13e week door het jaar 2, vrijdag

13e week door het jaar 2, vrijdag

153 eerste lezing : Am. 8, 4-6. 9-12

Ik zal honger brengen in het land, geen honger naar brood,
maar om het woord van de Heer te horen.

Uit de Profeet Amos.
“Hoort dit, gij die strikken spant voor de armen
om de misdeelden in het land te verdelgen,
gij die redeneert:
Wanneer is de nieuwe maan voorbij?
Dan kunnen wij ons koren verkopen!
En wanneer de Sabbat?
Dan kunnen wij ons graan uitstallen.
Dan verkleinen wij de korenmaat,
dan verhogen wij de prijs
en bedriegen wij met een vervalste weegschaal.
Dan kopen wij de kleine man voor geld,
de arme voor een paar schoenen,
en verhandelen wij zelfs het uitschot van ons koren.”
Op die dag – zo luidt de godsspraak van de Heer –
doe Ik de zon ondergaan op het middaguur,
verduister Ik de aarde op klaarlichte dag.
Dan verkeer Ik uw feesten in rouw,
al uw liederen in weeklachten;
om alle heupen leg Ik een rouwkleed
en alle hoofden scheer Ik kaal.
Ik zal het land doen rouwen als over een enig kind;
de laatste dag van dit land zal bitter zijn.
Zie, de dagen komen – zo luidt het orakel van God de Heer –
dat Ik honger breng in het land,
geen honger naar brood, geen dorst naar water,
maar honger en dorst om het woord van de Heer te horen.
Dan zullen zij zwerven van zee naar zee,
dwalen van het noorden naar het oosten,
overal zoekend naar het woord van de Heer,
maar zij zullen het niet vinden.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 119 (118), 2, 10, 20, 30, 40, 131

Refrein:
Niet van brood alleen leeft de mens,
maar van alles wat uit de mond van God voortkomt (Mt. 4, 4b).

Gelukkig die acht slaan op wat God verordent,
Hem zoeken met heel hun hart.

Met heel mijn hart richt ik mij tot U,
laat mij niet afwijken van uw geboden.

Mijn geest wordt verteerd van verlangen
naar alles wat Gij hebt bepaald.

Ik heb de weg van de trouw gekozen,
ik houd mij aan wat Gij bepaalt.

Zie, ik verlang uw bevelen te volgen;
laat mij dan leven, rechtvaardige God.

Mijn mond sper ik hijgend open,
zo snak ik naar uw gebod.

vers voor het evangelie: 1 Tess. 2, 13

Alleluia.
Ontvangt het goddelijk woord der prediking,
niet als een woord van mensen,
maar als wat het inderdaad is:
het woord van God.
Alleluia.

154 evangelie: Mt: 9, 9-13

Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken.
Ik wil liever barmhartigheid dan offers.

De Heer zij met u.
En met uw Geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
Lof zij U, Christus.

In die tijd ging Jezus verder,
Hij zag iemand aan het tolhuis zitten, die Matteüs heette,
en Hij zei tot hem:
“Volg Mij.”
De man stond op en volgde Hem.
Terwijl Hij nu in diens, woning aan tafel aanlag,
kwamen ook vele tollenaars en zondaars
met Jezus en zijn leerlingen aanliggen.
Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden ze tot zijn leerlingen:
“Waarom eet uw Meester met tollenaars en zondaars?”
Hij hoorde dit en zei:
“Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken.
Gaat heen en leert wat het zeggen wil:
Ik wil liever barmhartigheid dan offers.
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen,
maar zondaars te roepen.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments