8e week door het jaar 1, zaterdag

8e week door het jaar 1, zaterdag

95 eerste lezing: Sir. 51, 12-20

Ik heb geworsteld om de wijsheid te bezitten;
door loutering vond ik haar.

Uit het Boek Ecclesiasticus.
Heer en Koning,
Gij hebt mij gered van het verderf,
mij verlost van alle kwaad.
Daarom zal ik U danken en loven
en de naam des Heren prijzen.
Toen ik nog jong was, voordat ik ging zwerven,
zocht ik openlijk wijsheid in mijn gebed.
Staande voor de tempel vroeg ik er om,
en tot het laatste toe zal ik haar zoeken.
Wanneer zij zich ontplooide als een rijpende druif,
verheugde ik mij over haar.
Van mijn jeugd af volgde ik haar spoor;
mijn voet betrad de rechte weg.
Ik legde mijn oor maar even te luisteren en ving haar op
en ik dankte aan haar veel wijze lessen.
Ik maakte vorderingen in de wijsheid:
Hem die mij leerde, gaf ik de eer,
want ik was erop bedacht
de wijsheid in praktijk te brengen.
Ik zocht het goede
en werd niet beschaamd.
Ik heb geworsteld om wijsheid te bezitten
en nauwgezet heb ik de wet onderhouden;
ik strekte mijn handen ten hemel
en betreurde mijn onwetendheid.
Op wijsheid richtte ik mijn aandacht,
en door loutering vond ik haar;
met haar verwierf ik inzicht van het begin af aan,
daarom zal ik niet verlaten worden.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 19 (18), 8, 9, 10, 11

Refrein:
Rechtmatig zijn de bevelen des Heren,
bevredigend voor het gemoed.

De wet van de Heer is volkomen,
zij sterkt de onzekere geest.
Zijn voorschriften zijn betrouwbaar,
onwetenden maken zij wijs.

Rechtmatig zijn al zijn bevelen,
bevredigend voor het gemoed.
Glashelder zijn zijn geboden,
zij zijn een licht voor het oog.

Het woord van de Heer is eerlijk,
het blijft in eeuwigheid waar.
Zijn uitspraken zijn waarachtig,
rechtvaardig in iedere zaak.

Gezocht meer dan goud of juwelen,
welsmakend als honingzeem.

vers voor het evangelie: Ps. 119 (118), 27

Alleluia.
Leid mij op de weg van uw bevelen, Heer,
dan zal ik uw daden indachtig zijn.
Alleluia.

96 evangelie: Mc. 11, 27-33

Welke bevoegdheid hebt Gij om dit alles te doen?

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
Lof zij U, Christus.

In die tijd
kwam Jezus met zijn leerlingen in Jeruzalem.
Terwijl Hij rondwandelde op het tempelplein,
traden de hogepriesters,
schriftgeleerden en oudsten op Hem toe
en ze vroegen Hem:
“Welke bevoegdheid hebt Gij om dit alles te doen?
En wie heeft U die bevoegdheid dan daartoe gegeven?”
Jezus antwoordde:
“Ik zal u één enkele vraag stellen
en als gij Mij daar antwoord op geeft,
zal Ik u op mijn beurt zeggen
krachtens welke bevoegdheid Ik dit alles doe.
Het doopsel van Johannes,
kwam dat van de hemel of van de mensen?
Geeft Mij daar een antwoord op.”
Zij beraadslaagden onder elkaar:
“Als wij zeggen: van de hemel, dan zal Hij antwoorden:
Waarom hebt gij hem dan geen geloof geschonken?
Maar zeggen we: van de mensen?…”
Zij waren bang voor het volk,
want iedereen hield Johannes voor een profeet.
Zij gaven Jezus dus ten antwoord:
“Wij weten het niet.”
Toen zei Jezus tot hen:
“Dan zeg Ik u evenmin
krachtens welke bevoegdheid Ik zo handel.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments