5e week door het jaar 1, donderdag
55 eerste lezing: Gen. 2, 18-25
God bracht de vrouw naar de mens.
Zij zullen volkomen één zijn.
Uit het Boek Genesis
God de Heer sprak:
“Het is niet goed dat de mens alleen blijft.
Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past.”
Toen boetseerde God de Heer uit de aarde
alle dieren op het land en alle vogels in de lucht,
en bracht die bij de mens,
om te zien hoe hij ze noemen zou:
zoals de mens ze zou noemen, zo zouden ze heten.
De mens gaf dus namen aan al de tamme dieren
en aan al de vogels in de lucht
en aan al de wilde beesten;
maar een hulp die bij hem paste vond de mens niet.
Toen liet God de Heer de mens in een diepe slaap vallen;
en terwijl de mens sliep,
nam Hij één van zijn ribben weg
en zette er vlees voor in de plaats.
Daarna vormde God de Heer
uit de rib die Hij bij de mens had weggenomen,
een vrouw, en bracht haar naar de mens.
Toen sprak de mens:
“Eindelijk been van mijn gebeente
en vlees van mijn vlees!
Mannin zal zij heten,
want uit een man is zij genomen.”
Zo komt het dat een man
zijn vader en zijn moeder verlaat
en zich zo aan zijn vrouw hecht,
dat zij volkomen één worden.
Zij waren beiden naakt, de mens en zijn vrouw,
maar zij voelden geen schaamte voor elkaar.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang Ps. 128 (127), 1-2, 3, 4-5
Refrein:
Gelukkig die godvrezend zijt.
Gelukkig die godvrezend zijt,
de weg des Heren gaat.
Gij zult de vrucht van eigen arbeid eten,
tevreden en voorspoedig zult gij zijn.
Uw vrouw daarbinnen in uw huis
is als een rijkbeladen wijnstok.
En als olijventakken rond de stam
zo staan uw zonen om uw tafel.
Ja, zo wordt elke man gezegend
die eer geeft aan de Heer.
U zegene de Heer uit Sion;
moogt gij Jeruzalem welvarend zien
zolang uw dagen duren.
vers voor het evangelie: 2 Kor. 5, 19
Alleluia.
God was het
die in Christus de wereld met zich verzoende:
en ons gaf Hij de boodschap van de verzoening mee.
Alleluia.
56 evangelie: Mc. 7, 24-30
De honden onder tafel eten van de kruimels van de kinderen.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
Lof zij U, Christus.
In die tijd
trok Jezus naar de streek van Tyrus en Sidon.
Hij ging er een huis binnen
en wilde niet dat iemand het te weten kwam,
maar Hij kon niet onopgemerkt blijven.
Een vrouw
wier dochtertje door een onreine geest was bezeten,
kwam dan ook, zodra ze van Hem gehoord had naderbij
en wierp zich aan zijn voeten.
De vrouw was een Helleense van Syrofenicische afkomst.
Zij vroeg Hem de duivel uit haar dochter uit te drijven.
Hij sprak tot haar:
“Laat eerst de kinderen verzadigd worden.
Want het is niet goed
het brood dat voor de kinderen bestemd is
aan de honden te geven.”
Maar zij had een antwoord en zei Hem:
“Jawel, Heer.
De honden onder tafel
eten immers van de kruimels van de kinderen.”
Toen sprak Hij tot haar:
“Omdat ge dit zegt,
ga heen,
de duivel heeft uw dochter verlaten.”
Zij keerde naar huis terug,
trof haar kind te bed
en bevond dat de duivel was heengegaan.
Woord van de Heer.
Wij danken God.