4e week door het jaar 2, zaterdag

4e week door het jaar 2, zaterdag

47 eerste lezing: 1 Kon. 3, 4-13

Geef uw dienaar een opmerkzame geest,
om recht te kunnen spreken voor uw volk.

Uit het eerste Boek der Koningen.
In die dagen ging koning Salomo naar Gibeon
om daar te offeren,
want dat was de voornaamste offerhoogte.
Duizend brandoffers droeg Salomo op dit altaar op.
In Gibeon verscheen de Heer ‘s nachts
in een droom aan Salomo en zei:
“Wat wilt ge dat Ik u geef?”
Salomo antwoordde:
“Gij hebt uw dienaar, mijn heer David, een grote gunst bewezen.
Daar hij zijn schreden naar U richtte,
getrouw, rechtschapen en eerlijk jegens U,
hebt Gij hem een zoon gegeven, die nu zetelt op zijn troon.
Welnu, Heer mijn God,
Gij hebt uw dienaar tot koning verheven
als opvolger van mijn vader David,
hoewel ik maar een jonge man ben
en nog niet weet wat ik doen of laten moet.
Zo staat uw dienaar te midden van het volk,
dat Gij hebt uitverkoren,
een groot volk, zo groot
dat het niet te tellen of te schatten is.
Geef dus uw dienaar een opmerkzame geest,
om recht te kunnen spreken voor uw volk
en onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad.
Want wie is in staat recht te spreken
voor dit grote volk van U?”
Dit verzoek van Salomo behaagde de Heer.
En God zei tot hem:
“Omdat ge juist dit gevraagd hebt
en niet gevraagd hebt om een lang leven
en ook niet om rijkdom
en evenmin om de dood van uw vijanden,
maar omdat ge gevraagd hebt
om inzicht om recht te kunnen spreken,
daarom voldoe Ik aan uw verzoek
en geef Ik u een geest vol wijsheid en begrip,
zoals vóór u niemand ooit heeft gehad
en ook na u niemand zal hebben.
En ook wat ge niet gevraagd hebt geef Ik u:
rijkdom en aanzien, zoveel
dat geen koning aan u gelijk zal zijn, zolang ge leeft.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 119 (118), 9-10, 11-12, 13-14

Refrein:
Leer mij, Heer, uw beschikkingen kennen.

Hoe houdt men van jongsaf zijn weg onbedorven?
Door acht te slaan op uw woord.
Met heel mijn hart richt ik mij tot U:
laat mij niet afwijken van uw geboden.

Uw uitspraken berg ik diep in mijn hart
om niet tegen U te misdoen.
Gij zijt lofwaardig, Heer,
leer mij uw beschikkingen kennen.

Mijn lippen verkondigen allerwegen
wat door uw mond is bepaald.
Mijn vreugde vind ik in wat Gij verordent,
dat is mijn rijkste bezit.

vers voor het evangelie: cf. Hand. 16, 14b

Alleluia.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
en dat wij ons richten naar het woord van uw Zoon
Alleluia.

48 evangelie: Mc. 6, 30-34

Zij waren als schapen zonder herder.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
Lof zij U, Christus.

In die tijd
voegden de apostelen zich bij Jezus
en brachten Hem verslag uit
over alles wat zij gedaan en onderwezen hadden.
Daarop sprak Hij tot hen:
“Komt nu eens zelf mee
naar een eenzame plaats om alleen te zijn
en rust daar wat uit.”
Want wegens de talrijke gaande en komende mensen
hadden zij zelfs geen tijd om te eten.
Zij vertrokken dus in de boot naar een eenzame plaats
om alleen te zijn.
Maar velen zagen hen gaan en begrepen waar Hij heenging;
uit al de steden kwamen mensen te voet daarheen
en ze waren er nog eerder dan zij.
Toen Jezus aan land ging,
zag Hij dan ook een grote menigte.
Hij gevoelde medelijden met hen,
want zij waren als schapen zonder herder;
en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments