8 december – Maria Onbevlekt Ontvangen – hoogfeest
125 eerste lezing: Gen. 3, 9-15.20
Vijandschap sticht Ik tussen u en de vrouw,
tussen uw kroost en het hare.
Uit het Boek Genesis.
Nadat Adam van de boom gegeten had
riep God de Heer, de mens en vroeg hem:
“Waar zijt gij?”
Hij antwoordde:
“Ik hoorde uw donder in de tuin,
en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben;
daarom heb ik mij verborgen.”
Maar God de Heer zei:
“Wie heeft u verteld, dat gij naakt zijt?
Hebt ge soms gegeten van de boom,
die Ik u verboden heb?”
De mens antwoordde:
“De vrouw, die Gij mij als gezellin gegeven hebt,
zij heeft mij van die boom gegeven,
en toen heb ik gegeten.”
Daarop vroeg God, de Heer, aan de vrouw:
“Hoe hebt ge dat kunnen doen?”
De vrouw zei:
“De slang heeft mij verleid,
en toen heb ik gegeten.”
God, de Heer, zei toen tot de slang:
“Omdat ge dit gedaan hebt,
zijt gij vervloekt, onder alle tamme dieren
en onder alle wilde beesten!
Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten,
alle dagen van uw leven!
Vijandschap sticht Ik tussen u en de vrouw,
tussen uw kroost en het hare.
Dit zal uw kop bedreigen,
en gij zijn hiel!”
De mens noemde zijn vrouw Eva,
want zij is de moeder geworden van alle levenden.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 98 (97), 1, 2-3ab, 3c-4
Refrein:
Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
omdat Hij wonderen deed.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
omdat Hij wonderen deed.
Zijn hand deed zich krachtig gelden,
de macht van zijn heilige arm.
Zijn weldaden deed Hij ons kennen,
de volkeren zijn gerechtigheid.
Opnieuw bleek zijn goedheid en trouw
ten gunste van Israëls huis.
Geheel de aarde aanschouwde
wat onze God voor ons deed.
Verheerlijkt de Heer, alle landen,
weest blij, verheugt u en zingt.
126 tweede lezing: Ef. 1, 3-6.11-12
In Christus heeft God ons uitverkoren
vóór de grondlegging der wereld.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze.
Gezegend is God,
de Vader van onze Heer Jezus Christus,
die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend
met elke geestelijke zegen.
In Hem heeft Hij ons uitverkoren
vóór de grondlegging der wereld,
om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn aangezicht.
In liefde heeft Hij ons voorbestemd
zijn kinderen te worden door Jezus Christus,
naar het welbehagen van zijn wil,
tot lof van de heerlijkheid van zijn genade.
Hiermee heeft Hij ons begiftigd in de Geliefde,
in wie wij ook ons erfdeel hebben ontvangen,
daartoe voorbestemd door de beschikking van Hem,
die alles tot stand brengt naar het besluit van zijn wil,
opdat wij verbreiden de lof van zijn heerlijkheid,
wij, die reeds te voren onze hoop op de Christus hadden gebouwd.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
vers voor het evangelie: Lc. 1, 28
Alleluia.
Verheug u, Maria, Begenadigde,
de Heer is met u;
gij zijt gezegend onder de vrouwen.
Alleluia.
127 evangelie: Lc. 1, 26-38
Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
In die tijd werd de engel Gabriël van Godswege gezonden
naar een stad in Galilea, Nazaret,
tot een maagd, die verloofd was met een man, die Jozef heette,
uit het huis van David;
de naam van de maagd was Maria.
De engel trad bij haar binnen en sprak:
“Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u,
gij zijt de gezegende onder de vrouwen.”
Zij schrok van dat woord
en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot haar:
“Vrees niet, Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen
en gij moet Hem de naam Jezus geven.
Hij zal groot zijn
en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob
en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.”
Maria echter sprak tot de engel:
“Hoe zal dit geschieden, daar ik geen man beken?”
Hierop gaf de engel haar ten antwoord:
“De heilige Geest zal over u komen
en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen;
daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht
heilig genoemd worden, Zoon van God.
Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante,
in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen
en, ofschoon zij onvruchtbaar heette,
is zij nu in haar zesde maand;
want voor God is niets onmogelijk.”
Nu zei Maria:
“Zie de dienstmaagd des Heren;
mij geschiede naar uw woord.”
En de engel ging van haar heen.
Woord van de Heer.
Wij danken God.