7e week door het jaar 1, woensdag
77 eerste lezing: Sir. 4, 11-19
Wie de wijsheid liefheeft, heeft de Heer lief.
Uit het Boek Ecclesiasticus.
De wijsheid brengt haar zonen tot aanzien
en ontfermt zich over degenen die haar zoeken.
Wie haar liefheeft, heeft het leven lief;
wie haar vanaf de ochtend zoeken, worden van vreugde vervuld.
Wie haar vasthoudt zal eer beërven;
waar de wijze binnengaat, geeft de Heer zegen.
Wie de wijsheid dienen, vervullen hun dienst voor de Heilige;
wie haar liefhebben, heeft de Heer lief.
Wie naar haar luistert, zal over volken rechtspreken;
wie acht op haar slaat, zal wonen in veiligheid.
Wie op haar vertrouwt, zal haar beërven,
en zijn nageslacht zal haar blijvend bezitten.
In het begin gaat zij vreemd met hem om;
angst en vreesachtigheid brengt zij over hem;
zij kwelt hem met haar eisen,
totdat zij hem volkomen vertrouwt;
maar zij blijft hem beproeven met haar bevelen.
Daarna zal zij zich rechtstreeks tot hem wenden en hem verblijden
en hem haar verborgenheden openbaren.
Als hij afdwaalt, laat zij hem in de steek
en geeft hem prijs aan de greep van zijn val.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 119 (118), 165, 168, 171, 172, 174, 175
Refrein:
Zij die uw wet liefhebben, Heer, leven in vrede.
Zij die uw wet liefhebben leven in vrede,
zij struikelen niet op hun weg.
Ik houd mij aan wat Gij gebiedt en voorschrijft,
want al mijn wegen zijn U bekend.
Een loflied moet van mijn lippen komen,
omdat Gij mij uw beschikkingen leert.
Uw uitspraken moet mijn tong bezingen,
want al uw geboden zijn goed.
Mijn heil zoek ik enkel bij U, Heer,
mijn vreugde vind ik in uw wet.
Mijn geest moge leven en altijd U prijzen
en steunen op wat Gij bepaalt.
vers voor het evangelie: 1 Petr. 1, 25
Alleluia.
Het woord des Heren blijft in eeuwigheid;
en dit woord is de boodschap,
die u in het evangelie is verkondigd.
Alleluia.
78 evangelie: Mc. 9, 38-40
Wie niet tegen ons is, is voor ons.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
Lof zij U, Christus.
In die tijd zei Johannes tot Jezus:
“Meester, we hebben iemand die ons niet volgt
in uw Naam duivels zien uitdrijven,
en we hebben getracht het hem te beletten,
omdat hij geen volgeling van ons was.”
Maar Jezus zei:
“Belet het hem niet,
want iemand die een wonder doet in mijn Naam
zal niet zo grif ongunstig over Mij spreken.
“Wie niet tegen ons is, is voor ons.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.