorderen van de Mis. Mijn Bijbel lag niet alleen naast me. Hij bevond zich ook voor mij, in de woorden van de Mis! Er was een lezing uit Jesaja, een andere uit de psalmen, weer een andere van Paulus. De ervaring greep mij enorm aan. Ik wilde alles stop zetten en roepen: “Hé, mag ik vanuit de Schrift uitleggen wat hier gebeurt? Dit is geweldig!” Toch hield ik aan mijn waarnemersstatus vast. Ik bleef afstandelijk tot ik de priester de woorden van de consecratie hoorde uitspreken: “Want dit is mijn Lichaam…” en verder: “want dit is de beker…, dit is mijn Bloed dat voor u….”

Toen voelde ik al mijn twijfels wegvloeien. Terwijl ik de priester die witte hostie zag opheffen, voelde ik een gefluisterd gebed in mijn hart op wellen: “Mijn Heer en mijn God, U bent het echt!”

Vanaf dat moment was er geen redden meer aan. Ik kon mij niets opwindenders voorstellen dan wat die woorden zojuist bij in mij teweeg gebracht hadden. Maar deze indruk werd even later weer versterkt toen ik de gelovigen hoorde bidden: “Lam Gods… Lam Gods… Lam Gods..meteen gevolgd door het antwoord van de priester: “Zie het Lam Gods..toen hij de hostie omhoog hield.

In minder dan een minuut had de zinsnede Lam Gods’ vier maal geklonken. Door lange jaren van bijbelstudie wist ik onmiddellijk waar ik was. Ik was in de Apokalyps, waar Jezus niet minder dan achtentwintig keer in tweeëntwintig hoofdstukken ‘het Lam’ wordt genoemd. Ik was bij het bruiloftsmaal dat Johannes beschrijft aan het einde van dat laatste bijbelboek. Ik stond voor de hemelse troon, waar Jezus voor eeuwig als het Lam wordt aangeroepen. Hier was ik echt niet op voorbereid… Ik zat in de Mis!

Met nieuwe energie in de kerkbank

De volgende dag ging ik weer naar de Mis en de volgende dag en de volgende… Iedere keer dat ik terugging, ‘ontdekte’ ik dat er steeds meer uit de Bijbel voor mijn ogen in vervulling ging. Maar geen enkel boek was in die donkere kapel zo zichtbaar voor mij als de Apokalyps, waarin de aanbidding van de engelen en heiligen in de hemel beschreven wordt. Zoals in dat boek, zag ik in de kapel priesters in liturgische gewaden, een altaar, een gemeenschap die ‘Heilig, heilig, heilig’ zingt. Ik zag wierook omhoog kringelen; ik hoorde het aanroepen van engelen en heiligen, ik zong zelfs de alleluja’s mee. Steeds meer werd ik in deze eredienst meegetrokken. Ik bleef met mijn Bijbel op de achterste kerkbank zitten, ik wist nauwelijks hoe ik mij moest wenden of keren, naar de Apokalyps of naar het gebeuren op het altaar. Steeds meer leek het om hetzelfde te gaan.

Met hernieuwde kracht dook ik in mijn studie van het vroege christendom en kwam erachter dat de eerste bisschoppen, de Kerkvaders, dezelfde ‘ontdekking’ hadden gedaan die ik iedere morgen deed. Zij beschouwden de Apokalyps als de sleutel tot de liturgie en de liturgie als de sleutel tot de Apokalyps. Als wetenschapper en als gelovige overkwam me iets geweldigs. Het bijbelboek dat mij zo verwarrend was voorgekomen – de Apokalyps – verlichtte nu de gedachten die de grondslag van mijn geloof vormde: de verbondsgedachte als heilige band van de familie van God. Voorts bleek dat wat ik als de ultieme godslastering had beschouwd – de Mis – de handeling te zijn die Gods belofte bezegelde. “Dit is de beker van het altijddurende verbond, dit is mijn Bloed.”

Al dit nieuws deed mij duizelen. Jarenlang had ik geprobeerd de Apokalyps te begrijpen als een soort gecodeerde boodschap over het einde van de wereld, over een eredienst in de verre hemel, over iets wat de meeste christenen niet zouden kunnen ervaren, zolang ze nog hier op aarde zijn. Nu, na twee weken dagelijks de Mis te hebben bijgewoond, voelde ik de aandrang om tijdens de Mis op te staan en te zeggen: “Hallo allemaal. Zal ik jullie eens laten zien waar je in de Apokalyps bent! Ga naar hoofdstuk 4, vers 8. Je bent nu in de hemel!”

De loef afgestoken

Nu al in de hemel! Bij lezing van de geschriften van de Kerkvaders bleek dat dit niet mijn ontdekking was. Zij hadden hierover al meer dan 1000 jaar geleden gepreekt. Toch vond ik dat mij de eer toekwam voor de herontdekking van het verband tussen de Mis en de Apokalyps. Toen ontdekte ik dat het Tweede Vaticaans Concilie mij de loef af had afgestoken. Kijk eens naar de volgende woorden van de Constitutie over de Heilige Liturgie:

In de liturgie op aarde delen wij als voorproef in de he-melse liturgie, die wordt gevierd in de heilige stad Jeruzalem, waarnaar wij als pelgrims op weg zijn en waar Christus, de bedienaar van het heiligdom en van het ware tabernakel aan Gods rechterzijde zit. Wij zingen er samen met al de hemelse heerscharen de Heer het loflied van zijn heerlijkheid toe; eren de gedachtenis van de heiligen en hopen op ons erfdeel en gemeenschap met hen; verwachten de Verlosser, onze Heer Jezus Christus, totdat Hij, ons leven, verschijnt en wij met Hem zullen verschijnen in alle heerlijkheid.

Maar… wacht eens even: dat is de hemel. Nee, het is de Mis. Nee, het is de Apokalyps. Wacht eens even: het is alles tegelijk!

Ik deed mijn best het kalm aan te doen, langzaam, voorzichtig, om vooral de risico’s te vermijden waar bekeerlingen gemakkelijk aan ten prooi vallen, want ik was mij snel aan het bekeren tot het katholieke geloof. Maar deze ontdekking was niet het product van een overspannen verbeelding. Het was de plechtige leer van een Concilie van de katholieke Kerk. Later zou ik ontdekken dat het ook de onvermijdelijke conclusie was van de strengste en eerlijkste protestante geleerden. Een van hen, Leonard Thompson, schreef dat “zelfs een vluchtige lezing van de Apokalyps de aanwezigheid van liturgisch taalgebruik in een godsdienstoefening aantoont… Het liturgisch taalgebruik speelt een belangrijke rol bij het tot een eenheid maken van het boek.” Alleen de liturgische beelden kunnen dat vreemde boek betekenis geven. Liturgische beelden staan centraal in de boodschap – zo schrijft Thompson – die “meer onthullen dan visioenen over ‘dingen die staan te gebeuren’”.

Verleden en Toekomst

De Apokalyps gaat over Iemand die komen gaat. Het gaat over Jezus Christus en zijn ‘Wederkomst’, zoals christenen het Griekse woord Parousia gewoonlijk vertalen. Tijdens de vele uren die ik in 1985 in die kapel in Milwaukee heb doorgebracht, heb ik begrepen dat die Iemand niemand anders is dan Degene die de priester in de heilige Hostie omhoog heft, Jezus Christus. Ik wist dat, als de eerste christenen het bij het juiste eind hadden, op dat moment de hemel de aarde raakte. “Mijn Heer en mijn God. U bent het echt!”

Toch bleven er in mijn hoofd en in mijn hart nog serieuze vragen over, vragen over de aard van het offer, over de bijbelse basis van de Mis, over de continuïteit van de katholieke traditie, over vele kleine details in de liturgische eredienst. Deze vragen zouden mijn onderzoek bepalen in de maanden die vooraf gingen aan mijn opname in de katholieke Kerk. In zekere zin bepalen zij nu nog mijn werk. Nu stel ik echter geen vragen meer als iemand die aanklaagt of als iemand die opzoek is naar curiositeiten, maar als een zoon die bij zijn vader komt om hem het onmogelijke te vragen, om hem te vragen een heldere en verafgelegen ster in de palm van zijn hand te mogen houden.

Ik geloof niet dat Onze Vader u en mij zal tegenhouden bij onze zoektocht naar de Mis. Tenslotte is het de handeling waarmee Hij zijn Verbond met ons bezegelt en ons tot Zijn kinderen maakt. Dit boek is min of meer een verslag van wat ik ontdekt heb bij mijn onderzoekingen naar de rijkdommen van onze katholieke traditie. Ons erfgoed omvat de hele Bijbel, de ononderbroken getuigenis van de Mis, het voortdurende onderricht van de heiligen, het onderzoek aan universiteiten, de methoden van contemplatief gebed en de herderlijke zorg van pausen en bisschoppen. In de Mis hebben u en ik al de hemel op aarde. Het bewijs is overweldigend. De ervaring is een openbaring.