13e week door het jaar 2, maandag

13e week door het jaar 2, maandag

145 eerste lezing: Am. 2, 6-10. 13-16

Zij hebben de geringen als het stof van de aarde vertrapt.

Uit de Profeet Amos.
Zo spreekt de Heer:
“Na de herhaalde misdaden van Israël,
kom Ik niet op mijn besluit terug!
Omdat zij de rechtvaardige voor geld verkopen,
de arme voor een paar schoenen,
omdat zij de geringen als het stof van de aarde vertrappen
en het recht van de armen verkrachten.
Vader en zoon gaan naar dezelfde meid
en ontwijden zo mijn heilige Naam.
Op de als pand aanvaarde kleren leggen zij zich neer
bij de altaren
en zij drinken met boetegeld betaalde wijn
in het huis van hun God.
En Ik, Ik heb toch voor hun ogen
de Amoriet verdelgd,
zo hoog als een ceder,
zo – sterk als een eik;
Ik heb hem toch uitgeroeid
van onder tot boven, met wortel en tak!
Ik, Ik heb u uit Egypte gevoerd,
u door de woestijn geleid, veertig jaar lang,
en het land van die Amoriet aan u gegeven.
Welnu, Ik zal het doen wankelen onder uw voeten,
zoals een wagen wankelt,
die te hoog met schoven beladen is.
Dan krijgt zelfs de snelle loper geen kans om te vluchten,
de sterke heeft niets aan zijn kracht
en de dappere redt zijn leven niet.
De boogschutter houdt geen stand,
de hardloper ontkomt niet
en geen ruiter redt zijn leven.
Zelfs de dapperste onder de strijders
zal naakt moeten vluchten, die dag.”
Zo spreekt de almachtige Heer.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 50 (49), 16bc-17, 18-19, 20-21, 22-23

Refrein:
Verstaat het toch, gij die aan God niet denkt.

Wat spreekt ge aldoor over mijn geboden
en hebt ge mijn verbond steeds op de tong?
Gij die van tucht een afkeer hebt
en nimmer acht slaat op mijn woorden.

Ziet gij een dief dan gaat ge met hem stelen,
met hen die echtbreuk plegen gaat ge om.
Voor slechtheid opent gij uw mond,
ge roert uw tong om te bedriegen.

Ge zet u neer om van uw broeder kwaad te spreken,
uw moeders zoon belastert gij.
Zou Ik dan zwijgen als gij zoiets doet?
Of meent ge soms dat Ik aan u gelijk ben?
Ik klaag u aan. Ik leg u alles voor.

Verstaat het toch, gij die aan God niet denkt,
want anders grijp Ik u en niemand zal u redden.
Wie offers brengt van lof, die eert Mij waarlijk,
wie rechte wegen gaat, die vindt het heil van God.

vers voor het evangelie: Hebr. 4, 12

Alleluia.
Het woord van God is levend en krachtig,
en het dringt door tot het raakpunt van ziel en geest.
Alleluia.

146 evangelie: Mt. 8, 18-22

Volg Mij.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
Lof zij U, Christus.

In die tijd
zag Jezus een grote menigte om zich heen
en Hij gaf bevel om naar de overkant te gaan.
Een schriftgeleerde trad op Hem toe en zei:
“Meester,
ik zal U volgen waar Gij ook heen gaat.”
Jezus sprak tot hem:
“De vossen hebben hun holen
en de vogels uit de lucht hun nesten,
maar de Mensenzoon
heeft niets waar Hij zijn hoofd op kan laten rusten.”
Een andere van zijn leerlingen zei tot Hem:
“Heer, laat mij eerst teruggaan om mijn vader te begraven.”
Jezus zei hem:
“Volg Mij;
laat de doden hun doden begraven.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments