28e week door het jaar 2, dinsdag
327 eerste lezing: Gal. 5, 1-6
Al dan niet besneden-zijn maakt niet het minste verschil;
het enige waar het op aankomt is geloof, zich uitend in liefde.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten.
Broeders en zusters,
voor de vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt.
Houdt dus stand
en laat u niet weer het slavenjuk opleggen.
Let op mijn woorden.
Ik, Paulus, zeg u:
als ge u laat besnijden,
zal Christus u niets baten.
Nog eens, met alle nadruk:
ieder die zich laat besnijden
is verplicht de hele wet te onderhouden.
Als ge uw heil in de wet zoekt,
dan hebt gij met Christus gebroken,
dan hebt gij Gods genade verbeurd.
Wat ons betreft,
wij verwachten de verhoopte gerechtigheid van het geloof
als het werk van de Geest.
Als wij één zijn met Christus Jezus,
maakt al dan niet besneden-zijn niet het minste verschil;
het enige waar het op aankomt is geloof,
zich uitend in liefde.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 119 (118), 41, 43, 44, 45, 47, 48
Refrein: Laat mij nu, Heer, uw erbarming ontvangen.
Laat mij nu, Heer, uw erbarming ontvangen,
uw bijstand, die Gij hebt beloofd.
Ontneem aan mijn mond niet het woord der waarheid;
op wat Gij bepaald hebt stel ik mijn hoop.
Uw wet zal ik altijd trouw onderhouden,
te allen tijde, in eeuwigheid.
Dan zal ik voortgaan langs brede wegen,
want ik verlang slechts wat Gij beveelt.
Ik vind mijn genoegen in uw geboden,
ik heb ze van harte lief.
Naar uw geboden strek ik mijn handen
en nooit vergeet ik wat Gij hebt beschikt.
vers voor het evangelie: Joh. 14, 5
Alleluia.
Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt de Heer;
niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij.
Alleluia.
328 evangelie: Lc. 11, 37-41
Geeft een aalmoes;
dan is voor u alles rein.
De Heer zij met u.
En met uw geest
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
In die tijd nodigde een Farizeeër Jezus uit
de maaltijd bij hem te gebruiken.
Jezus trad dus binnen en ging aanliggen.
Toen de Farizeeër dat zag, stond hij er verwonderd over
dat Jezus niet eerst vóór de maaltijd de wassingen verricht had.
Maar de Heer sprak tot hem:
“En gij dan, Farizeeën,
gij maakt wel de buitenkant van beker en schotel schoon,
maar van binnen zijt ge vol van roof en slechtheid.
Dwazen!
Heeft Hij die de buitenkant maakte
ook niet de binnenkant gemaakt?
Geeft liever wat erin is als aalmoes;
dan is voor u alles rein.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.