25e week door het jaar 2, dinsdag
291 eerste lezing: Spr. 21, 1-6.10-13
Verschillende raadgevingen.
Uit het Boek der Spreuken.
Als een waterloop, zo is het hart van de koning
in de hand van de Heer;
Hij leidt het waarheen Hij maar wil.
Een mens mag menen dat al zijn gangen recht zijn,
de Heer weegt toch de harten.
Door naar recht en billijkheid te handelen
is men de Heer aangenamer dan door offers.
Verwaande ogen en een trots hart:
de glans van de boosdoeners is de zonde.
Het overleg van een ijverig man brengt enkel winst,
maar de onbedachtzame vindt niets dan armoe.
Schatten, met een leugentong verworven,
zijn verwaaiende dampen, valstrikken van de dood.
Het hart van de boosdoener haakt naar het kwade
en hij kent geen deernis met zijn naaste.
Straft men een spotter, dan wordt de onverstandige wijzer;
onderricht men een wijze, dan wint hij aan weten.
De Rechtvaardige let op het huis van de boosdoener
en Hij stort de boosdoener in het verderf.
Wie zijn oren sluit voor het hulpgeroep van de arme,
zal zelf ook nog eens aan dovemans oren roepen.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 119 (118), 1, 27, 30, 34, 35, 44
Refrein:
Leid mij, Heer, langs de paden van uw geboden.
Gelukkig degenen wier levensweg rein is,
die voortgaan volgens de wet van de Heer.
Leid mij op de weg van uw bevelen,
dan zal ik uw daden indachtig zijn.
Ik heb de weg van de trouw gekozen,
ik houd mij aan wat Gij bepaalt.
Geef mij begrip om uw wet na te leven,
om hem te volgen met heel mijn hart.
Leid mij langs de paden van uw geboden,
daar vind ik mijn vreugde in.
Uw wet zal ik altijd trouw onderhouden,
te allen tijde, in eeuwigheid.
vers voor het evangelie: Ps. 27 (26), 11
Alleluia.
Toon mij uw weg, Heer, bij tegenstand,
leid mij langs effen paden.
Alleluia.
292 evangelie: Lc. 8, 19-21
Mijn moeder en mijn broeders zijn zij
die het woord van God horen en er naar handelen.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
In die tijd kwam zijn moeder met zijn broeders bij Jezus,
maar vanwege de menigte konden zij Hem niet bereiken.
Men liet Hem dus weten:
“Uw moeder en uw broeders staan buiten en willen u spreken.”
Maar Hij gaf hun ten antwoord:
“Mijn moeder en mijn broeders zijn zij
die het woord van God horen en ernaar handelen.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.