15e week door het jaar 2, vrijdag

15e week door het jaar 2, vrijdag

177 eerste lezing: Jes. 38, 1-6.21-22.7-8

Ik heb uw gebed gehoord en uw tranen gezien.

Uit de Profeet Jesaja.
In die dagen werd Hizkia dodelijk ziek.
De profeet Jesaja, de zoon van Amos,
ging naar hem toe en zei tot hem:
“Zo spreekt de Heer:
Stel orde op uw huis,
want gij gaat sterven,
gij zult niet langer in leven blijven”.
Toen keerde Hizkia zijn gezicht naar de muur
en bad tot de Heer:
“Ach Heer,
bedenk toch, hoe ik onder uw ogen geleefd heb
met een trouw en toegewijd hart,
en hoe ik gedaan heb wat U behaagt!”
En Hizkia weende luid.
Toen kwam het woord van de Heer tot Jesaja:
“Ga naar Hizkia en zeg tot hem:
Zo spreekt de Heer, de God van uw vader David:
Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien.
Welnu, Ik zal aan uw leven vijftien jaar toevoegen;
Ik zal u en deze stad
uit de greep van de koning van Assur redden;
Ik neem deze stad onder mijn hoede.”
Daarop gaf Jesaja opdracht een vijgekoek te halen
en die op het gezwel te leggen:
dan zou hij genezen.
En Hizkia vroeg:
“Aan welk teken zal ik zien,
dat ik zal opgaan naar het huis van de Heer?”
Jesaja antwoordde:
“Dit is het teken dat de Heer u zal geven
om u te laten weten,
dat Hij zijn woord gestand zal doen:
De schaduw,
die door de zon de trappen van Achaz is afgedaald,
zal ik tien trappen terug laten gaan.”
En de zon ging op de zonnewijzer de tien trappen terug,
die zij reeds had afgelegd.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Jes. 38, 10, 11, 12abcd, 16

Refrein:
Gij houdt mij terug van de kuil van de dood
en schudt van U af mijn zonden.

Ik sprak: in de bloei van mijn leven
bereik ik de poort van het dodenrijk,
beroofd van de rest van mijn jaren.

Ik sprak: de Heer zal ik nooit meer aanschouwen,
geen mens zal ik ooit nog zien.

Mijn woning op aarde wordt afgebroken
en neergehaald als een herderstent.
De wevers rollen mijn leven op
en snijden mij af van de schering.

Ik kan slechts leven door uw genade,
bij U alleen vindt mijn geest weer moed.
Gij kunt mij genezen, mijn leven bewaren.

vers voor het evangelie: Joh. 10, 27

Alleluja.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zegt de Heer; en ik ken ze en zij volgen Mij.
Alleluja.

178 evangelie: Mt. 12, 1-8

De Mensenzoon is Heer van de sabbat.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
Lof zij U, Christus.

Eens ging Jezus op een sabbat door de korenvelden;
zijn leerlingen nu kregen honger
en begonnen aren te plukken en te eten.
De Farizeeën zagen dat en zeiden tot Hem:
“Uw leerlingen doen daar iets wat op sabbat niet geoorloofd is.”
Hij gaf hun ten antwoord:
“Hebt gij niet gelezen wat David deed,
toen hij en zijn metgezellen honger kregen?
Hoe hij het huis van God binnenging en de toonbroden opat,
die noch hij, noch zijn metgezellen,
maar alleen de priesters mochten eten?
Of hebt gij niet in de Wet gelezen,
dat de priesters elke sabbat in de tempel de sabbat schenden
en toch niet schuldig zijn?
Ik echter zeg u:
Hier is meer dan de tempel.
Indien het maar
tot u doorgedrongen was wat het zeggen wil:
Ik wil liever barmhartigheid dan offers,
dan zoudt gij deze onschuldigen niet veroordeeld hebben.
Want de Mensenzoon is Heer van de sabbat.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments