6e week door het jaar 2, zaterdag

6e week door het jaar 2, zaterdag

71 eerste lezing: Jak. 3, 1-10

De tong kan geen mens temmen.

Uit de brief van de heilige apostel Jakobus.
Broeders en zusters,
laat niet zovelen onder u, leraars zijn.
Gij weet toch,
dat wij er alleen maar strenger om geoordeeld zullen worden.
Want wij allen struikelen vele malen.
Wie in zijn spreken nooit misdoet
is een volmaakt mens,
in staat zichzelf geheel in toom te houden.
Wij hoeven een paard slechts een toom in de mond te leggen
om het hele dier te besturen en in de hand te hebben.
Of denkt aan een schip:
hoe groot het ook is
en al wordt het door hevige winden voortgedreven,
toch wordt het door een heel klein roer gewend
naar believen van de stuurman.
Ook de tong is maar een klein deel van ons lichaam;
toch voert zij een hoge toon.
Bedenkt
hoe weinig vuur er nodig is om een groot bos in brand te steken.
Ook de tong is een vuur,
een wereld van ongerechtigheid;
onder onze ledematen is het de tong,
die het geheel kan bezoedelen
en ons levensrad in vlam zetten,
zelf in vlam gezet door de hel.
Wilde beesten, vogels, reptielen, vissen,
elke diersoort wordt getemd
of is al getemd door het menselijk geslacht.
Maar de tong kan geen mens temmen:
dat bandeloos euvel vol dodelijk venijn.
Met haar zegenen wij onze Heer en Vader,
en met haar vervloeken wij de mensen,
die naar Gods gelijkenis zijn geschapen.
Uit een en dezelfde mond komt zegen voort en vloek.
Broeders en zusters, dit mag niet zo zijn!
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 12 (11), 2-3 , 4-5, 7-8

Refrein:
Gij, Heer, zult ons behoeden.

Heer, sta ons bij! Want niemand is betrouwbaar,
er is geen eerlijkheid onder de mensen meer.
Ze spreken leugens, ieder tot zijn naaste
met sluwe lippen en gespleten hart.

Verdelgen moge God die valse lippen,
die tongen met hun trotse taal,
die zeggen: met de tong zijn wij almachtig,
ons wapen is de mond; wie kan ons aan?

Het woord des Heren is betrouwbaar,
gelouterd zilver, vrij van slijk.
Gij, Heer, zult ons behoeden,
ons steeds beschermen tegen hen.

vers voor het evangelie: Ps. 119(118), 105

Alleluia.
Uw woord is een lamp voor mijn voeten, Heer,
het is een licht op mijn pad.
Alleluia.

72 evangelie: Mc. 9, 2-13

Jezus werd voor hun ogen van gedaante veranderd.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
Lof zij U, Christus.

In die tijd
nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee
en bracht hen boven op een hoge berg
waar zij geheel alleen waren.
Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd:
zijn kleed werd glanzend
en zó wit als geen volder ter wereld maken kan.
Elia verscheen hun samen met Mozes
en zij onderhielden zich met Jezus.
Petrus nam het woord en zei tot Jezus:
“Rabbi, het is goed dat wij hier zijn.
Laten we drie tenten bouwen,
een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.”
Hij wist niet goed wat hij zei,
want ze waren geheel verbluft.
Een wolk kwam hen overschaduwen
en uit die wolk klonk een stem:
“Dit is mijn Zoon,
de Welbeminde,
luistert naar Hem.”
Toen ze rondkeken,
zagen ze plotseling niemand anders bij hen dan alleen Jezus.
Onder het afdalen van de berg
verbood Jezus hun aan iemand te vertellen wat ze gezien hadden,
voordat de Mensenzoon uit de doden zou zijn opgestaan.
Zij hielden het inderdaad voor zich,
al vroegen zij zich onder elkaar af
wat dat opstaan uit de doden mocht betekenen.
Aan Jezus stelden zij de vraag:
“Waarom zeggen de schriftgeleerden toch
dat eerst Elia moet komen?”
Hij antwoordde hun:
“Elia komt eerst om alles te herstellen.
Maar wat staat er geschreven over de Mensenzoon?
Dat Hij veel zal lijden en veracht zal worden.
Maar Ik zeg u: Elia is al gekomen
en zij hebben naar willekeur met hem gehandeld,
zoals over hem geschreven staat.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments