25e week door het jaar 2, zaterdag
299 eerste lezing: Pred. 11, 9-12, 8
Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd,
voordat het stof naar de aarde teruggaat,
en de levensgeest weerkeert naar God.
Uit het Boek Prediker.
Jongeman, wees opgewekt in uw jeugd
en laat uw hart vrolijk zijn, in uw jonge jaren.
Laat u leiden door wat uw hart verlangt
en door wat uw ogen zien,
maar bedenk wel,
dat God u over dat alles rekenschap zal vragen.
Weer uit uw hart de bitterheid
en houd u het lijden van het lijf,
want de jeugd en de morgenstond zijn vluchtig.
Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd,
voordat de kwade dagen komen
en de jaren naderen
waarvan gij zeggen zult: “Ze bevallen mij niet!”,
voordat de zon verduistert
en ook het licht en de maan en de sterren,
voordat de wolken terugkomen na de regen,
voordat de huisbewaarders beven
en de sterke mannen ineenkrimpen,
en de maalsters haar werk niet meer doen,
omdat haar aantal te klein is geworden,
en over haar, die door de tralies uitzien de duisternis daalt,
voordat de deuren aan de straat dichtgaan
en het geluid van de molen doffer wordt
en de stem van de vogel ijler klinkt
en degenen die zingen verstommen,
voordat men tegen iedere helling opziet
en angstig is op straat,
– dan bloeit de amandelboom,
is de sprinkhaan verzadigd
en barst de kappervrucht open,
terwijl de mens vertrekt naar zijn eeuwig tehuis
en de klagers al rondgaan op straat –
voordat het zilveren koord wordt losgemaakt
en de gouden emmer gebroken,
en de kruik bij de bron wordt verbrijzeld
en de katrol gebroken de put in valt
en het stof naar de aarde teruggaat
waar het vandaan is gekomen,
en de levensgeest weerkeert naar God
die hem heeft gegeven.
IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker,
en alles is ijdelheid.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 90 (89), 3-4, 5-6, 12-13, 14, 17
Refrein:
Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht geweest
voor ieder geslacht opnieuw.
Wat sterfelijk is vergaat weer tot stof,
Gij zegt: keer terug, kind van mensen!
Voor U zijn duizend jaren één dag,
als gisteren dat al voorbij is,
een uur van slaap in de nacht.
Ons leven breekt af als een droom in de ochtend,
kortstondig is het als gras op het veld.
Des morgens ontkiemt het en schiet het op,
des avonds is het verwelkt.
Leer ons onze dagen naar waarde te schatten
en zo te komen tot wijsheid van hart.
Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij ons?
Wees toch uw dienaars genadig.
Verleen ons van nu af uw rijkste zegen
en laat heel ons leven gelukkig zijn.
Uw zegen, Heer God, moge over ons waken,
bestuur onze handen bij al wat zij doen.
vers voor het evangelie: Hebr. 4, 12
Alleluia.
Het woord van God is levend en krachtig,
en het dringt door tot het raakpunt van ziel en geest.
Alleluia.
300 evangelie: Lc. 9, 43b-45
De Mensenzoon zal worden overgeleverd.
De leerlingen schokken ervoor terug
Hem hierover te ondervragen.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
In die tijd
verbaasde zich iedereen over alles wat Jezus deed,
en Hij sprak tot zijn leerlingen:
“Hebt een open oor voor wat Ik u zeg.
De Mensenzoon zal worden overgeleverd
in de handen der mensen.”
Ofschoon zij die woorden niet begrepen
– ze bleven voor hen omsluierd,
zodat zij het niet konden vatten
– schrokken zij ervoor terug Hem hierover te ondervragen.
Woord van de Heer.
Wij danken God.