2 november – Allerzielen

2 november – Allerzielen

De onderstaande lezingen zijn gekopieerd uit het Misboekje, dat wij vandaag in de Allerzielenviering gebruiken.

Vandaar dat de vormgeving een beetje anders is als gebruikelijk.

eerste lezing

Uit het boek van de Wijsheid (3,1-9)
De zielen van de rechtvaardigen zijn in Gods hand en geen foltering zal hen deren. In de ogen van de dwazen schenen zij dood te zijn en hun heengaan werd als een onheil beschouwd, hun verdwijnen uit ons midden als een vernietiging. Zij zijn echter in vrede. Ook al worden zij naar de mening van de mensen gestraft, zij zijn vervuld van één hoop: de onsterfelijkheid; na een korte tuchtiging zullen zij een grote weldaad ontvangen, omdat God hen op de proef heeft gesteld en bevonden heeft, dat zij Hem waardig zijn. Als goud in de smeltkroes heeft Hij hen beproefd; als een brandoffer heeft Hij hen aanvaard. Wanneer dan de tijd van hun oordeel komt, zullen zij schitteren en als vlammen door een stoppelveld jagen. Zij zullen rechtspreken over de naties en heersen over de volkeren en de Heer zal hun Koning zijn, in eeuwigheid. Zij die op Hem vertrouwen zullen de waarheid verstaan en zij die trouw zijn zullen in liefde bij Hem verblijven, want genade en barmhartigheid vallen zijn uitverkorenen ten deel.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tweede lezing (Rom. 8,31b-35.37-39)

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome.
Broeders en zusters, indien God vóór ons is, wie zal dan tégen ons zijn? Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard; voor ons allen heeft Hij hem overgeleverd. En zou Hij ons na zulk een gave ook niet al het andere schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God die rechtvaardigt? Wie zal hen oordelen? Christus Jezus misschien die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en die, gezeten aan Gods rechterhand, voor ons zelfs ten beste spreekt? Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking wellicht of nood, vervolging, honger, naaktheid, levensgevaar of het zwaard? Maar over dit alles zegevieren wij glansrijk, dankzij Hem die ons heeft liefgehad. En ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch heerschappijen, heden noch toekomst, geen krachten, hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel bij machte is ons te scheiden van de liefde Gods, die is in Christus Jezus, onze Heer.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

vers voor het evangelie

Alleluia. Alleluia. Alleluia.
Alleluia. Alleluia. Alleluia.
Ik ben de verrijzenis en het leven, zegt de Heer, wie in Mij gelooft, zal leven in eeuwigheid.
Alleluia. Alleluia. Alleluia.

evangelie (Lucas 24,13-35)

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.

Op de eerste dag der week waren er twee leerlingen van Jezus op weg naar een dorp dat Emmaüs heette en dat zestig stadiën van Jeruzalem lag. Zij spraken met elkaar over alles wat was voorgevallen. Terwijl zij zo aan het praten waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf op hen toe en Hij liep met hen mee. Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen. Hij vroeg hun: “Wat is dat voor een gesprek dat gij onderweg met elkaar voert?” Met een bedrukt gezicht bleven ze staan. Een van hen, die Kléopas heette nam het woord en sprak tot Hem: “Zijt Gij dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat Gij niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is?” Hij vroeg hun: “Wat dan?” Ze antwoordden Hem: “Dat met Jezus de Nazarener, een man die profeet was, machtig in daad en woord in het oog van God en van heel het volk; hoe onze hogepriesters en overheidspersonen Hem hebben overgeleverd om Hem ter dood te laten veroordelen en hoe zij Hem aan het kruis hebben geslagen. En wij leefden in de hoop dat Hij degene zou zijn die Israël ging verlossen! Maar met dit al is het reeds de derde dag sinds die dingen gebeurd zijn. Wel hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in de war gebracht; ze waren in de vroegte naar het graf geweest maar hadden zijn lichaam niet gevonden en ze kwamen zeggen dat zij ook nog een verschijning van engelen hadden gehad, die verklaarden dat Hij weer leefde. Daarop zijn enkelen van de onzen naar het graf gegaan en zij bevonden het zoals de vrouwen gezegd hadden, maar Hem zagen ze niet.” Nu sprak Hij tot hen: “O onverstandigen, die zo traag van hart zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd hebben! Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan? Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had. Zo kwamen ze bij het dorp waar ze heen gingen, maar Hij deed alsof Hij verder moest gaan. Zij drongen bij Hem aan: “Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde.” Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe. Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht. Toen zeiden ze tot elkaar: “Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot?” Ze stonden onmiddellijk op en keerden naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen. Dezen verklaarden: “De Heer is werkelijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen.” En zij van hun kant vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het brood.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments