22e week door het jaar 2, vrijdag
261 eerste lezing: 1 Kor. 4, 1-5
God zal openbaar maken wat er in de harten omgaat.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte.
Broeders en zusters,
zo moet men ons beschouwen:
als helpers van Christus,
belast met het beheer van Gods geheimen.
Welnu, van een beheerder wordt geëist, dat hij betrouwbaar blijkt.
Mij is echter heel weinig gelegen aan uw oordeel
of dat van enige menselijke instantie.
Ik oordeel niet eens over mijzelf.
Want al ben ik mij van niets bewust,
daarom ga ik nog niet vrijuit.
De Heer is het, die over mij oordeelt.
Oordeelt dus niet voorbarig,
voordat de Heer gekomen is.
Hij zal wat in het duister verborgen is aan het licht brengen
en openbaar maken wat er in de harten omgaat.
Dan zal ieder van God de lof ontvangen die hem toekomt.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 37 (36), 3-4, 5-6, 27-28, 39-40
Refrein: Het heil van de vromen komt van de Heer.
Vertrouw op de Heer en doe wat goed is,
dan zult gij veilig uw land bewonen.
Zoek uw geluk bij de Heer,
Hij geeft wat uw hart begeert.
Vertrouw aan de Heer uw levensweg toe,
verlaat u op Hem, Hij zal er voor zorgen.
Uw eerzaamheid zal als de dageraad stralen,
uw recht als de middagzon.
Blijf ver van het kwaad en doe wat goed is,
dan moogt ge voor eeuwig hier wonen;
want God bemint de gerechtigheid,
verlaat zijn getrouwen niet.
Het heil van de vromen komt van de Heer;
Hij is hun toevlucht in tijden van kwelling.
De Heer staat hen bij en bevrijdt hen,
Hij redt die zich tot Hem wenden.
vers voor het evangelie: Joh. 15, 15b
Alleluia.
Ik heb u vrienden genoemd, zegt de Heer,
want Ik heb u alles meegedeeld
wat Ik van de Vader heb vernomen.
Alleluia.
262 evangelie: Lc. 5, 33-39
Wanneer de bruidegom van hen is weggenomen,
dan zullen zij vasten.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
In die tijd zeiden de schriftgeleerden en Farizeeën tot Jezus:
“De leerlingen van Johannes
vasten dikwijls en verrichten gebeden;
die van de Farizeeën doen dat ook,
maar de uwen eten en drinken.”
Jezus antwoordde:
“Kunt gij soms de vrienden van de bruidegom laten vasten,
zolang de bruidegom bij hen is?
Er zullen echter dagen komen,
dat de bruidegom van hen is weggenomen
en dan, in die tijd, zullen ze vasten.”
Hij gaf hun ook nog een gelijkenis:
“Niemand scheurt een lap van een nieuw kleed
om daarmee een oud te verstellen;
anders verscheurt hij immers niet alleen het nieuwe kleed,
maar de lap uit het nieuwe past bovendien niet bij het oude.
En niemand doet jonge wijn in oude zakken;
anders doet de jonge wijn de zakken bersten,
hij loopt eruit en de zakken gaan verloren.
Maar jonge wijn moet men in nieuwe zakken doen.
En niemand die oude wijn gedronken heeft wenst jonge;
hij zal zeggen: de oude is best.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.