16e week door het jaar 2, maandag
181 eerste lezing: Mich. 6, 1-4.6-8
De Heer heeft u gezegd wat goed is, mens,
en wat Hij van u verlangt.
Uit de Profeet Micha.
Hoort wat de Heer zegt.
Sta op, begin een rechtsgeding
ten overstaan van de bergen!
Laat de heuvels uw stem vernemen!
Aanhoort, gij bergen, het rechtsgeding van de Heer,
en gij ook, onwrikbaren,
fundamenten der aarde:
De Heer heeft een rechtsgeding met zijn volk;
Hij wil afrekenen met Israël.
“Mijn volk, wat heb Ik u aangedaan
en waarmee ben Ik u lastig gevallen?
Antwoord mij.
Ik heb u toch uit Egypte geleid
en u uit het slavenkwartier verlost;
Ik heb Mozes voor u uit laten gaan
en Aäron en Mirjam.
Waarmee zal ik voor de Heer treden,
mij buigen voor God in den hoge?
Zal ik voor Hem treden met brandoffers,
met eenjarige kalveren?
Zal de Heer behagen vinden in duizenden rammen,
in tienduizenden beken olie?
Moet ik voor mijn misdaden
mijn eerstgeborene offeren,
mijn kind voor de zonden die ik begaan heb?
De Heer heeft u gezegd wat goed is, mens,
en wat Hij van u verlangt:
Hij wil niets anders
dan dat gij u houdt aan het recht,
dat gij de trouw eerbiedigt,
en u tegenover uw God ootmoedig gedraagt.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 50 (49), 5-6, 8-9, 16bc-17, 21, 23
Refrein:
Wie rechte wegen gaat, die vindt het heil van God.
Brengt allen hier die Mij zijn toegewijd,
die met een offer mijn verbond bekrachtigd hebben.
De hemelen betuigen zijn gerechtigheid;
het is God zelf, die oordeelt.
Ik maak u over offers geen verwijt,
uw offerdieren zie Ik aldoor branden.
Ik wil geen stier meer hebben uit uw huizen
en rammen uit uw schaapskooi vraag Ik niet.
Wat spreekt ge aldoor over mijn geboden
en hebt ge mijn verbond steeds op de tong?
Gij die van tucht een afkeer hebt
en nimmer acht slaat op mijn woorden.
Zou Ik dan zwijgen als gij zoiets doet?
Of meent ge soms dat Ik aan u gelijk ben?
Ik klaag u aan. Ik leg u alles voor.
Wie offers brengt van lof, die eert Mij waarlijk,
wie rechte wegen gaat, die vindt het heil van God.
vers voor het evangelie: cf. Hand. 16, 14b
Alleluia.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
en dat wij ons richten naar het woord van uw Zoon.
Alleluia.
182 evangelie: Mt. 12, 38-42
De koningin van het Zuiden
zal bij het oordeel opstaan samen met dit geslacht.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
Lof zij U, Christus.
Op zekere dag richtten enige schriftgeleerden en Farizeeën
zich tot Jezus met de woorden:
“Meester, wij willen een teken van U zien.”
Maar Hij gaf hun ten antwoord:
“Een slecht en overspelig geslacht verlangt een teken,
maar geen ander teken zal hun gegeven worden
dan dat van de profeet Jona.
Zoals namelijk Jona drie dagen en drie nachten
verbleef in de buik van het zeemonster,
zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten
verblijven in de schoot van de aarde.
De mensen van Nineve zullen bij het oordeel opstaan
samen met dit geslacht
en het veroordelen,
want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona:
welnu, hier is méér dan Jona.
De koningin van het Zuiden zal bij het oordeel opstaan
samen met dit geslacht
en het veroordelen,
want zij kwam van het uiteinde der aarde
om te luisteren naar de wijsheid van Salomo:
welnu, hier is méér dan Salomo.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.