9e week door het jaar 1, zaterdag

9e week door het jaar 1, zaterdag

107 eerste lezing: Tobit 12, 1.5-15.20

Ik stijg op naar Hem die mij gezonden heeft.
Looft de Heer en verkondigt al zijn wondere daden.

Uit het Boek Tobit.
In die dagen riep Tobit zijn zoon bij zich
en sprak tot hem:
“Wat kunnen wij geven aan deze heilige man,
die u begeleid heeft?”
Daarop riepen zij de man terzijde en vroegen hem,
of hij de helft van alles, wat zij hadden meegebracht,
zou willen aanvaarden.
Toen zei de engel tot hen:
“Prijst God in de hemel
en looft Hem ten aanzien van al wat leeft,
want Hij heeft u barmhartigheid bewezen.
Men doet er goed aan
de geheimen der koningen te bewaren,
maar Gods daden bekend maken is eervol voor zijn dienaars.
Bidden en vasten is uitstekend
en liefdadigheid is beter dan het oppotten van schatten goud.
Want het schenken van aalmoezen redt van de dood,
het reinigt van de zonden
en verdient barmhartigheid en eeuwig leven.
Maar de zondaars en ongerechtigen
zijn de vijanden van hun eigen leven.
Ik ga u de waarheid zeggen
en u niets verborgen houden.
Wanneer gij onder tranen hebt gebeden
en uw ontbijt liet staan om de doden te begraven,
overdag de doden verborgt in uw huis
om ze in de nacht te begraven,
toen heb ik uw gebed aan de Heer opgedragen.
Maar omdat gij God welgevallig waart,
moest gij ook door lijden worden beproefd.
Nu heeft God mij gezonden
om uw blindheid te genezen
en uw schoondochter Sara van de kwade geest te verlossen.
Ik ben Rafaël,
een van de zeven engelen
die staan voor de troon van Gods heerlijkheid
en Hem de gebeden der heiligen aanbieden.
Nu is het tijd, dat ik terugkeer
naar Hem, die mij gezonden heeft;
gij echter, looft de Heer en verkondigt al zijn wondere daden.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Tob. 13, 2, 6, 7, 8

Refrein:
Geprezen zij God, die in eeuwigheid leeft.

Hij is het die slaat en die zich ontfermt,
die leidt naar de dood en herleven doet,
geen mens kan zijn hand ontvluchten.

Bedenkt dus wat gij van Hem kunt verwachten
en dankt Hem met luide stem.
Verheerlijkt de Heer, die rechtvaardig is,
verkondigt de lof van de koning der eeuwen.

Ik zal in dit land van verbanning Hem eren,
zijn macht laten zien aan dit zondige volk.
Gij zondaar, bekeer u en doe wat Hem aanstaat,
dan zal Hij u zeker barmhartig zijn.

vers voor het evangelie: Ps. 130 (129), 5

Alleluia.
Op de Heer stel ik mijn hoop,
op zijn woord vertrouw ik.
Alleluia.

108 evangelie: Mc. 12, 38-44

Die arme weduwe heeft het meest geofferd
van allen die iets in de offerkist wierpen.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
Lof zij U, Christus.

In die tijd gaf Jezus bij zijn onderricht ook deze waarschuwing:
“Wacht u voor de schriftgeleerden,
die graag in lange gewaden rondlopen,
die zich laten groeten op de markt,
belust zijn op de voornaamste zetels in de synagogen
en op de ereplaatsen bij de maaltijden,
maar die de huizen der weduwen opslokken,
terwijl ze voor de schijn lange gebeden verrichten,
over deze mensen zal een strenger vonnis worden uitgesproken.”
Hij ging tegenover de offerkist zitten
en keek toe, hoe het volk koperstukken daarin wierp,
terwijl menige rijke er veel in liet vallen.
Er kwam ook een arme weduwe
die er twee penningen, ter waarde van een cent, in wierp.
Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak:
“Voorwaar, Ik zeg u:
die arme weduwe heeft het meest geofferd
van allen, die iets in de offerkist wierpen;
allen wierpen ze er iets in van hun overvloed,
maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat,
alles waar ze van leven moest.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments