26 januari 2022 – HH. Timóteüs en Titus, bisschoppen – gedachtenis
6 eerste lezing: 2 Tim. 1, 1-8
Uw ongeveinsd geloof komt mij voor de geest.
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan Timóteüs.
Van Paulus,
apostel van Christus Jezus door de wil van God,
volgens de belofte van het leven dat in Christus Jezus is,
aan Timóteüs, zijn geliefd kind.
Genade, barmhartigheid en vrede voor u
vanwege God de Vader en onze Heer Christus Jezus!
Het is met dankbaarheid jegens God,
die ik evenals mijn voorouders
met een zuiver geweten tracht te dienen,
dat ik uw naam noem in mijn gebeden,
zonder ophouden, dag en nacht.
Als ik denk aan uw tranen,
verlang ik vurig u weer te zien
om weer helemaal gelukkig te zijn.
En uw ongeveinsd geloof komt mij voor de geest,
dat geloof dat eerst uw grootmoeder Loïs
en uw moeder Eunike bezield heeft
en nu ook, daarvan ben ik zeker, leeft in u.
Vergeet dus niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade,
die in u is door de oplegging van mijn handen.
Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtigheid,
maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.
Schaam u dus niet van onze Heer te getuigen.
Schaam u evenmin voor mij, zijn gevangene.
Draag uw deel in het lijden voor het evangelie
door de kracht van God.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
of:
7 eerste lezing: Tit. 1, 1-5
Paulus aan Titus, zijn wettig kind in het gemeenschappelijk geloof.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan Titus
Van Paulus, dienstknecht van God en apostel van Jezus Christus,
om Gods uitverkorenen te brengen tot het geloof
en de kennis van de ware godsdienst,
in de hoop op het eeuwig leven.
Reeds lang geleden heeft God die niet liegt, eeuwig leven beloofd
en nu, te zijner tijd, heeft Hij zijn woord openbaar gemaakt
in de verkondiging die mij is toevertrouwd
door een opdracht van God onze Heiland.
Paulus aan Titus,
zijn wettig kind in het gemeenschappelijk geloof:
Genade en vrede voor u
vanwege God onze Vader en Christus Jezus onze Heiland!
Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling,
dat gij de organisatie van de kerk zoudt voltooien
door in elke stad presbyters aan te stellen
volgens de richtlijnen die ik u heb gegeven.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 96 (95), 1-2a, 2b-3, 7-8a, 10
Refrein:
Meldt aan de naties Gods heerlijkheid,
zijn wondere daden aan alle volken.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
zingt voor de Heer, alle landen.
Zingt voor de Heer en verheerlijkt zijn Naam.
Verkondigt zijn heil alle dagen,
meldt aan de naties zijn heerlijkheid,
zijn wondere daden aan alle volken.
Huldigt de Heer, alle stammen en volken,
huldigt de Heer om zijn glorie en macht,
huldigt de Heer om de roem van zijn Naam.
Zegt tot elkander: de Heer regeert!
Onwrikbaar heeft Hij de aarde geschapen,
de volken bestuurt Hij met billijkheid.
Het evangelie voor deze dag is niet van de gedachtenis, maar van de woensdag in de 3e week door het jaar 2
vers voor het evangelie: Ps. 119 (118), 105
Alleluia.
Uw woord is een lamp voor mijn voeten, Heer,
het is een licht op mijn pad.
Alleluia.
30 evangelie: Mc. 4, 1-20
Eens ging een zaaier uit om te zaaien.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
Lof zij U, Christus.
In die tijd
begon Jezus te leren aan de oever van het meer.
Zeer veel volk verzamelde zich bij Hem,
zodat Hij in een boot, die op het water lag, moest stappen
om daar plaats te nemen,
terwijl al het volk zich langs het meer op het land bevond.
Hij leerde hun vele dingen door middel van gelijkenissen,
en in zijn onderrichting zei Hij tot hen:
“Luistert.
Eens ging een zaaier uit om te zaaien.
Toen hij aan het zaaien was,
viel een gedeelte op de weg en de vogels kwamen het opeten.
Een ander gedeelte viel op de rotsachtige plekken
waar het niet veel aarde had;
het schoot snel op, omdat het in ondiepe grond lag.
Maar toen de zon was opgekomen
kreeg het te lijden van de hitte,
zodat het verdorde bij gebrek aan wortel.
Weer een ander gedeelte viel onder de distels en deze schoten op,
zodat het zaad verstikte en geen vrucht opleverde.
Een ander gedeelte tenslotte viel op goede grond
en doordat het opschoot en zich ontwikkelde,
leverde het vrucht op
en bracht het dertig-, zestig- en honderdvoudige voort.”
En Hij voegde er aan toe:
“Wie oren heeft om te horen, hij luistere.”
Toen Hij weer alleen was,
stelde zijn omgeving, ook de twaalf,
Hem vragen omtrent de gelijkenissen.
Hij antwoordde hun:
“Aan u is het geheim van het Rijk Gods geschonken,
maar zij die erbuiten staan, krijgen alles in gelijkenissen,
opdat zij wel scherp kijken met hun ogen, maar niet zien,
en wel luisteren met hun oren, maar niet verstaan,
opdat zij zich niet zouden bekeren en vergiffenis krijgen.”
En Hij vervolgde:
“Begrijpt ge deze gelijkenis niet?
Hoe zult ge dan alle gelijkenissen verstaan?
De zaaier zaait het woord.
Die op de weg
– waar het woord gezaaid wordt –
zijn de mensen bij wie als zij het gehoord hebben,
terstond de satan komt
en het woord wegrooft, dat gezaaid ligt in hun binnenste.
Op dezelfde manier
zijn zij die op de rotsachtige plekken gezaaid worden
de mensen die, als zij het woord gehoord hebben,
het terstond met blijdschap opnemen;
maar zij hebben geen wortel geschoten, leven bij het ogenblik,
en als zij omwille van het woord onderdrukt of vervolgd worden,
komen zij onmiddellijk ten val.
Die tussen distels gezaaid worden, zijn weer anderen,
die het woord wel gehoord hebben,
maar wanneer de zorgen van de wereld,
de begoocheling van de rijkdom
en de begeerten naar al het andere binnendringen,
verstikken deze het woord en zo blijft het zonder vrucht.
De in de goede grond gezaaiden
zijn de mensen, die het woord horen,
het in zich opnemen en vrucht dragen:
dertig-, zestig- en honderdvoudig.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Onderstaande is het evangelie van de gedachtenis, die dus niet wordt gelezen
vers voor het evangelie: Lc. 4, 18-19
Alleluia.
De Heer heeft Mij gezonden
om aan armen de Blijde Boodschap te brengen,
aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken.
Alleluia.
247 evangelie: Lc. 10, 1-9
De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
In die tijd wees de Heer tweeënzeventig leerlingen aan
en zond hen twee aan twee voor zich uit
naar alle steden en plaatsen
waarheen Hijzelf van plan was te gaan.
Hij sprak tot hen:
“De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig.
Vraagt daarom de Heer van de oogst
arbeiders te sturen om te oogsten.
Gaat dan,
maar zie, Ik zend u als lammeren tussen wolven.
Neemt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoeisel
en groet niemand onderweg.
Laat in welk huis gij ook binnengaat uw eerste woord zijn:
Vrede aan dit huis!
Woont daar een vredelievend mens
dan zal uw vrede op hem rusten,
zo niet, dan zal hij op u terugkeren.
Blijft in dat huis en eet en drinkt wat zij u aanbieden;
want de arbeider is zijn loon waard.
Gaat niet van het ene huis naar het andere.
In elke stad waar ge binnengaat en ontvangen wordt,
eet wat u wordt voorgezet, geneest de zieken die er zijn
en zegt tot hen: Het Rijk Gods is u nabij.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
L.S.,
Volgens mij wordt op 26 januari het evangelie van de woensdag in de derde week door het jaar gelezen.